Electrolux LIT81443 Manuale utente

Categoria
Piani cottura
Tipo
Manuale utente
LIT81443
Gebruiksaanwijzing
Kookplaat
NL 2
User Manual
Hob
EN 23
Notice d'utilisation
Table de cuisson
FR 42
Benutzerinformation
Kochfeld
DE 63
Istruzioni per l’uso
Piano cottura
IT 85
Manual de instrucciones
Placa de cocción
ES 106
electrolux.com/register
WIJ DENKEN AAN JOU
Bedankt voor je aankoop van een Electrolux-apparaat. Je hebt voor een product gekozen
dat decennia aan professionele ervaring en innovatie met zich meebrengt. Ingenieus en
stijlvol en ontworpen met jou in het achterhoofd. Dus wanneer je het gebruikt, kan je erop
rekenen dat je telkens weer geweldige resultaten krijgt.
Welkom bij Electrolux.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, service- en reparatie-
informatie:
www.electrolux.com/support
Registreer je product voor een betere service:
www.registerelectrolux.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor je apparaat:
www.electrolux.com/shop
KLANTENSERVICE EN SERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met onze erkende servicedienst, zorg er dan voor dat u de
volgende gegevens tot uw beschikking hebt: Model, PNC, serienummer.
De informatie vindt u op het typeplaatje.
Waarschuwingen en veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE............................................................................................2
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN...................................................................................5
3. INSTALLATIE..................................................................................................................7
4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT.......................................................................... 9
5. DAGELIJKS GEBRUIK................................................................................................. 11
6. AANWIJZINGEN EN TIPS............................................................................................ 15
7. ONDERHOUD EN REINIGING.....................................................................................18
8. PROBLEEMOPLOSSING............................................................................................. 18
9. TECHNISCHE GEGEVENS..........................................................................................20
10. ENERGIEZUINIGHEID............................................................................................... 21
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie
en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor verwondingen of schade die voortvloeit
2 NEDERLANDS
uit de onjuiste installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de
instructies altijd op een veilige, toegankelijke plek voor
toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar
en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke,
zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan
ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of
instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van
het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met zware
en complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt van het
apparaat te worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder
toezicht staan.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij voortdurend
onder toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te worden
gehouden.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en
verwijder ze op gepaste wijze.
WAARSCHUWING: Houd kinderen en huisdieren uit de
buurt van het apparaat als het in werking is of afkoelt.
Makkelijk toegankelijke onderdelen worden heet tijdens
gebruik.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient dit te
worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
1.2 Algemene veiligheid
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient te
voorkomen de verwarmingselementen aan te raken.
WAARSCHUWING: Onbewaakt koken op een fornuis met
vet of olie kan gevaarlijk zijn en tot brand leiden.
NEDERLANDS 3
Probeer NOOIT om een brand te blussen met water.
Schakel het apparaat uit en bedek dan de vlam, bv. met
een deksel of een vuurdeken.
LET OP: Het apparaat mag niet van stroom worden
voorzien door een extern schakelapparaat, zoals een
tijdklok, of aangesloten worden op een circuit dat door het
elektriciteitsbedrijf regelmatig aan en uit wordt geschakeld.
LET OP: Het kookproces moet bewaakt worden. Een kort
kookproces moet voortdurend bewaakt worden.
WAARSCHUWING: Brandgevaar: Bewaar geen
voorwerpen op de kookplaten.
Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden geplaatst,
aangezien ze heet kunnen worden.
Gebruik het apparaat niet voordat u het in de ingebouwde
structuur installeert.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te
maken.
Schakel het kookplaatelement uit na elk gebruik met de
bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de pandetector.
Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten is,
schakel het apparaat dan uit en trek de stekker uit het
stopcontact. In het geval het apparaat direct op de stroom is
aangesloten met een aansluitdoos, verwijdert u de zekering
om het apparaat van de stroom te halen. Neem in beide
gevallen contact op met de erkende servicedienst.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon
deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te
voorkomen.
WAARSCHUWING: Gebruik alleen kookplaatbeschermers
die door de fabrikant van het kookapparaat zijn ontworpen
of door de fabrikant van het apparaat in de
gebruiksinstructies als geschikt zijn aangegeven of
kookplaatbeschermers die in het apparaat zijn
4 NEDERLANDS
geïntegreerd. Het gebruik van ongeschikte
kookplaatbeschermers kan ongelukken veroorzaken.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Installatie
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of schade
aan het apparaat.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Volg de installatie-instructies die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten
schoeisel.
Dicht de oppervlakken af met kit om te
voorkomen dat ze gaan opzetten door
vocht.
Bescherm de bodem van het apparaat
tegen stoom en vocht.
Installeer het apparaat niet naast een
deur of onder een raam. Dit voorkomt dat
heet kookgerei van het apparaat valt als
de deur of het raam wordt geopend.
Elk apparaat heeft koelventilatoren op de
bodem.
Als het apparaat gemonteerd wordt boven
een lade:
Leg geen kleine dingen of papier
dewelke kunnen binnengezogen
worden, omdat ze de koelventilatoren
kunnen beschadigen of het
koelsysteem kunnen belemmeren.
