Smeg SI7844B Manuale utente

Tipo
Manuale utente
SI7844B
Gebruik‐
saanwijzing
Kookplaat
Istruzioni per
l’uso
Piano cot‐
tura
Manual de
instrucciones
Placa de
cocción
INHOUDSOPGAVE
Veiligheidsinformatie 2
Veiligheidsvoorschriften 4
Montage 7
Beschrijving van het product 9
Dagelijks gebruik 11
Aanwijzingen en tips 16
Onderhoud en reiniging 20
Probleemoplossing 20
Technische gegevens 23
Energiezuinigheid 23
KLANTENSERVICE EN SERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met onze erkende servicedienst, zorg er dan voor dat u de
volgende gegevens tot uw beschikking hebt: Model, serienummer.
De informatie vindt u op het typeplaatje.
Waarschuwingen en veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
GA NAAR ONZE WEBSITE VOOR:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, service- en reparatie-
informatie:
www.smeg.com/services/customer-service
Wijzigingen voorbehouden.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie
en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt door een
verkeerde installatie of verkeerd gebruik. Bewaar de
instructies altijd op een veilige en toegankelijke plaats voor
toekomstig gebruik.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar
en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke,
zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan
ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of
instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van
het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
2
Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met
zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt
te worden gehouden, mits ze voortdurend onder toezicht
staan.
Houd kinderen jonger dan 3 jaar uit de buurt of onder
permanent toezicht.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het
op passende wijze weg.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat
als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient dit te
worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
Algemene veiligheid
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient op
te passen dat u de verwarmingselementen niet aanraakt.
Bedien het apparaat niet met een externe timer of een
apart afstandbedieningssysteem.
WAARSCHUWING: Zonder toezicht koken op een
kookplaat met vet of olie kan gevaarlijk zijn en
brandgevaar opleveren.
Probeer brand NOOIT met water te blussen, maar schakel
in plaats daarvan het apparaat uit en bedek de vlam bijv.
met een deksel of blusdeken.
LET OP: Er dient toezicht te worden gehouden op het
bereidingsproces. Een kort bereidingsproces moet onder
constant toezicht staan.
WAARSCHUWING: Brandgevaar: Bewaar geen
voorwerpen op de kookplaten.
Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden geplaatst,
aangezien ze heet kunnen worden.
3
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te
maken.
Schakel het kookplaatelement uit na elk gebruik met de
bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de pandetector.
Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten is,
schakel het apparaat dan uit en trek de stekker uit het
stopcontact. In het geval het apparaat direct op de stroom
is aangesloten met een aansluitdoos, verwijdert u de
zekering om het apparaat van de stroom te halen. Neem in
beide gevallen contact op met de erkende servicedienst.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant,
een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te
voorkomen.
WAARSCHUWING: Gebruik alleen kookplaatbeschermers
die door de fabrikant van het kookapparaat zijn ontworpen
of door de fabrikant van het apparaat in de
gebruiksinstructies als geschikt zijn aangegeven of
kookplaatbeschermers die in het apparaat zijn
geïntegreerd. Het gebruik van ongeschikte
kookplaatbeschermers kan ongelukken veroorzaken.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Montage
WAARSCHUWING! Alleen een
erkende installatietechnicus
mag het apparaat installeren.
WAARSCHUWING! Gevaar
voor letsel of schade aan het
apparaat.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
Dicht de oppervlakken af met kit om te
voorkomen dat ze gaan opzetten door
vocht.
Bescherm de bodem van het apparaat
tegen stoom en vocht.
Installeer het apparaat niet naast een
deur of onder een raam. Dit voorkomt
dat heet kookgerei van het apparaat
valt als de deur of het raam wordt
geopend.
Elk apparaat heeft koelventilatoren op
de bodem.
Als het apparaat gemonteerd wordt
boven een lade:
Leg geen kleine dingen of papier
dewelke kunnen binnengezogen
worden, omdat ze de
4
koelventilatoren kunnen
beschadigen of het koelsysteem
kunnen belemmeren.
Houd een minimumafstand van 2
cm tussen de bodem van het
apparaat en de zaken die u in de
lade bewaart.
Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING! Gevaar
voor brand en elektrische
schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd elektromonteur
worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden aangesloten
op een geaard stopcontact.
Verzeker u ervan dat de stekker uit het
stopcontact is getrokken, voordat u
welke werkzaamheden dan ook
uitvoert.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de
netstroom.
Zorg ervoor dat het apparaat correct is
geïnstalleerd. Losse en onjuiste
stroomkabels of stekkers (indien van
toepassing) kunnen ervoor zorgen dat
de contactklem te heet wordt.
Gebruik de juiste stroomkabel.
Voorkom dat de stroomkabels verstrikt
raken.
Zorg ervoor dat er een
schokbescherming wordt geïnstalleerd.
