Enraf-Nonius CD-ROM Endolaser 120 Manuale utente

Tipo
Manuale utente
Pagina 1 van 46 NL109-1633750-40 IFU
Endolaser 120
NL109-1633750-40 IFU
16 December 2019
Gebruiksaanwijzing
Pagina 2 van 46 NL109-1633750-40 IFU
Inhoudsopgave
1 Introductie ......................................................................................................................................................... 3
2 Symbolen ........................................................................................................................................................... 6
3 Apparaatcomponenten ................................................................................................................................. 8
4 Inhoud van de verpakking ........................................................................................................................ 10
5 Installatie ......................................................................................................................................................... 11
6 Beoogd gebruik en beoogd gebruiker ................................................................................................ 14
7 Indicaties ......................................................................................................................................................... 15
8 Contra-indicaties .......................................................................................................................................... 16
9 Voorzorgsmaatregelen .............................................................................................................................. 17
10 Bediening ........................................................................................................................................................ 20
11 Toepassingsinformatie ............................................................................................................................... 34
12 Onderhoud en verhelpen van verstoringen ....................................................................................... 38
13 Specificaties .................................................................................................................................................... 41
14 Contact ............................................................................................................................................................. 44
15 Productaansprakelijkheid .......................................................................................................................... 44
Pagina 3 van 46 NL109-1633750-40 IFU
1 Introductie
Voorwoord
Dank u voor de aanschaf van de Endolaser 120.
De Endolaser 120, ontworpen en geproduceerd door Enraf-Nonius B.V., biedt een nieuwe dimensie
in low level lasertherapie (LLLT), mogelijk gemaakt door geavanceerd hard- en software ontwerp.
Het resultaat is een apparaat met een buitengewone veelzijdigheid, gebaseerd op eenvoud van
bediening.
Het is belangrijk dat u de volgende instructies eerst zorgvuldig doorleest, voor juist en
veilig gebruik van het apparaat. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor
de gevolgen als dit apparaat gebruikt wordt voor andere doeleinden dan beschreven in
de gebruiksaanwijzing.
Apparaatbeschrijving
De Endolaser 120 is een instrument voor low level lasertherapie met verschillende golflengtes. Het
instrument is voorzien van een full-colour aanraakscherm in een behuizing van PC-ABS kunststof.
De gebruiksvriendelijke interface beschikt over vooraf ingestelde klinische protocollen, parameters
die handmatig kunnen worden ingesteld, en favorieten die kunnen worden aangemaakt en
opgeslagen voor later gebruik.
De Endolaser 120 kan worden gebruikt met vier verschillende typen laserprobes:
LP100P (905 nm, 100 mW gepulseerde enkele laserprobe)
LP500C (808 nm, 500 mW continue enkele laserprobe)
CP4X100C (808 nm, 4x100 mW continue clusterlaserprobe)
CP4X400C (808 nm, 4x400 mW continue clusterlaserprobe)
De applicators leveren 808 of 905 nm laserlicht, afhankelijk van het type. Afhankelijk van het
behandelgebied zijn er enkele-diode- en clusterapplicators beschikbaar. De 905 nm GaAs (Gallium-
Arsenide) laserprobe geeft pulsen af in nanoseconden, met een gemiddeld vermogen van 100 mW
en een piekvermogen tot 100 W per diode. Het gevolg is een hogere concentratie lichtenergie, of
fotondichtheid op weefseldiepte, zonder het risico op weefselverbranding. De 905 nm GaAs
pulserende laser is het meest veelzijdig voor diepliggende structuren (gewrichten, wervels, rug
[spieren]), terwijl de 808 nm GaAlAs (Gallium-Aluminium-Arsenide) continue laser beter geschikt is
voor wondgenezing en weefselherstel.
De Endolaser 120 herkent automatisch welke sonde wordt aangesloten. De gebruiker kan twee
laserprobes op het instrument aansluiten. Zo hoeft u niet eerst een laserprobe los te koppelen
voordat u een andere laserprobe aansluit. Er is slechts één kanaal per keer actief. Elke applicator kan
worden beheerd in het lasermenu en in combinatie met de trigger op de laserprobe.
De Endolaser 120 is ontworpen met het oog op veiligheid. Het instrument beschikt over
ontgrendeling met een sleutelcode, een remote interlock-systeem, een noodstopknop en een
beschermingsbril.