Houd een minimumafstand van 2 cm
tussen de bodem van het apparaat en
de zaken die u in de lade bewaart.
Verwijder de afscheidingspanelen die in
de kast onder het apparaat zijn
geïnstalleerd.
2.2 Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd elektromonteur
worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden aangesloten op
een geaard stopcontact.
Verzeker u ervan dat de stekker uit het
stopcontact is getrokken, voordat u welke
werkzaamheden dan ook uitvoert.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de netstroom.
Zorg ervoor dat het apparaat correct is
geïnstalleerd. Losse en onjuiste
stroomkabels of stekkers (indien van
toepassing) kunnen ervoor zorgen dat de
contactklem te heet wordt.
Gebruik de juiste stroomkabel.
Voorkom dat de stroomkabels verstrikt
raken.
Zorg ervoor dat er een schokbescherming
wordt geïnstalleerd.
Gebruik het klem om spanning op het
snoer te voorkomen.
Zorg ervoor dat de stroomkabel of stekker
(indien van toepassing) het hete apparaat
of heet kookgerei niet aanraakt als u het
apparaat op de nabijgelegen
contactdozen aansluit.
Gebruik geen adapters met meerdere
stekkers en verlengkabels.
Zorg dat u de hoofdstekker (indien van
toepassing) of kabel niet beschadigt.
Neem contact op met onze service-
afdeling of een elektromonteur om een
beschadigde hoofdkabel te vervangen.
De schokbescherming van delen onder
stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n
manier worden bevestigd dat het niet
zonder gereedschap kan worden
verplaatst.
NEDERLANDS 5
Steek de stekker pas in het stopcontact
als de installatie is voltooid. Zorg ervoor
dat het netsnoer na installatie bereikbaar
is.
Als het stopcontact los zit, mag u de
stekker niet in het stopcontact steken.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd aan
de stekker.
Gebruik enkel correcte
isolatievoorzieningen:
stroomonderbrekers, zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de houder
worden verwijderd), aardlekschakelaars
en contactgevers.
De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor het
apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een contactopening
hebben met een minimale breedte van 3
mm.
2.3 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel,
brandwonden of elektrische
schokken.
Verwijder voor gebruik (indien van
toepassing) de verpakking, labels en
beschermfolie.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor
huishoudelijk gebruik.
De specificatie van dit apparaat niet
wijzigen.
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen
niet geblokkeerd zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik niet
onbeheerd achter.
Zet de kookzone op "uit" na elk gebruik.
Vertrouw niet alleen op de pandetector.
Leg geen bestek of pannendeksels op de
kookzones. Deze kunnen heet worden.
Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
Het apparaat mag niet worden gebruikt
als werkblad of aanrecht.
Sluit het apparaat direct af van de
stroomtoevoer als het oppervlak van het
apparaat gebroken is. Dit om elektrische
schokken te voorkomen.
Gebruikers met een pacemaker moeten
een afstand van minimaal 30 cm bewaren
van de inductiekookzones als het
apparaat in werking is.
Als u eten in de hete olie doet, kan het
spatten.
WAARSCHUWING!
Risico op brand en explosie
Wanneer ze verwarmd worden, kunnen
vetten en oliën ontvlambare dampen
afgeven. Houd vlammen of verwarmde
voorwerpen uit de buurt van vet en olie
als u hiermee kookt.
De dampen die hete olie afgeeft kunnen
spontane ontbranding veroorzaken.
Gebruikte olie die voedselresten bevat
kan brand veroorzaken bij een lagere
temperatuur dan olie die voor de eerste
keer wordt gebruikt.
Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door ontvlambare
producten in, bij of op het apparaat.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het
apparaat.
Zet geen heet kookgerei op het
bedieningspaneel.
Leg geen hete deksel op het glazen
oppervlak van de kookplaat.
Laat kookgerei niet droogkoken.
Laat geen voorwerpen of kookgerei op het
apparaat vallen. Het oppervlak kan
beschadigen.
Activeer de kookzones niet met lege
pannen of zonder pannen erop.
Geen aluminiumfolie op het apparaat
leggen.
Pannen van gietijzer, aluminium of met
beschadigde bodems kunnen krassen
veroorzaken in het glas / glaskeramiek. Til
deze voorwerpen altijd op als u ze moet
verplaatsen op het kookoppervlak.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd om
mee te koken. Het mag niet worden
gebruikt voor andere doeleinden, zoals
het verwarmen van een kamer.
6 NEDERLANDS
2.4 Onderhoud en reiniging
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
Schakel het apparaat uit en laat het
afkoelen voordat u het schoonmaakt.
Gebruik geen waterstralen en stoom om
het apparaat te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een
vochtige zachte doek. Gebruik alleen
neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik
geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
2.5 Service
Neem contact op met de erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat. Gebruik alleen originele
reserveonderdelen.
Met betrekking tot de lamp(en) in dit
product en reservelampen die afzonderlijk
worden verkocht: Deze lampen zijn
bedoeld om bestand te zijn tegen extreme
fysieke omstandigheden in huishoudelijke
apparaten, zoals temperatuur, trillingen,
vochtigheid, of zijn bedoeld om informatie
te geven over de operationele status van
het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor
gebruik in andere toepassingen en zijn
niet geschikt voor verlichting in
huishoudelijke ruimten.