Gebruik het klem om spanning op het
snoer te voorkomen.
Zorg ervoor dat de stroomkabel of
stekker (indien van toepassing) het
hete apparaat of heet kookgerei niet
aanraakt als u het apparaat op de
nabijgelegen contactdozen aansluit.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de hoofdstekker (indien van
toepassing) of kabel niet beschadigt.
Neem contact op met onze service-
afdeling of een elektromonteur om een
beschadigde hoofdkabel te vervangen.
De schokbescherming van delen onder
stroom en geïsoleerde delen moet op
zo'n manier worden bevestigd dat het
niet zonder gereedschap kan worden
verplaatst.
Steek de stekker pas in het stopcontact
als de installatie is voltooid. Zorg ervoor
dat het netsnoer na installatie
bereikbaar is.
Sluit de stroomstekker niet aan op een
losse stroomaansluiting.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Gebruik alleen de juiste isolatie-
apparaten: stroomonderbrekers,
zekeringen (schroefzekeringen moeten
uit de houder worden verwijderd),
aardlekschakelaars en contactgevers.
De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor het
apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een
contactopening hebben met een
minimale breedte van 3 mm.
Gebruik
WAARSCHUWING! Gevaar
voor letsel, brandwonden of
elektrische schokken.
Verwijder voor gebruik (indien van
toepassing) de verpakking, labels en
beschermfolie.
Gebruik dit apparaat in een
huishoudelijke omgeving.
De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen
niet geblokkeerd zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
Zet de kookzone op "uit" na elk
gebruik.
Vertrouw niet alleen op de pandetector.
Leg geen bestek of pannendeksels op
de kookzones. Deze kunnen heet
worden.
5
Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
Het apparaat mag niet worden gebruikt
als werkblad of aanrecht.
Sluit het apparaat direct af van de
stroomtoevoer als het oppervlak van
het apparaat gebroken is. Dit om
elektrische schokken te voorkomen.
Gebruikers met een pacemaker
moeten een afstand van minimaal 30
cm bewaren van de inductiekookzones
als het apparaat in werking is.
Als u eten in de hete olie doet, kan het
spatten.
WAARSCHUWING! Risico op
brand en explosie
Verhitte vetten en olie kunnen
ontvlambare damp afgeven. Houd
vlammen of verwarmde voorwerpen uit
de buurt van vet en olie als u er mee
kookt.
De dampen die hete olie afgeeft
kunnen spontane ontbranding
veroorzaken.
Gebruikte olie die voedselresten bevat
kan brand veroorzaken bij een lagere
temperatuur dan olie die voor de eerste
keer wordt gebruikt.
Plaats geen ontvlambare producten of
gerechten die vochtig zijn gemaakt met
ontvlambare producten in, bij of op het
apparaat.
WAARSCHUWING! Risico op
schade aan het apparaat.
Zet geen heet kookgerei op het
bedieningspaneel.
Leg geen hete deksel op het glazen
oppervlak van de kookplaat.
Laat kookgerei niet droogkoken.
Laat geen voorwerpen of kookgerei op
het apparaat vallen. Het oppervlak kan
beschadigen.
Activeer de kookzones niet met lege
pannen of zonder pannen erop.
Geen aluminiumfolie op het apparaat
leggen.
Pannen van gietijzer, aluminium of met
beschadigde bodems kunnen krassen
veroorzaken in het glas / glaskeramiek.
Til deze voorwerpen altijd op als u ze
moet verplaatsen op de kookplaat.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd om
mee te koken. Het mag niet worden
gebruikt voor andere doeleinden, zoals
het verwarmen van een kamer.
Onderhoud en reiniging
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
Schakel het apparaat uit en laat het
afkoelen voordat u het schoonmaakt.
Trek voor onderhoudswerkzaamheden
de stekker uit het stopcontact.
Gebruik geen waterstralen of stoom om
het apparaat te reinigen.
Reinig het apparaat met een vochtige
zachte doek. Gebruik alleen neutrale
reinigingsmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Service
Neem contact op met de erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat. Gebruik alleen originele
reserveonderdelen.
Met betrekking tot de lamp(en) in dit
product en reservelampen die
afzonderlijk worden verkocht: Deze
lampen zijn bedoeld om bestand te zijn
tegen extreme fysieke omstandigheden
in huishoudelijke apparaten, zoals
temperatuur, trillingen, vochtigheid, of
zijn bedoeld om informatie te geven
over de operationele status van het
apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor
gebruik in andere toepassingen en zijn
niet geschikt voor verlichting in
huishoudelijke ruimten.
Verwijdering
WAARSCHUWING! Gevaar
voor letsel of verstikking.
Neem contact met uw plaatselijke
overheid voor informatie m.b.t. correcte
afvalverwerking van het apparaat.
6
Haal de stekker uit het stopcontact. Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat
af en gooi het weg.
MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Voor montage
Voordat u de kookplaat installeert, dient u
de onderstaande informatie van het
typeplaatje te noteren. Het typeplaatje
bevindt zich onderop de kookplaat.
Serienummer ...........................
Ingebouwde kookplaten
Inbouwkookplaten mogen alleen worden
gebruikt nadat zij ingebouwd zijn in
geschikte inbouwunits of werkbladen die
aan de normen voldoen.
Aansluitkabel
De kookplaat is voorzien van een
aansluitsnoer.
Vervang het beschadigde stroomsnoer
uitsluitend met een kabel van de
reserveonderdelen. Neem contact op
met een erkende klantenservice bij u in
de buurt.
WAARSCHUWING! Alle
elektrische aansluitingen
moeten door een gediplomeerd
elektromonteur worden
gemaakt.
LET OP! Boor of soldeer de
draaduiteinden niet. Dit is ten
strengste verboden!
LET OP! Sluit de kabel niet
aan zonder de huls voor het
kabeluiteinde.
Tweefasige aansluiting
1. Verwijder de huls voor het
kabeluiteinde van de zwarte en bruine
draden.
2. Verwijder de isolatie van de bruine en
zwarte kabeluiteinden.
3. Gebruik een nieuwe huls voor het
draaduiteinde van 1,5 mm² op ieder
kabeluiteinde. (speciaal gereedschap
nodig).
Dwarsdoorsnede van kabel
N
L1
N
L
230V~ 400V 2~N
L2
Eenfasige aansluiting - 230 V~ Tweefasige aansluiting - 400 V 2 ~ N
Groen - geel Groen - geel
N Blauw en blauw Blauw en blauw N
L Zwart en bruin Zwart L1
Bruin L2
7
In elkaar zetten
min.
50mm
min.
500mm
R 5mm
min.
55mm
490
+1
mm
750
+1
mm
min.
28 mm
min.
12 mm
min. 60mm
Als het apparaat boven een
lade wordt gemonteerd, kan de
kookplaatventilatie tijdens het
kookproces zorgen voor
opwarming van items die zich
in de lade bevinden. U kunt
een afscheidingspaneel
installeren, maar dit is niet
verplicht.
8
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
Indeling kookplaat
2
1 1
1
1
1
Inductiekookzone
2
Bedieningspaneel
Indeling Bedieningspaneel
1 2 3
6
7 85
10 9
11
4
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en
geluiden tonen welke functies worden gebruikt.
Tiptoets Functie Opmerking
1
AAN/UIT De kookplaat in- en uitschakelen.
2
Blokkering / Kinderbe‐
veiliging van de kook‐
plaat
Het bedieningspaneel vergrendelen/ontgren‐
delen.
3
Pause De functie in- en uitschakelen.
4
Perfect-Heat De functie in- en uitschakelen.
5
- Kookstanddisplay De kookstand weergeven.
6
- Timerindicatie voor de
kookzones
Geeft aan voor welke zone u de tijd instelt.
7
- Timerdisplay De tijd in minuten weergeven.
8
Auto-Vent De handmatige modus van functie in- en uit‐
schakelen.
9
Tiptoets Functie Opmerking
9
- Om de kookzone te selecteren.
10
/
- De tijd verlengen of verkorten.
11
- Bedieningsstrip Het instellen van de kookstand.
Kookstanddisplays
Scherm Beschrijving
De kookzone is uitgeschakeld.
-
De kookzone wordt gebruikt.
Pause is in werking.
Accelerator is in werking.
Power-functie werkt.
+ cijfer
Er is een storing.
/ /
Eco-Heat (3 staps restwarmte-indicatie): doorgaan met koken / warm‐
houdstand / restwarmte.
Blokkering /Kinderbeveiliging van de kookplaat werkt.
Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen kookgerei op de
kookzone geplaatst.
Automatisch uitschakelen is in werking.
Eco-Heat (3-staps restwarmte-
indicatie)
WAARSCHUWING! / /
Er bestaat
verbrandingsgevaar door
restwarmte. Het controlelampje
geeft het niveau van de
restwarmte aan. Als een
bepaalde zone te heet wordt,
kan de functie de warmte-
instelling voor de
aangrenzende zones verlagen.
De inductiekookzones creëren de voor het
kookproces benodigde warmte direct in de
bodem van de pan. Het glaskeramiek
wordt verwarmd door de warmte van de
pannen.
10
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
In- of uitschakelen
Raak 1 seconde aan om de kookplaat
in– of uit te schakelen.
Automatisch uitschakelen
De functie schakelt de kookplaat
automatisch uit als:
alle kookzones zijn uitgeschakeld.
u de kookstand niet instelt nadat u de
kookplaat hebt ingeschakeld.
u iets hebt gemorst of iets langer dan
10 seconden op het bedieningspaneel
hebt gelegd (een pan, doek, etc.). Er
klinkt een geluidssignaal en de
kookplaat wordt uitgeschakeld.