Pagina 4 van 46 NL109-1633750-40 IFU
Ontwerp van het apparaat
Dit instrument beschikt over:
Laserprobe(s)
(Slimme) houder voor laserprobe
Richtlampje
Lasertrigger op de laserprobe
Ingebouwde elektronica in de laserprobe
Ergonomisch ontwerp
Lcd-aanraakscherm
Werkingsprincipe
De Endolaser 120 levert low-level lasertherapie (LLLT) via een diodelaser op netstroom voor
verschillende klinische toepassingen, zoals pijnbestrijding, genezing van
wonden/letsels/aandoeningen van de gewrichten en bindweefsel, en acupunctuur zonder naalden.
Het bestaat uit een elektronische bedieningseenheid met een aangesloten applicator waarmee
laserlicht met infrarode frequenties (808 nm en 905 nm) wordt gegenereerd. Het instrument is
bestemd voor gebruik door een zorgprofessional in een klinische omgeving.
In de wetenschappelijke literatuur worden vier
bewezen effecten beschreven:
Biostimulatie/weefselregeneratie
Vermindering van ontsteking
Pijnbestrijding
Verhoogde immuunfunctie/antimicrobieel
Een belangrijke manier waarop lasertherapie
energie toevoegt, is via fotonabsorptie door
mitochondriën. Deze kleine organellen, die de
‘krachtpatsers’ van de cel worden genoemd,
komen in de meeste planten en dieren voor. Mitochondriën kunnen laserlicht absorberen,
waardoor een reeks reacties wordt geactiveerd om de cellulaire energie te verhogen en op te slaan
in de vorm van adenosinetrifosfaat (ATP).
Door de energie in deze beschikbare vorm te verhogen, kan laserlicht de biologische functie van
cellen, weefsel en systemen sterk stimuleren en zelfs de vitale energie van een persoon verhogen.
Lasertherapie stimuleert de regeneratie van botten, bloed, vaatwanden, kraakbeen, haarcellen in het
slakkenhuis, centrale en perifere zenuwen en spieren. Daarnaast verbetert het de kwaliteit van
genezen weefsel. Lasertherapie kan een ideale behandeling zijn. Niet alleen kunnen veel medische
aandoeningen effectief worden aangepakt, het zorgt ook voor verbetering van de gezondheid en
welzijn door verschillende biologische markers.
Pagina 5 van 46 NL109-1633750-40 IFU
Gebruiksmethode
De Endolaser 120 levert consistent laserlicht aan de patiënt. Het type laserlicht is afhankelijk van de
laserdiode. Er zijn vier verschillende sondetypes (enkel/cluster en een golflengte van 808 nm/905
nm).
Bij navigatie naar het behandelscherm worden de parameters geïnitialiseerd naar de
fabriekswaarden of ingesteld op waarden volgens een klinisch protocol of opgeslagen favorieten.
De standaard parameterwaarden zijn afhankelijk van de lasersonde. Het instrument herkent de
aangesloten lasersonde automatisch.
De behandelparameters zijn gebaseerd op de definitie van de behandeldosis:
Behandeldosis
D = I x t (joule/cm2) I=Vermogensdichtheid (watt/cm2), t=tijd (sec)
I = P / A (watt/cm2) P=Vermogen (watt), A=Oppervlakte (cm2)
In de modus Clinical Protocols (Klinische protocollen) zijn alle parameters vooraf ingesteld.
In de modus Manual Operation (Handmatige bediening) kan de behandeldosis direct worden
ingesteld in de gebruikersinterface door de parameters te selecteren. Er zijn twee bedieningsmodi
beschikbaar.
1) Punten (cm2)
2) Milliwatt
In de modus Points (cm2) (Punten [cm2]) kunnen het aantal behandelpunten (berekend per cm2) en
joule per punt worden ingesteld. De bedieningstijd wordt automatisch berekend. In deze
bedieningsmodus klinkt er een piep en pauzeert de sonde als het tijd is om naar het volgende punt
te gaan.
In de modus milliwatt kunnen de tijd en dosis worden ingesteld. Vervolgens wordt de totale dosis
automatisch berekend.
Pagina 6 van 46 NL109-1633750-40 IFU
2 Symbolen
Beschrijving
Volg de instructies in de handleiding.
Het is belangrijk dat u de preventieve veiligheids- en gebruiksinstructies
aandachtig doorleest en toepast.
Algemeen Verbodsteken.
Verbod betekent: "U MAG NIET ..."