2.6 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
Neem contact met uw plaatselijke
overheid voor informatie m.b.t. correcte
afvalverwerking van het apparaat.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af
en gooi het weg.
3. INSTALLATIE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
3.1 Voor montage
Voordat u de kookplaat installeert, dient u de
onderstaande informatie van het typeplaatje
te noteren. Het typeplaatje bevindt zich
onderop de kookplaat.
Serienummer ...........................
3.2 Ingebouwde kookplaten
Inbouwkookplaten mogen alleen worden
gebruikt nadat zij ingebouwd zijn in geschikte
inbouwunits of werkbladen die aan de
normen voldoen.
3.3 Aansluitkabel
De kookplaat wordt geleverd met een
aansluitkabel.
Vervang het beschadigde stroomsnoer
uitsluitend met een kabel van de
reserveonderdelen. Neem contact op met
een erkende klantenservice bij u in de
buurt.
WAARSCHUWING!
Alle elektrische aansluitingen
moeten worden uitgevoerd door
een gekwalificeerde elektricien.
LET OP!
Boor of soldeer de
draaduiteinden niet. Het is
verboden.
LET OP!
Sluit de kabel niet aan zonder de
huls voor het kabeluiteinde.
Tweefasige aansluiting
1. Verwijder de huls voor het kabeluiteinde
van de zwarte en bruine draden.
2. Verwijder de isolatie van de bruine en
zwarte kabeluiteinden.
3. Breng een nieuwe huls van 1,5 mm² aan
op elke kabeluiteinde (speciaal
gereedschap vereist).
NEDERLANDS 7
Dwarsdoorsnede van kabel
N
L1
N
L
230V~ 400V 2~N
L2
Eenfasige aansluiting - 230 V~ Tweefasige aansluiting - 400 V 2 ~ N
Groen - geel Groen - geel
N Blauw en blauw Blauw en blauw N
L Zwart en bruin Zwart L1
Bruin L2
3.4 Montage
Als u de kookplaat onder een kap monteert,
moet u de montage-instructies van de
dampkap raadplegen om de minimale
afstand tussen de apparaten te weten te
komen.
min.
50mm
min.
500mm
Als het apparaat boven een lade
geïnstalleerd is, dan kan tijdens het koken de
ventilatie van de kookplaat de items die in de
lade geplaatst zijn verwarmen.
www.youtube.com/electrolux
www.youtube.com/aeg
How to install your Electrolux
Induction Hob - Worktop installation
8 NEDERLANDS
4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
4.1 Indeling kookoppervlak
210 mm210 mm
210 mm210 mm
2 11
11
1
Inductiekookzone
2
Bedieningspaneel
4.2 Bedieningspaneel lay-out
6 742 3
8
1
11 910
5
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en geluiden
tonen welke functies worden gebruikt.
Tip‐
toets
Functie Opmerking
1
AAN/UIT De kookplaat in- en uitschakelen.
2
Blokkering / Kinderbeveiligingsin‐
richting
Het bedieningspaneel vergrendelen/ontgrendelen.
3
Pauzeren De functie in- en uitschakelen.
4
- Kookstanddisplay De kookstand weergeven.
5
- Timerindicatie voor de kookzones Geeft aan voor welke zone u de tijd instelt.
6
- Timerdisplay De tijd in minuten weergeven.
7
Hob²Hood De handmatige modus van functie in- en uitschakelen.
NEDERLANDS 9
Tip‐
toets
Functie Opmerking
8
- Om de kookzone te selecteren.
9
/
- De tijd verlengen of verkorten.
10
PowerBoost Het inschakelen van de functie.
11
- Bedieningsstrip Het instellen van de kookstand.
4.3 Kookstanddisplays
Scherm Beschrijving
De kookzone is uitgeschakeld.
-
De kookzone wordt gebruikt.
Pauzeren werkt.
Automatisch opwarmen werkt.
PowerBoost werkt.
+ cijfer
Er is een storing.
/ /
OptiHeat Control (3-staps restwarmte-indicator): doorgaan met koken / warmhoud‐
stand / restwarmte.
Blokkering / Kinderbeveiligingsinrichting werkt.
Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen kookgerei op de kookzone ge‐
plaatst.
Automatische uitschakeling werkt.
4.4 OptiHeat Control (3-staps
restwarmte-indicator)
WAARSCHUWING!
/ / Er bestaat
verbrandingsgevaar door
restwarmte.
De aanduidingen tonen het niveau van de
restwarmte voor de kookzones die u
momenteel gebruikt. De aanduidingen
kunnen ook aangaan voor de nabijgelegen
kookzones, zelfs als u deze niet gebruikt.
De inductiekookzones creëren de voor het
kookproces benodigde warmte direct in de
bodem van de pan. Het glaskeramiek wordt
verwarmd door de warmte van de pannen.
10 NEDERLANDS
5. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
5.1 In- of uitschakelen
Raak 1 seconde aan om de kookplaat in–
of uit te schakelen.