Verwijder het voorwerp of reinig het
bedieningspaneel.
De kookplaat te heet wordt (b.v. als
een pan droogkookt). De kookzone
moet afgekoeld zijn voordat u de
kookplaat weer kunt gebruiken.
u ongeschikte pannen gebruikt. Het
symbool gaat branden en na 2
minuten schakelt de kookzone
automatisch uit.
u een kookzone niet uitschakelt of de
kookstand verandert. Na enige tijd gaat
branden en wordt de kookplaat
uitgeschakeld.
De verhouding tussen kookstand en de
tijd waarna de kookplaat uitschakelt:
Kookstand De kookplaat
wordt uitgescha‐
keld na
, 1 - 3
6 uur
4 - 7 5 uur
8 - 9 4 uur
10 - 14 1,5 uur
De kookstand
Voor het instellen of wijzigen van de
kookstand:
Raak de bedieningsstrip aan bij de juiste
kookstand of beweeg uw vinger langs de
bedieningsstrip totdat u de jusite
kookstand heeft bereikt.
Het gebruik van de kookzones
Plaats het kookgerei in het midden van de
gekozen kookzone. Inductiekookzones
passen zich tot op zekere hoogte
automatisch aan de afmeting van het
kookgerei aan.
Accelerator
Activeer deze functie om in een kortere
tijd een gewenste kookstand te krijgen.
Als het aan staat, werkt de zone in het
begin op de hoogste kookstand en gaat
daarna verder met koken op de gewenste
kookstand.
Om de functie in werking te
stellen moet de kookzone koud
zijn.
Om de functie voor een kookzone in te
schakelen: raak het einde van de
bedieningsbalk rechts aan ( gaat aan).
Raak meteen de gewenste kookstand
aan. Na 3 seconden gaat
branden.
De functie uitschakelen: wijzig de
kookstand.
Power-functie
Deze functie maakt meer vermogen
beschikbaar voor de inductiekookzones.
De functie kan voor een beperkte tijdsduur
voor uitsluitend de inductiekookzone
11
worden geactiveerd. Daarna wordt de
inductiekookzone automatisch
teruggeschakeld naar de hoogste
kookstand.
Zie het hoofdstuk 'Technische
informatie'.
Om de functie voor een kookzone in te
schakelen: raak het einde van de
bedieningsbalk rechts aan. gaat aan.
De functie uitschakelen: wijzig de
kookstand.
Perfect-Heat
Deze functie laat u een warmtestand
instellen om het koken gemakkelijk te
maken. De kookplaat behoudt tijdens het
koken automatisch de geselecteerde
temperatuur. Als de warmtestand eenmaal
is ingesteld, is er geen handmatige
temperatuurwijziging meer nodig.
Met deze functie kunt u koken zonder
bovenmatige warmte te gebruiken. Het
belooft perfecte bereidings- en
bakresultaten. Sensors meten de warmte
van de pan gedurende het kookproces. Dit
garandeert dat het vermogen
voortdurende wordt gecontroleerd en dat
de juiste temperatuur gehandhaafd blijft.
U kunt de functie voor de
kookzone links vooraan van de
kookplaat, gemarkeerd met het
symbool instellen.
LET OP! Gebruik dun metalen
kookgerei uitsluitend op de
lage en middelhoge
warmtestanden om
oververhitting en schade van
het kookgerei te voorkomen.
De functie inschakelen:
1. Plaats een lege pan op de Perfect-
Heat-kookzone. Gebruik geen deksel
bij het gebruik van de functie.
2. Druk op . Het lampje boven het
symbool gaat aan. De warmtestand is
ingesteld op .
3. Stel de meest geschikte warmtestand
in voor het voedsel dat u wilt koken,
van niveau 1 tot en met 9. Raadpleeg
de tabel in "Aanwijzingen en tips". De
lampjes boven het symbool gaan
langzaam knipperen. De zone is bezig
met opwarmen.
4. Wacht totdat de pan de door u
ingestelde temperatuur bereikt. Er
klinkt een signaal. Alle lampjes boven
het symbool zijn aan.
5. Als de kookzone de geselecteerde
temperatuur heeft bereikt, kunt u
voedsel toevoegen. Dit voorkomt dat
het voedsel oververhit raakt en dat
vloeistoffen overkoken.
De functie uitschakelen:
Tik op 0 van de kookzone links vooraan of
raak aan.
Timer
Timer met aftelfunctie
U kunt deze functie gebruiken om in te
stellen hoe lang de kookzone moet
werken voor een kooksessie.
Stel eerst de warmtestand voor de
kookzone in en dan de functie.
Kookzone instellen:raak
meerdere malen aan tot het lampje van de
gewenste kookzone brandt.