Waarschuwing of Let op:
Geeft een gevaarlijke situatie aan welke, indien deze niet voorkomen wordt,
kan leiden tot:
a. Overlijden of ernstig letsel van de patiënt (of)
b. Klein tot middelgroot letsel van de patiënt (of)
c. Schade aan de apparatuur
Algemeen Verplichtsteken.
Verplichte actie betekent: "U moet ..."
Type B toegepast onderdeel dat voldoet aan de gespecificeerde vereisten om
bescherming te bieden tegen elektrische schokken, met name wat betreft
toelaatbare lekstroom van de patiënt en hulpstroom van de patiënt.
Geeft de temperatuurlimieten aan waaraan het medische hulpmiddel veilig kan
worden blootgesteld.
Geeft de luchtvochtigheid aan waaraan het medische hulpmiddel veilig kan
worden blootgesteld.
Geeft de luchtdruk aan waaraan het medische hulpmiddel veilig kan worden
blootgesteld.
Elektronisch afval kan worden hergebruikt.
Geeft de elektrische en elektronische onderdelen van het apparaat aan die
kunnen worden gerecycled en die apart moeten worden afgevoerd.
Zorg dat het apparaat droog blijft.
Naam en adres van fabrikant en de productiedatum.
Referentie- of modelnummer.
Serienummer, gebruikt voor identificatie van het apparaat.
Pagina 7 van 46 NL109-1633750-40 IFU
Het CE-merkteken in combinatie met een nummer geeft aan dat deze in
overeenstemming is met de richtlijn van de Europese Raad aangaande
medische apparatuur en dat dit apparaat/hulpmiddel onder direct toezicht
staat van de aangemelde instantie.
Noodstopknop.
Geeft laser opening aan.
Waarschuwing: laserstraling.
Remote Interlock (Afstandsvergrendeling).
Vermijd directe blootstelling aan de ogen.
Etiket op de laserprobekabel
Tekst op het etiket
Vertaling
Warning
Laser 3B
Avoid exposure to beam
Waarschuwing
Laser 3B
Vermijd blootstelling aan
straal
Invisible laser radiation
Max. Output
Wavelength
Pulse duration
Continuous
Onzichtbare laserstraling
Max. Output
Golflengte
Pulsduur
Continue
Pagina 8 van 46 NL109-1633750-40 IFU
3 Apparaatcomponenten
Onderdelen Beschrijving
Genummerd
Onderdeel
Beschrijving
Doel
[1]
LCD Touch Screen
Kleuren display 4.3” met touchscreen.
Geeft de gebruikersinterface weer waarmee
de operator het apparaat kan bedienen en de
parameters van de behandelingsprotocollen
kan wijzigen.
[2]
Typenummer
Geeft informatie over het apparaat, zoals type
en serienummer, alsmede aansluitgegevens
zoals netspanning en maximaal
stroomverbruik.
[3]
Hoofdschakelaar
Om het apparaat aan of uit te zetten.
Bij uitzetten blijft het display no enige tijd
zichtbaar (energiezuinige methode).
[4]
Connector for netsnoer
Om het apparaat van de elektriciteitsleiding
los te koppelen, trekt u de stekker uit het
stopcontact.
[5]
Laserprobe LED indicator
Geeft status aan van de laserprobe
Groen: Laser ready
Orange: Laser active
[6]
Laserprobe trigger
Activatie/deactivatie van de laser
[7]
Laserprobe
Applicator voor laser therapie
Pagina 9 van 46 NL109-1633750-40 IFU
Onderdelen Beschrijving
Genummerd
Onderdeel
Beschrijving
Doel
[8]
Laseropening clusterdiode
Opening voor laserstraal
[9]
Aansluiting laserprobe houder
Laserprobe houder hier aansluiten
[10]
Remote interlock
Aansluiting op extern remote interlock-
systeem aan de achterkant van de
lasersondehouder
[11]
Noodstop knop
Laserafgifte direct stoppen
[12]
Laserprobe houder
Houder voor de laserprobe
[13]
Aansluiting laserprobe A
Linker laserprobeapplicator hier aansluiten
[14]
Aansluiting laserprobe B
Rechter lasersprobeapplicator hier aansluiten
[15]
Laseropening enkele diode
Opening voor laserstraal
Pagina 10 van 46 NL109-1633750-40 IFU
4 Inhoud van de verpakking
Onderstaande standaardaccessoires zitten in de hoofdverpakking van het apparaat.