5.2 Automatische uitschakeling
De functie schakelt de kookplaat
automatisch uit als:
alle kookzones zijn uitgeschakeld,
u de kookstand niet instelt nadat u de
kookplaat hebt ingeschakeld,
u iets hebt gemorst of iets langer dan 10
seconden op het bedieningspaneel hebt
gelegd (een pan, doek, etc.). Er klinkt een
geluidssignaal en de kookplaat wordt
uitgeschakeld. Verwijder het voorwerp of
reinig het bedieningspaneel.
De kookplaat te heet wordt (bijvoorbeeld
als een steelpan droog kookt). De
kookzone moet afgekoeld zijn voordat u
de kookplaat weer kunt gebruiken.
u ongeschikte pannen gebruikt. Het
symbool gaat branden en na 2
minuten schakelt de kookzone
automatisch uit.
u een kookzone niet uitschakelt of de
kookstand verandert. Na een tijdje gaat
aan en schakelt de kookplaat uit.
De verhouding tussen kookstand en de
tijd waarna de kookplaat uitschakelt:
Warmte-instelling De kookplaat wordt
uitgeschakeld na
, 1 - 3
6 uur
4 - 7 5 uur
8 - 9 4 uur
10 - 14 1,5 uur
5.3 De kookstand
Voor het instellen of wijzigen van de
kookstand:
Raak de bedieningsstrip aan bij de juiste
kookstand of beweeg uw vinger langs de
bedieningsstrip totdat u de jusite kookstand
heeft bereikt.
5.4 Automatisch opwarmen
Activeer deze functie om in een kortere tijd
een gewenste kookstand te krijgen. Als het
aan staat, werkt de zone in het begin op de
hoogste kookstand en gaat daarna verder
met koken op de gewenste kookstand.
Om de functie in werking te
stellen moet de kookzone koud
zijn.
Om de functie voor een kookzone in te
schakelen: raak aan ( gaat aan). Raak
meteen de gewenste kookstand aan. Na 3
seconden gaat
branden.
De functie uitschakelen: wijzig de
kookstand.
5.5 PowerBoost
Deze functie maakt meer vermogen
beschikbaar voor de inductiekookzones. De
functie kan voor een beperkte tijdsduur voor
uitsluitend de inductiekookzone worden
geactiveerd. Daarna wordt de
inductiekookzone automatisch
teruggeschakeld naar de hoogste kookstand.
Zie het hoofdstuk 'Technische
gegevens'.
Om de functie voor een kookzone in te
schakelen: raak aan. gaat aan.
NEDERLANDS 11
De functie uitschakelen: wijzig de
kookstand.
5.6 Timer
Timer met aftelfunctie
U kunt deze functie gebruiken om de lengte
van één kooksessie in te stellen.
Stel eerst de warmtestand voor de kookzone
in en dan de functie.
Om de kookzone in te stellen: tik
herhaaldelijk op
totdat het lampje van een
kookzone verschijnt.
Om de functie te activeren: tik op van
de timer om de tijd in te stellen (00 - 99
minuten). Als het lampje van de kookzone
gaat knipperen, wordt de tijd afgeteld.
Om de resterende tijd te zien: tik op om
de kookzone in te stellen. Het indicatielampje
van de kookzone begint te knipperen. Op het
display wordt de resterende tijd
weergegeven.
Om de tijd te wijzigen: tik op
om de
kookzone in te stellen. Tik op
of .
Om de functie te deactiveren: tik op om
de kookzone in te stellen en tik vervolgens
op
. De resterende tijd telt terug tot 00. Het
indicatielampje van de kookzone verdwijnt.
Als de aftelling beëindigd is,
klinkt er een geluidssignaal en
knippert 00. De kookzone wordt
uitgeschakeld.
Om de functie te stoppen: tik op .
CountUp Timer
Gebruik deze functie om in de gaten te
houden hoe lang de kookzone werkt.
Om de kookzone in te stellen: tik
herhaaldelijk op totdat het lampje van een
kookzone verschijnt.
Om de functie te activeren: tik op van
de timer. verschijnt. Als het lampje van de
kookzone gaat knipperen, wordt de tijd
opgeteld. Het display schakelt tussen en
de getelde tijd (in minuten).
Om in de gaten te houden hoelang de
kookzone werkt: tik op om de kookzone
in te stellen. Het indicatielampje van de
kookzone begint te knipperen. De display
geeft aan hoe lang de zone werkt.
Om de functie te deactiveren: tik op en
tik vervolgens op
of . Het
indicatielampje van de kookzone verdwijnt.
Kookwekker
U kunt deze functie gebruiken wanneer de
kookplaat is ingeschakeld maar de
kookzones niet werken. De warmtestand op
het display toont .
Om de functie te activeren: tik op en tik
vervolgens op
of van de timer om de
tijd in te stellen. Als de tijd verstreken is,
klinkt er een geluidssignaal en knippert 00.
Om de functie te stoppen: tik op .
De functie heeft geen invloed op
de werking van de kookzones.
5.7 Pauzeren
Deze functie stelt alle kookzones die werken
in op de laagste warmtestand.
Als de functie in werking is, zijn alle andere
symbolen op de bedieningspanelen
vergrendeld.
De functie stopt de timerfunctie niet.
Tik op
om de functie in te schakelen.
gaat aan.De warmte-instelling wordt
verlaagd naar 1.