De functie inschakelen: raak van de
timer aan om de tijd in te stellen (00 - 99
minuten). Als het lampje van de kookzone
langzaam gaat knipperen, wordt de tijd
afgeteld.
Resterende tijd weergeven:selecteer de
kookzone met . Het indicatielampje
van de kookzone gaat sneller knipperen.
Op het display wordt de resterende tijd
weergegeven.
Om het juiste tijdstip van de dag te
wijzigen:selecteer de kookzone met
. Raak of aan.
De functie uitschakelen: stel de
kookzone in met en raak aan.
12
De resterende tijd telt af naar 00. Het
indicatielampje van de kookzone gaat uit.
Als de tijd verstreken is, klinkt
er een geluidssignaal en
knippert 00. De kookzone
wordt uitgeschakeld.
Het geluidssignaal stopzetten: raak
aan.
CountUp-timer (De timer met
optelfunctie)
Gebruik deze functie om in de gaten te
houden hoe lang de kookzone werkt.
Kookzone instellen:raak
meerdere malen aan tot het lampje van de
gewenste kookzone brandt.
De functie inschakelen: raak van de
timer aan. gaat aan. Als het lampje van
de kookzone langzaam knippert, wordt de
tijd opgeteld. De display schakelt tussen
en getelde tijd (minuten).
Om in de gaten te houden hoe lang de
kookzone werkt:selecteer de kookzone
met . Het indicatielampje van de
kookzone gaat sneller knipperen. De
display geeft aan hoe lang de zone werkt.
De functie uitschakelen:stel de
kookzone in met
en raak of
aan. Het indicatielampje van de kookzone
gaat uit.
Kookwekker
U kunt deze functie gebruiken als
kookwekker terwijl de kookplaat is
ingeschakeld en de kookzones niet
werken. De warmtestand op het display
toont .
De functie inschakelen: raak
aan. Raak of van de timer aan om
de tijd in te stellen. Als de tijd verstreken
is, klinkt er een geluidssignaal en knippert
00.
Het geluidssignaal stopzetten: raak
aan.
De functie heeft geen invloed
op de werking van de
kookzones.
Pause
Deze functie stelt alle kookzones die in
werking zijn in op de laagste kookstand.
Als de functie in werking is, zijn alle
andere symbolen op de
bedieningspanelen vergrendeld.
De functie stopt de timerfunctie niet.
Raak
aan om de functie in te
schakelen.
gaat aan.De warmte-instelling wordt
verlaagd naar 1.
Voor het uitschakelen van de functie raakt
u aan. De voorgaande warmte-
instelling gaat aan.
Blokkering
U kunt het bedieningspaneel vergrendelen
terwijl de kookzones in werking zijn.
Hiermee wordt voorkomen dat de
kookstand per ongeluk wordt veranderd.
Stel eerst de kookstand in.
Om de functie in te schakelen: raak
aan. gaat gedurende 4 seconden aan.
De timer blijft aan.
Om de functie uit te schakelen: raak
aan. De vorige kookstand gaat aan.
Als u de kookplaat uitzet, stopt
u deze functie ook.
Kinderbeveiliging van de
kookplaat
Deze functie voorkomt dat de kookplaat
onbedoeld wordt gebruikt.
Om de functie in te schakelen: schakel
de kookplaat in met . Stel geen
kookstand in. Raak 4 seconden aan.
gaat aan. Schakel de kookplaat uit met
.
13
Om de functie uit te schakelen: schakel
de kookplaat in met . Stel geen
kookstand in. Raak 4 seconden aan.
gaat aan. Schakel de kookplaat uit met
.
De functie gedurende één kooksessie
onderdrukken: zet de kookplaat aan met
. gaat aan. Raak 4 seconden
aan. Stel de kookstand in binnen 10
seconden. U kunt de kookplaat bedienen.
Als u de kookplaat uitschakelt met ,
treedt de functie weer in werking.
In-/uitschakeling geluid (De
geluiden in- en uitschakelen)
Schakel de kookplaat uit. Raak 3
seconden aan. Het display gaat aan en
uit. Raak 3 seconden aan. of
gaat branden. Raak aan om één van
het volgende te kiezen:
- de signalen zijn uit
- de signalen zijn aan
Om uw keuze te bevestigen moet u
wachten tot de kookplaat automatisch
uitschakelt.
Als de functie op
staat, kunt u de
geluiden alleen horen als:
u aanraakt
Kookwekker naar beneden komt
Timer met aftelfunctie naar beneden
komt
u iets op het bedieningspaneel plaatst.
Stroombeperking
Aanvankelijk staat de kookplaat op zijn
hoogste vermogensstand.
Verlagen of verhogen van de
vermogensstand:
1. Schakel de kookplaat uit.
2. Raak
3 seconden aan. Het display
gaat aan en uit.
3. Raak 3 seconden aan. of
gaat branden.