Apparaat
Artikelnumber
Omschrijving
1633.901
Endolaser 120 with 1 holder, without Laser Probe
1633.902
Endolaser 120 with 2 holders, without Laser Probe
Standaard accessoires
Artikelnummer
Omschrijving
1633.750
Gebruiksaanwijzing (PDF op CD-ROM)
1633.751
Informatieboekje
3444.820
Laser veiligheidsbril (2 brillen inbegrepen)
3444.357
Netsnoer 250V/2,5A, 2,5 meter zwart
Optionele accessoires
Artikelnummer
Omschrijving
1633.850
Laserprobe Houder
1632.801
LP100P (905 nm, 100 mW gepulseerde enkele laserprobe)
1632.802
LP500C (808 nm, 500 mW continue enkele laserprobe)
1632.803
CP4X100C (808 nm, 4x100 mW continue clusterlaserprobe)
1632.804
CP4X400C (808 nm, 4x400 mW continue clusterlaserprobe)
Bestelinformatie
Kijk voor bestelinformatie, standaardaccessoires en aanvullende accessoires voor de Endolaser 120
op de website www.enraf-nonius.com.
Pagina 11 van 46 NL109-1633750-40 IFU
5 Installatie
Inspectie
Als u transportschade constateert, neem dan contact op met uw leverancier.
Gebruik het apparaat niet!
Een goede luchtcirculatie is essentieel om de opbouw van interne warmte te voorkomen.
Plaats het apparaat niet in de buurt van warmtebronnen, zoals radiatoren of ventilatiekanalen,
en voorkom rechtstreekse blootstelling aan zonlicht.
Het apparaat moet zodanig worden geplaatst dat de warmte kan worden afgegeven aan de
omgeving. Dek de ventilatieopeningen niet af.
Voer de volgende stappen meteen bij het uitpakken van het apparaat uit:
Controleer de leveringsdocumenten om er zeker van te zijn dat de levering compleet is.
Controleer of de verpakking alle artikelen bevat die worden vermeld in de lijst met
standaardtoebehoren (zie hoofdstuk 4 “Inhoud van de verpakking”).
Controleer de externe onderdelen en accessoires op mogelijke schade door transport.
Uitpakken
De Endolaser-apparatuur wordt voor transport verpakt in één verpakking met vulling die speciaal
ontworpen is voor veilig vervoer en veilige opslag.
Plaats de doos op een vlak oppervlak om het instrument uit de verpakking te verwijderen.
Doe de bovenkant van de doos open en verwijder de polystyreenvulling.
Wees voorzichtig bij het verwijderen van de inhoud uit de verpakking.
Aansluiting op het lichtnet
Het gebruik van een andere kabel dan de meegeleverde kabel is strikt verboden, aangezien
deze invloed heeft op de veiligheid van de patiënt en de goede werking van het apparaat.
Controleer voor het aansluiten van het apparaat op het plaatselijke elektriciteitsnet of de op
het identificatieplaatje van het apparaat vermelde netspanning en -frequentie overeenkomen
met die van het plaatselijke elektriciteitsnet.
Gebruik de unit niet als deze niet op de juiste manier geaard is. Zorg ervoor dat het apparaat
elektrisch is geaard door het alleen aan te sluiten op een geaard stopcontact dat voldoet aan
de toepasselijke plaatselijke elektrische voorschriften voor medische omgevingen.
Plaats de unit niet op een plaats waar de stroomkabel er tijdens een behandeling uit kan
worden getrokken of waar men erover kan struikelen.
Sluit de laserprobes zorgvuldig aan. Als de laserprobes geknikt of onjuist worden
vastgemaakt, kan dit leiden tot schade aan de laserprobe en/of aan de patiënt of de bediener
van de laser.
Sluit het apparaat aan op een stopcontact met behulp van de netkabel.
Steek de netkabel in het aansluitpunt [4] en sluit deze aan op een stopcontact.
Sluit de laserprobes aan op de aansluiting [13] of [14] (rode stekker in rode ingang) op de
laserprobehouder.
Ontkoppelen van het lichtnet
Wanneer u klaar bent met de behandeling, schakelt u het apparat uit door de aan-
/uitschakelaar op Uit te zetten.
Haal de netkabel uit de stopcontact.
Koppel de netkabel los van het aansluitpunt [4].
Pagina 12 van 46 NL109-1633750-40 IFU
Remote Interlock (afstandsvergrendeling)
Als u het Remote Interlock circuit wilt installeren, neem dan alleen contact op met
gekwalificeerde technici en geef deze professionals het schema dat voldoet aan de
configuratie van de behandelkamer. Als u het apparaat niet goed installeert, kan dit leiden tot
ernstig oogletsel.