Voor het uitschakelen van de functie raakt
u
aan. De voorgaande warmteinstelling
gaat aan.
5.8 Blokkering
U kunt het bedieningspaneel vergrendelen
terwijl de kookzones in werking zijn. Hiermee
wordt voorkomen dat de kookstand per
ongeluk wordt veranderd.
Stel eerst de kookstand in.
12 NEDERLANDS
De functie inschakelen: raak aan.
gaat gedurende 4 seconden aan. De timer
blijft aan.
De functie uitschakelen: Raak aan. De
vorige kookstand gaat aan.
Als u de kookplaat uitzet, stopt u
deze functie ook.
5.9 Kinderbeveiligingsinrichting
Deze functie voorkomt dat de kookplaat
onbedoeld wordt gebruikt.
Om de functie te activeren: activeer de
kookplaat met
. Stel geen warmteinstelling
in. Raak 4 seconden aan. gaat aan.
Schakel de kookplaat uit met .
Om de functie te deactiveren: activeer de
kookplaat met . Stel geen warmteinstelling
in. Raak 4 seconden aan. gaat aan.
Schakel de kookplaat uit met
.
Om de functie voor slechts één
kooksessie te onderdrukken: activeer de
kookplaat met
. gaat aan. Raak 4
seconden aan. Stel de kookstand in binnen
10 seconden. U kunt de kookplaat bedienen.
Als u de kookplaat uitschakelt met
, treedt
de functie weer in werking.
5.10 OffSound Control (De geluiden
in- en uitschakelen)
Schakel de kookplaat uit. Raak 3
seconden aan. Het display gaat aan en uit.
Raak 3 seconden aan. of gaat
branden. Raak van de timer aan om één
van het volgende te kiezen:
- de signalen zijn uit
- de signalen zijn aan
Om uw keuze te bevestigen moet u wachten
tot de kookplaat automatisch uitschakelt.
Als de functie op staat, kunt u de geluiden
alleen horen als:
u aanraakt
Kookwekker naar beneden komt
Timer met aftelfunctie naar beneden komt
u iets op het bedieningspaneel plaatst.
5.11 Energiebeperking
Aanvankelijk staat de kookplaat op zijn
hoogste vermogensstand.
Verlagen of verhogen van de
vermogensstand:
1. Schakel de kookplaat uit.
2. Raak
3 seconden aan. Het display
gaat aan en uit.
3. Raak 3 seconden aan. of gaat
branden.
4. Tik op . P72 gaat branden.
5. Raak / van de timer aan om de
vermogensstand in te stellen.
Vermogensniveaus
Zie het hoofdstuk 'Technische gegevens'.
P72 — 7200 W
P15 — 1500 W
P20 — 2000 W
P25 — 2500 W
P30 — 3000 W
P35 — 3500 W
P40 — 4000 W
P45 — 4500 W
P50 — 5000 W
P60 — 6000 W
LET OP!
Zorg ervoor dat het gekozen
vermogen aansluit op de
zekeringenkast in huis.
5.12 Stroommanagement
De kookzones zijn gegroepeerd volgens
locatie en aantal fasen van de kookplaat.
Zie afbeelding.
Elke fase heeft een maximale
elektriciteitslading van 3600 W.
De functie verdeelt het vermogen tussen
de kookzones aangesloten op dezelfde
fase.
De functie wordt geactiveerd als de totale
elektriciteitslading van de kookzones
aangesloten op een enkele fase de 3600
W overschrijdt.
NEDERLANDS 13
De functie verlaagt het vermogen naar de
andere kookzones aangesloten op
dezelfde fase.
De weergave van de warmte-instelling
van de verlaagde zones wisselt af tussen
de gekozen warmte-instelling en de
verlaagde warmte-instelling. Na enige tijd
blijft de weergave van de warmte-
instelling van de verlaagde zones op de
verlaagde warmtestand staan.
Stroommanagement met
Energiebeperking
Als u de Energiebeperking-functie instelt op
6000 W of minder, wordt het vermogen van
de kookplaat verdeeld tussen alle
kookzones.
Als u de Energiebeperking-functie instelt op
meer dan 6000 W, wordt het vermogen van
de kookplaat verdeeld tussen de linker- en
rechterkant.
5.13 Hob²Hood
Het is een geavanceerde automatische
functie die de kookplaat op een speciale
afzuigkap aansluit. Zowel de kookplaat als de
afzuigkap heeft een infraroodontvanger. De
snelheid van de ventilator wordt automatisch
bepaald op basis van de modusinstelling en
de temperatuur van de heetste pan op de
kookplaat. U kunt de ventilator van de
kookplaat handmatig bedienen.
Voor de meeste afzuigkappen
wordt het
afstandsbedieningssysteem
uitgeschakeld. Inschakelen
voordat u de functie gebruikt. Zie
voor meer informatie de
gebruikershandleiding van de
afzuigkap.
De functie automatisch bedienen
Stel de automatische modus in op H1 – H6
om de functie automatisch te bedienen. De
kookplaat wordt oorspronkelijk ingesteld op
H5.De afzuigkap reageert als u de kookplaat
in gebruik neemt. De kookplaat herkent de
temperatuur van de pannen automatisch en
stelt de snelheid van de ventilator erop af.
