Pompe à oul type RSAM
Raccords (g. 1) :
P = Orice de pression
S = Orice d’aspiration
R = Orice de retour
P
n
= Orice de mesure de pression
Attention!
Les surfaces d’étanchéité des raccords sont plates
et permettent d’utiliser des joints plats standards.
La pompe type RSAM est congurée à la livraison
pour les applications à deux canalisations, la vis
“A” étant alors montée dans le bipasse “G” (g. 4).
Si la conduite de retour est bloquée lorsque la
pompe est mise en route dans cette congura-
tion, la pompe ou le moteur peuvent être endom-
magés en raison de la forte montée de la pression
de refoulement et du blocage qui en résulte.
Adaptation aux applications à une
canalisation (g. 5)
Ôter la vis “A” et boucher l’orice de retour R
pour congurer la pompe aux applications à une
canalisation.
Purge
Lorsque la pompe est utilisée sur une application
à une canalisation, la purger lors de la mise en
service par l’orice de mesure de pression P
n
( g.
2). Sur les applications à deux canalisations, la
purge de la pompe est réalisée automatiquement
par la conduite de retour.
Réglage de pression
La gure 3 indique les réglages de pression d’une
pompe type RSAM. La pression maximale dépend
du type de pompe, de la viscosité et de la plage
de pression.
Mise en service
Si la tuyauterie de l’installation est vide, la pompe
à oul RSAM ne doit pas tourner à vide plus de 5
minutes. On suppose que la pompe est remplie
de oul provenant de l’usine ou d’une période de
fonctionnement antérieure. Dans le cas contraire,
il est nécessaire de l’amorcer avec du oul.
Installation
Important : la pompe doit être installée de façon
que la pression d’aspiration ne dépasse pas la
valeur admissible − se reporter aux Données
techniques. Monter un préltre selon les règles ou
l’usage en vigueur.
Raccordement électrique (g. 7)
Il est conseillé de protéger le moteur de la pompe
par un disjoncteur.
Longueur de la conduite d’aspiration (g. 8)
H : Pression totale ou hauteur d’aspiration en
mètres.
Valeurs du tableau : Longueur totale de la
conduite d’aspiration en mètres.
Les valeurs de viscosité sont indiquées pour les
qualités commerciales normales à 8°C.
Fluides
La pompe est conçue pour fonctionner avec des
huiles minérales combustibles ou des uides de
classication équivalente ou supérieure.
FRANCAIS
ITALIANO
Pompa per olio combustibile con motore
tipo RSAM
Connessioni (g. 1)
P = Mandata
S = Aspirazione
R = Ritorno
P
n
= Manometro
Attenzione!
Tutte le connessioni sono lamate per rondella
standard. Il tipo RSAM viene fornito per funziona-
mento a 2 tubi con la vite “A” montata nel by-pass
“G” (g. 4). Se si avvia la pompa con la tubazione
di ritorno bloccata, possono vericarsi danni alla
pompa e al motore a causa di una pressione di
pompaggio in forte aumento con conseguente
bloccaggio.
Conversione per funzionamento monotubo
(g. 5)
Per la conversione per il funzionamento mono-
tubo, togliere la vite “A” e sbarrare la porta di
ritorno R.
Deaerazione
Negli impianti monotubo lo sato della pompa
si eettua la prima volta che viene messo in
funzione l’impianto mediante il bocchettone per
il manometro P
n
(g. 2). Negli impianti a 2 tubi
lo sato della pompa avviene atomaticamente
attraverso la tubazione di ritorno.
Regolazione della pressione
In g. 3 è mostrata la regolazione della pressione
delle pompe RSAM.
La pressione massima dipende da:
Tipo di pompa − Viscosità − Intervallo di pressione.
Prima messa in funzione
Alla messa in funzione di un impianto con le tuba-
zioni vuote, la pompa RSAM non deve funzionare
senza olio combustibile per più di 5 minuti. Si
presuppone che la pompa contenga combustibile
proveniente dalla fabbrica, oppure da un periodo
di funzionamento precedente. In caso contrario
deve essere aggiunto dell’olio combustibile nella
pompa.
Installazione
È importante che la pompa venga installata in
modo tale che la pressione di aspirazione non
oltrepassi il valore consentito, vedi Speciche
Tecniche. L’installazione va munita di preltro
conforme alle normative e alla pratica.