4. Raak aan. P 72 gaat aan.
5. Raak / van de timer aan om de
vermogensstand in te stellen.
Vermogensniveaus
Zie het hoofdstuk 'Technische informatie'.
P 72 — 7200 W
P 15 — 1500 W
P 20 — 2000 W
P 25 — 2500 W
P 30 — 3000 W
P 35 — 3500 W
P 40 — 4000 W
P 45 — 4500 W
P 50 — 5000 W
P 60 — 6000 W
LET OP! Zorg ervoor dat de
gekozen stand past binnen de
zekeringenkast van uw
thuisinstallatie.
Eco-Logic
De kookzones zijn gegroepeerd
volgens locatie en aantal fasen van de
kookplaat. Zie afbeelding.
Elke fase heeft een maximale
elektriciteitslading van 3600 W.
De functie verdeelt het vermogen
tussen de kookzones aangesloten op
dezelfde fase.
De functie wordt geactiveerd als de
totale elektriciteitslading van de
kookzones aangesloten op een enkele
fase de 3600 W overschrijdt.
De functie verlaagt het vermogen naar
de andere kookzones aangesloten op
dezelfde fase.
De laatst geselecteerde warmte-
instelling heeft voorrang. Hierdoor kan
de warmte-instelling van de andere
zones automatisch afnemen. De vorige
warmte-instelling en de nieuwe die
door de functie is aangepast, wisselen
elkaar op het display 60 seconden af.
Als u de Stroombeperking-functie instelt
op 6,0 kW of lager, wordt het vermogen
van de kookplaat verdeelt tussen alle
kookzones.
14
Als u de Stroombeperking-functie instelt
boven de 6,0 kW, wordt het vermogen van
de kookplaat verdeelt tussen twee
kookzones als paar.
Auto-Vent
Het is een geavanceerde automatische
functie die de kookplaat op een speciale
Auto-Vent-kap aansluit. Zowel de
kookplaat als de afzuigkap heeft een
infraroodontvanger. De snelheid van de
ventilator wordt automatisch bepaald op
basis van de modusinstelling en de
temperatuur van de heetste pan op de
kookplaat. U kunt de ventilator van de
kookplaat handmatig bedienen.
Voor de meeste afzuigkappen
wordt het
afstandsbedieningssysteem
uitgeschakeld. Inschakelen
voordat u de functie gebruikt.
Zie voor meer informatie de
gebruikershandleiding van de
afzuigkap.
De functie automatisch bedienen
Stel de automatische modus in op H1 –
H6 om de functie automatisch te
bedienen. De kookplaat wordt
oorspronkelijk ingesteld op H5.De
afzuigkap reageert als u de kookplaat in
gebruik neemt. De kookplaat herkent de
temperatuur van de pannen automatisch
en stelt de snelheid van de ventilator erop
af.
Automatische modi
Auto‐
mati‐
sche
ver‐
lich‐
ting
Ko‐
ken
1)
Bak‐
ken
2)
Modus
H0
Uit Uit Uit
Modus
H1
Aan Uit Uit
Modus
H2
3)
Aan Ventila‐
torsnel‐
heid 1
Ventila‐
torsnel‐
heid 1
Modus
H3
Aan Uit Ventila‐
torsnel‐
heid 1
Modus
H4
Aan Ventila‐
torsnel‐
heid 1
Ventila‐
torsnel‐
heid 1
Modus
H5
Aan Ventila‐
torsnel‐
heid 1
Ventila‐
torsnel‐
heid 2
Modus
H6
Aan Ventila‐
torsnel‐
heid 2
Ventila‐
torsnel‐
heid 3
1)
De kookplaat detecteert het kookproces en activeert
de ventilatorsnelheid overeenkomstig de automatische
modus.
2)
De kookplaat detecteert het bakproces en activeert
de ventilatorsnelheid overeenkomstig de automatische
modus.
3)
Deze modus activeert de ventilator en de verlichting
en reageert niet op de temperatuur.
15
De automatische modus veranderen
1. Schakel het apparaat uit.
2. Raak 3 seconden aan. Het display
gaat aan en uit.
3. Raak 3 seconden aan.
4. Raak een paar keer aan tot
aan gaat.
5. Raak van de timer aan om een
automatische modus te selecteren.
Schakel de automatische
modus van de functie uit om de
kookplaat direct te bedienen op
het kookplaatpaneel.
Als u stopt met koken en de
kookplaat uitschakelt, kan de
ventilator nog even blijven
werken. Daarna schakelt het
systeem de ventilator
automatisch uit en wordt
voorkomen dat u de ventilator
per ongeluk de komende 30
seconden activeert.
De ventilatorsnelheid handmatig
bedienen
U kunt de functie ook handmatig
bedienen. Raak daartoe
aan als de
kookplaat actief is. Dit schakelt de
automatische bediening van de functie uit
zodat u de ventilatorsnelheid handmatig
kunt veranderen. Als u op drukt, wordt
de ventilatorsnelheid met één verhoogd.