De Endolaser 120 beschikt over een remote interlock op de laserprobe houder. U herkent de
remote interlock aan het symbool:
Voor de remote interlock zit er een DC-stekker op de achterkant van de lasersondehouder. Deze
kan worden aangesloten op een extern remote interlock-systeem. Zonder de remote interlock werkt
het instrument NIET in de gesloten/kortgesloten stand.
Bij bediening met twee sondes moet de bijgeleverde verbindingskabel worden gebruikt om de twee
remote interlocks met elkaar te verbinden.
De remote interlock onderbreekt de stroomtoevoer naar de sondes en kan opnieuw worden gestart
door het instrument uit en weer in te schakelen.
Indien een extern Remote Interlock circuit nodig is, moet een getwist paar worden gebruikt met een
minimale diameter van 0,6 mm, max. 20 m.
Aan de kant van het veiligheidscircuit moet een microschakelaar met één normaal gesloten pad
worden aangebracht.
Dit circuit is een extern veiligheidssysteem: het maakt het mogelijk om lasertherapiebehandelingen
te onderbreken als er een deur wordt geopend in de ruimte waar de behandeling wordt gegeven.
Als de kamer waarin de lasertherapie wordt uitgevoerd slechts één toegangspunt (één deur) heeft,
is de configuratie als volgt:
DC Jack
Reed / Proximity Switch
Pagina 13 van 46 NL109-1633750-40 IFU
Als de kamer waarin de lasertherapie wordt uitgevoerd twee of meer toegangspunten (meerdere
deuren) heeft, is de configuratie als volgt:
Reed / Proximity Switch Reed / Proximity Switch
DC Jack
Pagina 14 van 46 NL109-1633750-40 IFU
6 Beoogd gebruik en beoogd gebruiker
Beoogd gebruik
De Endolaser 120 is een afgiftesysteem voor low-level lasertherapie (LLLT). De behandeling vindt
plaats met een lichtbron die licht genereert van één golflengte. LLLT genereert geen hitte, geluid of
vibratie. De lichtenergie die in het weefsel van de patiënt geabsorbeerd wordt, activeert biologische
veranderingen op celniveau.
Beoogd gebruiker
De Endolaser 120 is bedoeld om te worden gebruikt, en mag uitsluitend worden gebruikt door of
onder toezicht van professionele gebruikers op het gebied van fysieke geneeskunde en revalidatie,
die inzicht hebben in de voordelen en beperkingen van low-level lasertherapie.
Pagina 15 van 46 NL109-1633750-40 IFU
7 Indicaties
De Endolaser 120 kan gebruikt worden voor de onderstaande symptomen of medische aandoeningen:
Indicaties
Huidwonden (open wonden, chronische ulcera, doorligwonden)
Artritis (reumatoïde artritis, osteoartritis)
Acupunctuur en (myofasciale) triggerpunten
Letsel in weke delen (spierscheuren, blauwe plekken, hematoom)
Tendinopathieën
Bestrijding van pijn door verschillende oorzaken:
o Pijn in de nek/onderrug
o Gewrichtspijn
o Neuropathische en neurogene pijn, waaronder herpes/postherpetische neuralgie
TMD-pijn
Carpaletunnelsyndroom
Voorzorgsmaatregelen
Low-level lasertherapie kan met voorzorg worden toegepast:
boven geïnfecteerd weefsel (bijv. geïnfecteerde open wond);
boven de sympathische ganglia, vagus nervus en hartregio bij patiënten met een
hartaandoening;
boven lichtgevoelige gebieden;
bij patiënten met epilepsie;
boven gebieden met verminderde gevoeligheid van de huid;
boven getatoeëerde gebieden.
Ervaren artsen mogen LLLT met zorg (d.w.z. met lagere intensiteit en/of scherper toezicht)
toepassen om de bovengenoemde aandoeningen/gebieden te behandelen.
Tatoeages kunnen meer lichtenergie absorberen en kunnen tot een negatieve huidreactie leiden.
Het wordt aanbevolen een ‘plakproef’ uit te voeren op een klein gebied. Daarnaast wordt
aangeraden de dosis te verminderen tot 50-75% van de aanbevolen dosis bij behandeling op een
getatoeëerd gebied.
Pagina 16 van 46 NL109-1633750-40 IFU
8 Contra-indicaties
The Endolaser 120 MAG NIET worden gebruikt voor de onderstaande symptomen of
medische aandoeningen.