Connessioni elettriche (g. 7)
Si raccomanda di proteggere il motore con una
protezione.
Lunghezze della tubazione di aspirazione (g. 8)
H: Pressione totale o altezza di aspirazione in
metri.
Valori di tabella: Lunghezza totale della tubazione
di aspirazione in metri.
Le viscosità sono indicate per normali qualità
commerciali a 8°C.
Mezzi
La pompa è specicata per funzionamento con
olii combustibili minerali, rispettivamente mezzi
con classicazione corrispondente o superiore.
NEDERLANDS
Oliepomp type RSAM
Aansluiting (afb. 1)
P = Nozzle-aansluiting
S = Zuigaansluiting
R = Retouraansluiting
P
n
= Nozzledruk / ontluchting
Opmerking
Alle aansluitingen hebben een plat afdichtings-
vlak en zijn geschikt voor normale pakkingsrin-
gen. Het type RSAM kan worden geleverd als
2-pijpspomp, waarbij schroef “A” in de by-pass “G”
(afb. 4) is gemonteerd.
Als de pomp wordt gestart met een geblokkeerde
retourleiding, dan kunnen door de sterk oplo-
pende pompdruk de pomp en de motor worden
beschadigd of vastlopen.
Op 1-pijpssysteem omzetten (afb. 5)
Verwijder bij het omzetten op 1-pijpssysteem
schroef “A” en sluit retouraansluiting R af.
Ontluchting
Een 1-pijpspomp dient bij het inbedrijfstellen te
worden ontlucht door aansluiting “P
n
” (afb. 2). Een
2-pijpspomp wordt automatisch via de retourlei-
ding ontlucht.
Drukinstelling
In afb. 3 is de drukinstelling van een RSAM-pomp
afgebeeld.
De maximumdruk is afhankelijk van:
Pomptype – Viscositeit – Drukbereik.
Inbedrijfstellen
Bij het inbedrijfstellen van een systeem, waarvan
de leidingen nog leeg zijn, mag een RSAM-pomp
niet langer dan 5 minuten zonder olie draaien.
De pomp zelf moet echter gevuld zijn met olie,
bijv. vanaf de fabriek of van een vorige bedrijfs-
periode. Indien ook de pomp leeg is, moet deze
eerst met olie worden gevuld.
Montage
Het is belangrijk de pomp zó te installeren dat
de zuigdruk de toegestane waarde niet kan
overschrijden, zie Technische gegevens. De
montage van een olielter in de zuigleiding wordt
aanbevolen.
Elektrische aansluiting (afb. 7)
Aanbevolen wordt om de pompmotor van een
onderbreker te voorzien.
Lengte zuigleidingen (afb. 8)
H: Totale druk of zuighoogte in meters.
Tabelwaarden: Totale lengte v.d. zuigleiding in
meters.
De viscositeit geldt voor olie van normale han-
delskwaliteit bij een temperatuur van 8°C.
Media
De pomp is geschikt voor minerale brandstofolie
en media met gelijkwaardige of betere speci-
caties.
Caractéristiques techniques
Types de combustible: Fioul standard et oul selon la
norme DIN V 51603-6 EL A Bio 10
Plage de viscosité
1,3 à18 mm
2
/(cSt)
Vitesse de rotation
2800 min
-1
Plage de pression
1
à
5 bars
Réglages en usine Réglages mini.
Température du uide
−10 à +70°C
Pression maximale d’alimentation et de retour
4 bar
Caratteristiche tecniche
Tipi di olio:
Gasolio standard da riscaldamento e gasolio
in accordo con la norma DIN V 51603-6 EL A Bio 10
Campo di viscosità
1,3-18 mm
2
/(cSt)
Velocità di rotazione
2800 min
-1
Campo di pressione
1-5 bar
Regolazioni di fabbrica Regolazioni minime
Temperatura del mezzo
−10 a +70°C
Max pressione di alimentazione e di ritorno
4 bar
Technische gegevens
Olie types: Standaard huisbrandolie en huisbrandolie
volgens de DIN V 51603-6 EL A Bio 10
Viscositeitsbereik
1,3-18 mm
2
/(cSt)
Toerental
2800 min
-1
Drukbereik
1-5 bar
Fabrieksinstelling Min. instelling
Mediumtemperatuur
−10 tot +70°C
Max. inlaat- en retourdruk
4 bar