Als u een intensief niveau bereikt en weer
op drukt, stelt u de ventilatorsnelheid in
op 0 waardoor de afzuigkapventilator
uitschakelt. Om de ventilator weer te
starten met ventilatorsnelheid 1, raakt u
aan.
Schakel de kookplaat uit en
weer aan om de automatische
bediening van de functie te
activeren.
De verlichting activeren
U kunt de kookplaat instellen om de
verlichting automatisch te activeren als u
de kookplaat aan zet. Zet daarvoor de
automatische modus op H1 – H6.
De verlichting van de afzuigkap
gaat uit 2 minuten nadat u de
kookplaat heeft uitgeschakeld.
AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Kookgerei
Bij een inductiekookzone zorgt
een sterk elektromagnetisch
veld ervoor dat het kookgerei
erg snel heet wordt.
Gebruik de inductiekookzones
met geschikte pannen.
Materiaal van het kookgerei
correct: gietijzer, staal, geëmailleerd
staal, roestvrij staal, meerlaagse
bodem (aangemerkt als geschikt door
de fabrikant).
niet correct: aluminium, koper,
messing, glas, keramiek, porselein.
Een pan is geschikt voor een
inductiekookplaat als:
water op de hoogste kookstand binnen
korte tijd wordt verwarmd.
een magneet vast blijft zitten aan de
bodem van het kookgerei.
De bodem van het kookgerei
moet zo dik en vlak mogelijk
zijn.
Zorg ervoor dat bodems
schoon en droog zijn voordat
ze op de kookplaat worden
gezet.
Afmetingen van de pannen
16
Inductiekookzones passen zich tot op
zekere hoogte automatisch aan de
afmeting van het kookgerei aan.
De efficiëntie van de kookzone heeft
betrekking op de diameter van het
kookgerei. Kookgerei met een diameter
die kleiner is dan het minimum, ontvangt
slechts een deel van het vermogen dat
door de kookzone wordt gegenereerd.
Raadpleeg "Technische
gegevens".
Lawaai tijdens gebruik
Als u dit hoort:
krakend geluid: de pan is gemaakt van
verschillende materialen (sandwich-
constructie).
fluitend geluid: bij gebruik van de
kookzone met een hoge kookstand en
als de pan is gemaakt van
verschillende materialen (sandwich-
constructie).
zoemen: als u hoge kookstanden
gebruikt.
klikken: er treedt elektrische schakeling
op.
sissen, zoemen: de ventilator werkt.
Deze geluiden zijn normaal en hebben
niets met een defect van de kookplaat
te maken.
Eco-Off (Eco-timer)
Om energie te besparen schakelt het
verwarmingselement van de kookzone
eerder uit dan het signaal van de timer
met aftelfunctie klinkt. Het verschil in
werkingstijd hangt af van het niveau van
de kookstand en de tijd dat u kookt.
Voorbeelden van
kooktoepassingen
De correlatie tussen de kookstand en het
stroomverbruik van de kookzone is niet
lineair. Wanneer u de kookstand verhoogt,
is dit niet proportioneel met de toename in
stroomverbruik van de kookzone. Het
betekent dat een kookzone op de medium
kookstand minder dan de helft van het
vermogen gebruikt.
De gegevens in de volgende
tabel dienen slechts als
richtlijn.
Kookstand Gebruik om: Tijd
(min)
Tips
- 1
Bereide gerechten warmhou‐
den.
zoals
nodig
Een deksel op het kookgerei
doen.
1 - 3 Hollandaisesaus, smelten: bo‐
ter, chocolade, gelatine.
5 - 25 Van tijd tot tijd mengen.
1 - 3 Stollen: luchtige omeletten, ge‐
bakken eieren.
10 -
40
Met deksel bereiden.
3 - 5 Zachtjes aan de kook brengen
van rijst en gerechten op melk‐
basis, reeds bereide gerechten
opwarmen.
25 -
50
Voeg minimaal twee keer zo
veel vocht toe als rijst en roer
gerechten op melkbasis hal‐
verwege de procedure door.
5 - 7 Stomen van groenten, vis en
vlees.
20 -
45
Voeg een paar eetlepels vocht
toe.
7 - 9 Aardappelen stomen. 20 -
60
Gebruik max. ¼ l water voor
750 g aardappelen.
17
Kookstand Gebruik om: Tijd
(min)
Tips
7 - 9 Bereiden van grotere hoeveel‐
heden voedsel, stoofschotels
en soepen.
60 -
150
Tot 3 l vloeistof plus ingrediën‐
ten
9 - 12 Lichtjes braden: kalfsoester,
cordon bleu van kalfsvlees, ko‐
teletten, rissoles, worstjes, le‐
ver, roux, eieren, pannenkoe‐
ken, donuts.
zoals
nodig
Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
12 - 13 Door-en-door gebraden, opge‐
bakken aardappelen, lenden‐
biefstukken, steaks.