Contra-indicaties
LLLT mag niet worden toegepast op/boven:
de ogen;
de onderrug, buik of bekken tijdens zwangerschap of menstruatie;
gebieden met een bekende of vermeende maligniteit;
bloedend weefsel of personen met onbehandelde bloedingsstoornissen;
gebieden met recentelijk bestraalde weefsels (tot 6 maanden na bestraling);
weefsel dat is geïnfecteerd met tuberculose of andere virulente bacteriën;
personen met verminderde cognitie of communicatie;
gebieden met actieve diepveneuze trombose of tromboflebitis;
personen met lichtgevoeligheidsstoornissen (xeroderma pigmentosum) of systemische lupus
erythematodes;
voortplantingsorganen (testes);
gebieden met een verminderd gevoel;
de schildklier;
het hart of de nervus vagus bij hartpatiënten;
personen met infecties die een verzwakt immuunsysteem hebben;
personen met epilepsie.
Opmerking(en):
1. Metalen en kunststof implantaten en pacemakers zijn niet gecontra-indiceerd en hierbij kan LLLT veilig
worden gebruikt.
2. De vermelde contra-indicaties zijn van toepassing op zowel continue als pulsmodi.
Potentiële negatieve effecten
Lichtgevoeligheidsreacties: in sommige gevallen kunnen patiënten last krijgen van
lichtgevoeligheidsreacties door gebruik van bekende geneesmiddelen. Het is nog onduidelijk
waarom de combinatie van laserbehandeling en deze geneesmiddelen bij sommige patiënten
tot deze reactie leidt. Bij patiënten met allergieën moet de behandeling eerst worden getest
met de minimale behandeltijd.
Apparaten: metalen of kunststof implantaten of pacemakers zijn niet gecontra-indiceerd voor
het gebruik van de laser. De laser kan veilig gebruikt worden bij patiënten met metalen of
kunststof implantaten, op hechtingen en bij patiënten met een pacemaker.
Pagina 17 van 46 NL109-1633750-40 IFU
9 Voorzorgsmaatregelen
Als het gebruik van dit apparaat de oorzaak is van of bijgedragen heeft aan een ongewenst
voorval zoals overlijden of ernstig letsel van de gebruiker, dan MOETEN de fabrikant en de
bevoegde autoriteit van de lidstaat daarvan onmiddellijk op de hoogte worden gesteld!
Gebruik dit apparaat niet in zogenaamde “natte ruimtes” (ruimten voor hydrotherapie).
Let op - Het gebruik van bedieningselementen of aanpassingen of de uitvoering van
procedures die niet in dit document zijn gespecificeerd, kan leiden tot gevaarlijke
stralingsblootstelling.
Er is een risico op vuur en/of explosie als de laser wordt gebruikt in de nabijheid van
brandbare materialen, oplossingen of gassen, of in een met zuurstof verrijkte omgeving.
Bedien de laser niet als de bedekkingen van de openingen zijn verwijderd. Het brandpunt van
de straal kan brandwonden veroorzaken.
Als u transportschade constateert, neem dan contact op met uw leverancier.
Gebruik het apparaat niet!
Een goede luchtcirculatie is essentieel om de opbouw van interne warmte te voorkomen.
Plaats het apparaat niet in de buurt van warmtebronnen, zoals radiatoren of ventilatiekanalen,
en voorkom rechtstreekse blootstelling aan zonlicht.
Het apparaat moet zodanig worden geplaatst dat de warmte kan worden afgegeven aan de
omgeving. Dek de ventilatieopeningen niet af.
Het gebruik van een andere kabel dan de meegeleverde kabel is strikt verboden, aangezien
deze invloed heeft op de veiligheid van de patiënt en de goede werking van het apparaat.
Controleer voor het aansluiten van het apparaat op het plaatselijke elektriciteitsnet of de op
het identificatieplaatje van het apparaat vermelde netspanning en -frequentie overeenkomen
met die van het plaatselijke elektriciteitsnet.
Gebruik de unit niet als deze niet op de juiste manier geaard is. Zorg ervoor dat het apparaat
elektrisch is geaard door het alleen aan te sluiten op een geaard stopcontact dat voldoet aan
de toepasselijke plaatselijke elektrische voorschriften voor medische omgevingen.
Plaats de unit niet op een plaats waar de stroomkabel er tijdens een behandeling uit kan
worden getrokken of waar men erover kan struikelen.