Automatische modi
Automa‐
tische
verlich‐
ting
Koken
1)
Bakken
2)
Modus H0 Uit Uit Uit
Modus H1 Aan Uit Uit
Modus
H2
3)
Aan Ventilator‐
snelheid 1
Ventilator‐
snelheid 1
Modus H3 Aan Uit Ventilator‐
snelheid 1
Modus H4 Aan Ventilator‐
snelheid 1
Ventilator‐
snelheid 1
Modus H5 Aan Ventilator‐
snelheid 1
Ventilator‐
snelheid 2
14 NEDERLANDS
Automa‐
tische
verlich‐
ting
Koken
1)
Bakken
2)
Modus H6 Aan Ventilator‐
snelheid 2
Ventilator‐
snelheid 3
1)
De kookplaat detecteert het kookproces en
activeert de ventilatorsnelheid overeenkomstig
de automatische modus.
2)
De kookplaat detecteert het bakproces en ac‐
tiveert de ventilatorsnelheid overeenkomstig de
automatische modus.
3)
Deze modus activeert de ventilator en de ver‐
lichting en reageert niet op de temperatuur.
De automatische modus veranderen
1. Schakel het apparaat uit.
2. Raak 3 seconden aan. Het display
gaat aan en uit.
3. Raak
3 seconden aan.
4. Raak een paar keer aan tot aan
gaat.
5. Raak van de timer aan om een
automatische modus te selecteren.
Schakel de automatische modus
van de functie uit om de
kookplaat direct te bedienen op
het kookplaatpaneel.
Als u stopt met koken en de
kookplaat uitschakelt, kan de
ventilator nog even blijven
werken. Daarna schakelt het
systeem de ventilator
automatisch uit en wordt
voorkomen dat u de ventilator
per ongeluk de komende 30
seconden activeert.
De ventilatorsnelheid handmatig bedienen
U kunt de functie ook handmatig bedienen.
Raak daartoe aan als de kookplaat actief
is. Dit schakelt de automatische bediening
van de functie uit zodat u de
ventilatorsnelheid handmatig kunt
veranderen. Als u op drukt, wordt de
ventilatorsnelheid met één verhoogd. Als u
een intensief niveau bereikt en weer op
drukt, stelt u de ventilatorsnelheid in op 0
waardoor de afzuigkapventilator uitschakelt.
Om de ventilator weer te starten met
ventilatorsnelheid 1, raakt u aan.
Schakel de kookplaat uit en
weer aan om de automatische
bediening van de functie te
activeren.
De verlichting activeren
U kunt de kookplaat instellen om de
verlichting automatisch te activeren als u de
kookplaat aan zet. Zet daarvoor de
automatische modus op H1 – H6.
De verlichting van de afzuigkap
gaat uit 2 minuten nadat u de
kookplaat heeft uitgeschakeld.
6. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6.1 Pannen
Voor inductiekookzones creëert
een sterk elektromagnetisch veld
de hitte in de pannen zeer snel.
NEDERLANDS 15
Gebruik de inductiekookzones met geschikte
pannen.
De bodem van de pannen moet zo dik en
vlak mogelijk zijn.
Zorg ervoor dat bodems schoon en droog
zijn voordat de pannen op de kookplaat
worden gezet.
Schuif of wrijf de pan niet over het
keramische glas, om krassen te
voorkomen.
Panmaterialen
goed: gietijzer, staal, geëmailleerd staal,
roestvrij staal, meerlaagse bodem
(aangemerkt als geschikt door de
fabrikant).
niet goed: aluminium, koper, messing,
glas, keramiek, porselein.
Een pan is geschikt voor een
inductiekookplaat als:
water op de hoogste kookstand binnen
korte tijd wordt verwarmd,
een magneet op de onderkant van het
kookgerei plakt.
Afmetingen van pannen
Inductiekookzones passen zich tot op
zekere hoogte automatisch aan de
afmetingen van pannen aan.
De efficiëntie van de kookzone hangt
samen met de diameter van de pan.
Pannen met een diameter kleiner dan het
minimum ontvangen slechts een deel van
het vermogen dat door de kookzone wordt
gegenereerd.
Gebruik zowel om veiligheidsredenen als
voor optimale kookresultaten geen
pannen groter dan aangegeven in de
kookzonespecificaties. Zorg ervoor dat
pannen tijdens het koken niet dicht bij het
bedieningspaneel blijven. Dit kan invloed
hebben op de werking van het
bedieningspaneel of onbedoeld de
kookplaatfuncties activeren.
Raadpleeg de technische
gegevens.
6.2 Lawaai tijdens gebruik
Als u dit hoort:
kraakgeluid: de pan is gemaakt van
verschillende materialen (een sandwich-
constructie).
fluitend geluid: bij gebruik van een
kookzone met een hoge kookstand en als
het kookgerei is gemaakt van
verschillende materialen (een sandwich-
constructie).
zoemend geluid: als u hoge kookstanden
gebruikt.
klikken: er treedt elektrische schakeling
op.
sissend, brommend: de ventilator werkt.
Deze geluiden zijn normaal en hebben
niets met een defect te maken.