5 - 15 Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
14 Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van vlees (gou‐
lash, stoofvlees), frituren van friet.
Aan de kook brengen van grote hoeveelheden water. Power-functie is geac‐
tiveerd.
Praktische tips voor Perfect-
Heat
Voor het behalen van de beste
resultaten met de functie:
Start de functie met een koude
kookplaat (geen handmatige
opwarming van het kookgerei vereist).
Gebruik roestvrijstalen kookgerei met
een dikke bodem.
Gebruik geen kookgerei met opdruk in
het midden van de bodem.
Voorbeelden van kooktoepassingen
voor de functie
De gegevens in de tabellen zijn
voorbeelden van voedsel voor elke
warmtestand. De hoeveelheid, dikte,
kwaliteit en temperatuur (bijv. bevrozen)
van het voedsel hebben een invloed op de
juiste warmtestand. Kies de warmtestand
en aanpassingen die geschikt zijn voor uw
kookgewoonten en kookgerei.
Eieren Warmtestand
Omelet, gebakken eieren 1 - 3
Roerei 4 - 6
Vis Warmtestand
Visfilet, vissticks, schaal- en schelpdieren 4 - 6
Vlees Warmtestand
Kotelet, kipfilet, kalkoenfilet 1 - 3
Hamburger, gehaktbal 2 - 4
18
Vlees Warmtestand
Schnitzel, filet, biefstuk medium / doorbak‐
ken, gebakken worsten, gehakt
4 - 6
Steak saignant 7 - 9
Groenten Warmtestand
Patat, ongebakken 1 - 3
Aardappelkoek 4 - 6
Groenten 4 - 6
Pannen van verschillende
afmetingen vereisen
verschillende
opwarmingstijden. Zware
pannen slaan meer warmte op
de lichte pannen, maar het
opwarmen ervan duurt langer.
Juiste pannen voor de functie
Perfect-Heat
Gebruik alleen pannen met een vlakke
bodem. Controleer of de pan geschikt is:
1. Draai de pan om.
2. Leg een lineaal op de bodem van de
pan.
3. Probeer om een muntje van 1, 2 of 5
eurocent (of met een muntje van
dezelfde dikte) tussen de lineaal en de
bodem van de pan te steken.
a. De pan is niet geschikt als u het
muntstuk tussen de lineaal en de
pan kunt steken.
b. De pan is niet geschikt als u het
muntstuk tussen de lineaal en de
pan kunt steken.
Praktische tips voor Auto-Vent
Als u de kookplaat bedient met de functie:
Bescherm het afzuigkappaneel tegen
direct zonlicht.
Breng geen halogeenverlichting aan in
het afzuigkappaneel.
Dek het bedieningspaneel van de
afzuigkap niet af.
Onderbreek het signaal tussen de
kookplaat en de afzuigkap niet
(bijvoorbeeld met een hand of een
handgreep van een pan). Zie de
afbeelding.
De afzuigkap in de afbeelding is
slechts een voorbeeld.
19
Andere op afstand bediende
apparaten kunnen het signaal
hinderen. Gebruik geen op
afstand bedienbare apparaten
op het moment dat u de functie
op de kookplaat gebruikt.
Afzuigkappen met de Auto-Vent functie
Zie de consumentenwebsite voor de
volledige reeks afzuigkappen die met
deze functie werken.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Algemene informatie
Maak de kookplaat na ieder gebruik
schoon.
Gebruik altijd kookgerei met een
schone bodem.
Krassen of donkere vlekken op de
oppervlakte hebben geen invloed op de
werking van de kookplaat.
Gebruik een specifiek
schoonmaakmiddel voor het oppervlak
van de kookplaat.
Gebruik een speciale schraper voor de
glazen plaat.
De kookplaat schoonmaken
Verwijder direct: gesmolten plastic,
gesmolten folie, suiker en
suikerhoudende gerechten. Anders kan
het vuil de kookplaat beschadigen. Doe
voorzichtig om brandwonden te
voorkomen. Plaats de speciale
schraper schuin op de glazen plaat en
verwijder resten door het blad over het
oppervlak te schuiven.
Verwijder nadat de kookplaat
voldoende is afgekoeld: kalk- en
waterkringen, vetspatten en
metaalachtig glanzende verkleuringen.
Reinig de kookplaat met een vochtige
doek en een beetje niet-schurend
reinigingsmiddel. Droog de kookplaat
na reiniging af met een zachte doek.
Verkleuring glanzende metalen
verwijderen: reinig het glazen
oppervlak met een doek en een
oplossing van water met azijn.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
20
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72

Smeg SI7844B Manuale utente

Tipo
Manuale utente

in altre lingue