Sluit de laserprobes zorgvuldig aan. Als de laserprobes geknikt of onjuist worden
vastgemaakt, kan dit leiden tot schade aan de laserprobe en/of aan de patiënt of de bediener
van de laser.
Als u het Remote Interlock circuit wilt installeren, neem dan alleen contact op met
gekwalificeerde technici en geef deze professionals het schema dat voldoet aan de
configuratie van de behandelkamer. Als u het apparaat niet goed installeert, kan dit leiden tot
ernstig oogletsel.
Gebruik het apparaat niet na extreme temperatuurschommelingen!
Laat het apparaat niet onbeheerd achter, schakel het altijd uit aan het einde van het gebruik
om gebruik door onbevoegd personeel te voorkomen.
Zorg ervoor dat u de inhoud van deze gebruiksaanwijzing hebt gelezen en begrepen voordat
u met de behandeling begint.
Voordat u met de behandeling begint, dient u zich strikt te houden aan de waarschuwingen
en voorzorgsmaatregelen die in het hoofdstuk Voorzorgsmaatregelen worden vermeld.
Dit apparaat mag alleen worden gebruikt onder de voortdurende supervisie van een arts of
een gediplomeerd behandelaar.
Dit apparaat moet buiten het bereik van kinderen worden gehouden.
De patiënt en het apparaat moeten te allen tijde in het zicht van de therapeut zijn.
Pagina 18 van 46 NL109-1633750-40 IFU
Het aansluiten van andere dan de door de fabrikant gespecificeerde accessoires kan de
veiligheid van de patiënt en het correct functioneren van de apparatuur nadelig beïnvloeden
en is daarom niet toegestaan.
Laserbehandelingen moeten onder strikte controle van de operator worden toegediend aan
patiënten die bij bewustzijn zijn en die in staat zijn tot interactie met de operator als reactie
op door de machine overgedragen spanningen. In geval van niet-naleving van de verstrekte
informatie is Enraf-Nonius B.V. niet verantwoordelijk voor eventuele ongevallen.
Het is de verantwoordelijkheid van de operator om te controleren of de laserkop goed op het
behandelgebied is gericht om emissie van de laser op andere dan de te behandelen plaatsen
te voorkomen.
Richt de laserprobe nooit op delen van het lichaam die gevoelig zijn voor laserstraling,
bijvoorbeeld de ogen.
Kijk tijdens de behandeling nooit in de straal die wordt uitgezonden door de laserprobe of in
de reflectie.
De laserstraling die uit het apparaat komt, is gevaarlijk: gebruik altijd de juiste veiligheidsbril.
Vermijd altijd blootstelling van de ogen aan rechtstreekse of diffuse straling.
Voordat u begint met reinigen, schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact.
Spuit het reinigingsmiddel niet rechtstreeks op het glazen paneel.
Gebruik geen reinigingsmiddelen die sterke alkaliën, loog of zuur bevatten en geen
reinigingsmiddelen die fluoride of ammoniak bevatten.
Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen, deze kunnen het apparaat beschadigen.
Zorg dat er geen vloeistoffen het apparaat of de accessoires kunnen binnendringen terwijl u
bezig bent met reinigen en desinfecteren!
Maak alle aansluitingen en connectoren droog als deze nat zijn geworden voordat u het
apparaat weer gaat gebruiken!
Oplosmiddelen die voor de reiniging en desinfectie worden gebruikt, dienen te worden
toegestaan om te verdampen voordat de laserapparatuur wordt gebruikt.
Mechanische schokken en/of trillingen moeten worden vermeden bij het reinigen van de
ultrageluid applicator!
Laat het apparaat niet vallen.
Het apparaat mag niet worden gebruikt wanneer er mechanische schade wordt opgemerkt.
Dit geldt ook voor beschadigde kabelisolatie.
In het geval dat er een foutmelding of waarschuwing verschijnt, dient u het gebruik van het
apparaat onmiddellijk te stoppen. Schakel het apparaat uit en start het opnieuw op. Indien
het probleem aanhoudt, neem dan contact op met de leverancier of met Enraf-Nonius B.V.
voor service. Foutmeldingen en waarschuwingen duiden op een intern probleem met het
apparaat dat op locatie moet worden getest door een door Enraf-Nonius B.V gecertificeerde
onderhoudsmonteur voordat u het systeem weer kunt bedienen of gebruiken. Een apparaat
dat een fout of een waarschuwing aangeeft, kan mogelijk letsel toebrengen aan de patient,
de gebruiker, of kan mogelijk leiden tot omvangrijke interne schade aan het systeem.