6.3 Öko Timer (Eco-timer)
Om energie te besparen schakelt het
verwarmingselement van de kookzone
eerder uit dan het signaal van de timer met
aftelfunctie klinkt. Het verschil in werkingstijd
hangt af van het niveau van de kookstand en
de tijd dat u kookt.
6.4 Voorbeelden van
kooktoepassingen
De correlatie tussen de kookstand en het
stroomverbruik van de kookzone is niet
lineair. Wanneer u de kookstand verhoogt, is
dit niet proportioneel met de toename in
stroomverbruik van de kookzone. Het
betekent dat een kookzone op de medium
kookstand minder dan de helft van het
vermogen gebruikt.
De gegevens in de volgende
tabel dienen slechts als richtlijn.
16 NEDERLANDS
Warmte-instel‐
ling
Gebruik om: Tijd
(min)
Tips
- 1
Bereide gerechten warmhouden. zoals no‐
dig
Een deksel op het kookgerei doen.
1 - 3 Hollandaisesaus, smelten: boter, cho‐
colade, gelatine.
5 - 25 Van tijd tot tijd mengen.
1 - 3 Stollen: luchtige omeletten, gebakken
eieren.
10 - 40 Met deksel bereiden.
3 - 5 Zachtjes aan de kook brengen van rijst
en gerechten op melkbasis, reeds be‐
reide gerechten opwarmen.
25 - 50 Voeg minimaal twee keer zo veel
vocht toe als rijst en roer gerechten op
melkbasis halverwege de procedure
door.
5 - 7 Stomen van groenten, vis en vlees. 20 - 45 Voeg een paar eetlepels vocht toe.
7 - 9 Aardappelen stomen. 20 - 60 Gebruik max. ¼ l water voor 750 g
aardappelen.
7 - 9 Bereiden van grotere hoeveelheden
voedsel, stoofschotels en soepen.
60 - 150 Tot 3 l vloeistof plus ingrediënten.
9 - 12 Lichtjes braden: kalfsoester, cordon
bleu van kalfsvlees, koteletten, risso‐
les, worstjes, lever, roux, eieren, pan‐
nenkoeken, donuts.
zoals no‐
dig
Halverwege de bereidingstijd omdraai‐
en.
12 - 13 Door-en-door gebraden, opgebakken
aardappelen, lendenbiefstukken,
steaks.
5 - 15 Halverwege de bereidingstijd omdraai‐
en.
14 Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van vlees (goulash, stoofvlees),
frituren van friet.
Aan de kook brengen van grote hoeveelheden water. PowerBoost is geactiveerd.
6.5 Praktische tips voor Hob²Hood
Als u de kookplaat bedient met de functie:
Bescherm het afzuigkappaneel tegen
direct zonlicht.
Breng geen halogeenverlichting aan in het
afzuigkappaneel.
Dek het bedieningspaneel van de
afzuigkap niet af.
Onderbreek het signaal tussen de
kookplaat en de afzuigkap niet
(bijvoorbeeld met een hand, een
handgreep van een pan of een grote pan).
Zie de afbeelding.
De afzuigkap in de afbeelding is slechts
een voorbeeld.
NEDERLANDS 17
Andere op afstand bediende
apparaten kunnen het signaal
hinderen. Gebruik dergelijke
apparaten niet in de buurt van
de kookplaat terwijl Hob²Hood
ingeschakeld is.
Afzuigkappen met de Hob²Hood functie
Zie de consumentenwebsite voor de
volledige reeks afzuigkappen die met deze
functie werken. De Electrolux-afzuigkappen
die met deze functie werken moeten het
symbool hebben.
7. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
7.1 Algemene informatie
Maak de kookplaat na ieder gebruik
schoon.
Gebruik altijd kookgerei met een schone
bodem.
Krassen of donkere vlekken op de
oppervlakte hebben geen invloed op de
werking van de kookplaat.
Gebruik een specifiek schoonmaakmiddel
voor het oppervlak van de kookplaat.
Gebruik een speciale schraper voor de
glazen plaat.
7.2 De kookplaat schoonmaken
Verwijder direct: gesmolten kunststof,
plastic folie, suiker en suikerhoudend
voedsel, anders kan dit schade aan de
kookplaat veroorzaken. Doe voorzichtig
om brandwonden te voorkomen. Gebruik
de speciale schraper op de glazen plaat
en verwijder resten door het blad over het
oppervlak te schuiven.
Verwijder nadat de kookplaat
voldoende is afgekoeld: kalk- en
waterkringen, vetspatten en metaalachtig
glanzende verkleuringen. Reinig de
kookplaat met een vochtige doek en een
beetje niet-schurend reinigingsmiddel.
Droog de kookplaat na reiniging af met
een zachte doek.
Verkleuring glanzende metalen
verwijderen: reinig het glazen oppervlak
met een doek en een oplossing van water
met azijn.
8. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
8.1 Wat moet u doen als ...
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
U kunt de kookplaat niet inscha‐
kelen of bedienen.
De kookplaat is niet aangesloten op
een stopcontact of niet goed geïn‐
stalleerd.
Controleer of de kookplaat goed aan‐
gesloten is op het lichtnet.