In geval van weergavestoringen of andere duidelijke defecten ontkoppelt u het apparaat
meteen en neemt u contact op met een gecertificeerde onderhoudsmonteur.
Bij het binnendringen van vloeistoffen dient u de stekker uit het stopcontact te halen en het
apparaat door een bevoegd persoon te laten controleren.
Het openen van de apparatuur door onbevoegden is niet toegestaan en beëindigt elke
aanspraak op garantie.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor de resultaten van onderhoud of reparaties door
onbevoegden.
Alleen door Enraf-Nonius B.V. geautoriseerde servicetechnici kunnen deze apparatuur
onderhouden of aanpassen aan de hand van de actuele service-informatie.
Als deze apparatuur wordt aangepast, moeten passende inspecties en tests worden
uitgevoerd om een veilig gebruik van de apparatuur te blijven garanderen.
Pagina 19 van 46 NL109-1633750-40 IFU
Voer geen onderhoud uit op het instrument als het instrument wordt gebruikt of op een
patiënt is aangesloten.
Het apparaat mag niet worden gebruikt direct geplaatst naast, of bovenop andere apparaten.
Als het apparaat moet worden gebruikt direct naast of bovenop andere apparaten, moet het
apparaat worden gecontroleerd om ervoor te zorgen dat het zoals beschreven funktioneert.
Het gebruik van accessoires, zenders en kabels anders dan gespecificeerd of geleverd door de
fabrikant van deze apparatuur kan leiden tot verhoogde elektromagnetische emissies of
verlaagde elektromagnetische immuniteit van dit apparaat, wat kan leiden tot onjuist
functioneren.
Draagbare RF-communicatieapparatuur (met inbegrip van randapparatuur zoals antennekabels
en externe antennes) mag niet minder dan 30 cm verwijderd zijn van enig onderdeel van de
Endolaser 120, inclusief de door de fabrikant gespecificeerde kabels. Anders kunnen de
prestaties van deze apparatuur afnemen.
De Endolaser 120 mag alleen worden gebruikt met de originele netsnoer vermeld op de lijst
inhoud van de verpakking. Bediening van het apparaat met een ander netsnoer kan leiden tot
hogere emissies of verminderde immuniteit van het apparaat.
Pagina 20 van 46 NL109-1633750-40 IFU
10 Bediening
Opzetten
Gebruik het apparaat niet na extreme temperatuurschommelingen!
Veelgebruikte functies
Het selecteren van de knoppen Klinische Protocollen, Favorieten en Handmatige Bediening in het
aanraakscherm.
Aanzetten
Laat het apparaat niet onbeheerd achter, schakel het altijd uit aan het einde van het gebruik
om gebruik door onbevoegd personeel te voorkomen.
Optioneel: Sluit de Remote Interlock connector aan op het aansluitpunt
Schakel het apparaat in door op de aan/uit-knop aan de achterkant van het apparaat te
drukken.
Na het inschakelen wordt het apparaat geïnitialiseerd en verschijnt er een welkomstscherm
terwijl het apparaat een zelftest uitvoert.
Aan het einde van de zelftest komt het apparaat in het toegangscodescherm.
Sleutelcode
De Endolaser 120 moet worden beschermd tegen
ongeautoriseerd gebruik door de toegangscode
van de gebruiker in te voeren om het apparaat te
ontgrendelen.
Het instrument is beschermd met een
toegangscode. Deze code wordt door de
gebruiker ingesteld en biedt toegang tot de
grafische gebruikersinterface. Zonder de
toegangscodecode kan het apparaat niet worden
bediend.
Voer de toegangscode in om het apparaat te
ontgrendelen.
De standaardcode is 1234. De standaardcode kan
worden gewijzigd in het instellingenmenu.
Na ontgrendeling van het apparaat wordt het
Hoofdmenu weergegeven. Het apparaat is gereed
voor gebruik.
Als het apparaat lange tijd niet actief is geweest,
verschijnt het scherm voor de toegangscode
opnieuw. Ontgrendel het scherm via de code om
door te gaan.
Opmerking: Als u de door de gebruiker ingestelde
toegangscode bent vergeten, kunt u de
herstelcode 102030661 gebruiken om te
herstellen naar de standaardcode 1234.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276

Enraf-Nonius CD-ROM Endolaser 120 Manuale utente

Tipo
Manuale utente