18 NEDERLANDS
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De zekering is doorgeslagen. Verzeker u ervan dat de zekering de
oorzaak van de storing is. Als de zeke‐
ringen keer op keer doorslaan, neemt
u contact op met een erkende installa‐
teur.
Stel gedurende 10 seconden geen
kookstand in.
Schakel de kookplaat opnieuw in en
stel de kookstand binnen 10 seconden
in.
U hebt 2 of meer sensorvelden tege‐
lijkertijd aangeraakt.
Raak slechts één sensorveld aan.
Pauzeren werkt. Raadpleeg "Dagelijks gebruik".
Water of vetvlekken op het bedie‐
ningspaneel.
Reinig het bedieningspaneel.
Er klinkt een geluidssignaal en de
kookplaat wordt uitgeschakeld.
Als de kookplaat wordt uitge‐
schakeld, klinkt er een geluids‐
signaal.
U hebt iets op een of meer sensor‐
velden geplaatst.
Verwijder het voorwerp van de sensor‐
velden.
De kookplaat wordt uitgescha‐
keld.
U hebt iets op het sensorveld ge‐
plaatst .
Verwijder het voorwerp van het sen‐
sorveld.
De restwarmte-indicator gaat niet
aan.
De zone is niet heet omdat deze
slechts kortstondig is gebruikt, of de
sensor is beschadigd.
Als de zone voldoende lang gebruikt is
om heet te zijn, neemt u contact op
met een erkende servicedienst.
Hob²Hood werkt niet. U hebt het bedieningspaneel afge‐
dekt.
Verwijder het voorwerp van het bedie‐
ningspaneel.
U maakt gebruik van een hele hoge
pan die het signaal blokkeert.
Gebruik een kleinere pan, verander
van kookzone of bedien de afzuigkap
handmatig.
Automatisch opwarmen werkt
niet.
De zone is heet. Laat de zone voldoende afkoelen.
De hoogste kookstand is ingesteld. De hoogste kookstand heeft hetzelfde
vermogen als de functie.
De kookstand schakelt tussen
twee niveaus.
Stroommanagement werkt. Raadpleeg "Dagelijks gebruik".
De sensorvelden worden heet. De pan is te groot of u plaatst deze
te dicht bij de bedieningsknoppen.
Plaats grotere pannen indien mogelijk
op de achterste kookzones.
Er klinkt geen geluidsignaal wan‐
neer u de tiptoetsen van het be‐
dieningspaneel aanraakt.
De signalen zijn uit. Schakel de geluiden in. Raadpleeg
"Dagelijks gebruik".
gaat aan.
Kinderbeveiligingsinrichting of Blok‐
kering werkt.
Raadpleeg "Dagelijks gebruik".
gaat aan.
Er staat geen pan op de zone. Plaats een pan op de zone.
De pan is niet geschikt. Gebruik geschikte pannen. Zie 'Aan‐
wijzingen en tips'.
NEDERLANDS 19
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De diameter van de bodem van de
pan is te klein voor de zone.
Gebruik pannen met de juiste afmetin‐
gen. Raadpleeg de technische gege‐
vens.
en een getal gaan branden.
Er is een fout opgetreden in de
kookplaat.
Schakel de kookplaat uit en schakel
deze na 30 seconden weer in. Indien
opnieuw wordt weergegeven, trekt
u de stekker van de kookplaat uit het
stopcontact. Steek de stekker van de
kookplaat er na 30 seconden weer in.
Als het probleem zich blijft voordoen,
neemt u contact op met een erkende
servicedienst.
U kunt een constant piepgeluid
horen.
De elektrische aansluiting is ver‐
keerd.
Trek de stekker van de kookplaat uit
het stopcontact. Laat de installatie
controleren door een erkende elektri‐
cien.
8.2 Als u het probleem niet kunt
oplossen...
Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen,
neem dan contact op met uw verkoper of de
serviceafdeling. Zie voor deze gegevens het
typeplaatje. Geef ook de driecijferige code
voor het glaskeramiek (bevindt zich op de
hoek van het glazen oppervlak) en de
foutmelding die wordt weergegeven.
Verzeker u ervan dat u de kookplaat correct
gebruikt heeft. Bij onjuist gebruik van het
apparaat wordt het bezoek van de
onderhoudstechnicus van de klantenservice
of de vakhandelaar in rekening gebracht,
zelfs tijdens de garantieperiode. De
instructies over het service center en de
garantiebepalingen vindt u in het
garantieboekje.
9. TECHNISCHE GEGEVENS
9.1 Typeplaatje
Model LIT81443 PNC-productnummer 949 596 772 00
Type 62 D4A 01 AD 220-240 V/400 V 2N 50-60 Hz
Inductie 7.2 kW Gemaakt in Duitsland
Serienr. ................ 7.2 kW
ELECTROLUX
9.2 Specificatie kookzones
Kookzone Nominaal ver‐
mogen (max
warmte-instel‐
ling) [W]
PowerBoost [W] PowerBoost
maximale duur
[min]
Diameter van het
kookgerei [mm]
Linksvoor 2300 3200 10 125 - 210
20 NEDERLANDS
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128

Electrolux LIT81443 Manuale utente

Categoria
Piani cottura
Tipo
Manuale utente