NEDERLANDS
8
3.2 Algemene veiligheids-
voorschriften
Houdt u zich bij gebruik van dit ap-
paraat aan de volgende veiligheids-
voorschriften om gevaar voor perso-
nen of materiële schade te
voorkomen.
Houdt u zich aan de bijzondere vei-
ligheidsvoorschriften in de betref-
fende hoofdstukken.
Houdt u zich eventueel aan de wet-
telijke richtlijnen of ongevalpreven-
tievoorschriften inzake de omgang
met afkortzagen.
AAlgemeen gevaar!
Houd uw werkplek op orde – een
onordelijke werkplek kan ongevallen
tot gevolg hebben.
Wees aandachtig. Let op wat u
doet. Ga verstandig te werk. Ge-
bruik de machine niet wanneer u
niet geconcentreerd bent.
Houd rekening met omgevingsin-
vloeden. Zorg voor goede verlich-
ting.
Zorg voor een goede lichaamshou-
ding. Zorg ervoor dat u op een ste-
vige ondergrond staat en let er
vooral op dat u altijd goed in even-
wicht bent.
Gebruik het apparaat niet in de na-
bijheid van ontvlambare vloeistof-
fen of gassen.
Het apparaat mag alleen ingescha-
keld en gebruikt worden door perso-
nen die vertrouwd zijn met afkortza-
gen en de gevaren bij de omgang
ermee.
Personen beneden de 18 jaar mo-
gen met deze werktafel slechts wer-
ken in het kader van een beroeps-
opleiding en onder het voortdurend
toezicht van een ervaren docent.
Let erop dat er zich geen onbevoeg-
de personen, voornamelijk kinde-
ren, in de gevarenzone begeven.
Zorg ervoor dat geen andere perso-
nen de machine of het snoer kun-
nen aanraken.
Vermijd overbelasting – belast de
werktafel niet zwaarder dan in de
technische gegevens is aangege-
ven.
AGevaar door elektrische
stroom!
Stel het apparaat niet bloot aan re-
gen.
Gebruik de werktafel niet in een
vochtige of natte omgeving.
Vermijd dat u tijdens werkzaamhe-
den met dit apparaat in contact
komt met geaarde elementen zoals
radiatoren, buizen, ovens, koelkas-
ten.
Gebruik het snoer niet voor doelein-
den waarvoor het niet bedoeld is.
AVerwondingsgevaar aan be-
wegende delen!
Neem dit apparaat nooit in gebruik
zonder gemonteerde veiligheids-
voorzieningen.
Houd steeds voldoende afstand van
het zaagblad. Gebruik desnoods
geschikte invoerhulpmiddelen.
Houd tijdens het gebruik voldoende
afstand van aangedreven onderde-
len.
Wacht tot het zaagblad stilstaat
vooraleer u kleine werkstukdelen,
houtresten enz. verwijdert uit het
werkbereik.
Zaag alleen werkstukken die groot
genoeg zijn, zodat ze bij het zagen
veilig vastgeklemd kunnen worden.
Rem het uitlopende zaagblad niet af
door er aan de zijkant tegenaan te
drukken.
Controleer of het apparaat geschei-
den is van het stroomnet alvorens
onderhoudswerkzaamheden uit te
voeren.
Zorg dat er zich bij het inschakelen
(bijvoorbeeld na onderhoudswerk-
zaamheden) geen montagegereed-
schap of losse onderdelen meer in
het apparaat bevinden.
Trek de netstekker uit, wanneer u
het apparaat niet gebruikt.
AGevaar voor snijwonden, ook
bij rechtopstaand snijwerktuig!
Trek veiligheidshandschoenen aan
als u snijwerktuigen moet vervangen.
Bewaar de zaagbladen zo dat nie-
mand zich eraan kan verwonden.
AGevaar door terugslaan van
de zaagkop (zaagblad blijft in het
werkstuk hangen en de zaagkop
schiet plots omhoog)!
Let erop dat het gebruikte zaagblad
geschikt is voor het materiaal van
het werkstuk.
Houd de handgreep stevig vast. Op
het moment dat het zaagblad in het
werkstuk dringt, is het terugslagge-
vaar bijzonder groot.
Gebruik voor het zagen van dunne
werkstukken of werkstukken met
dunne wanden uitsluitend zaagbla-
den met fijne tanding.
Zorg ervoor dat de zaagbladen
steeds scherp zijn. Zorg dat stompe
zaagbladen onmiddellijk worden
vervangen. Er bestaat verhoogd te-
rugslaggevaar, wanneer een stom-
pe zaagtand in het oppervlak van
het werkstuk blijft hangen.
Zet het werkstuk nooit "op z’n smal-
le kant" (tijdens het schaven).
Tijdens het zagen van gleuven,
moet u zijdelingse druk op het zaag-
blad vermijden – gebruik een klem-
inrichting.
Controleer in geval van twijfel de
werkstukken op vreemde voorwer-
pen (bijvoorbeeld spijkers of schroe-
ven).
Zaag nooit verschillende stukken –
ook geen bundels met verschillende
aparte stukken tegelijk. Er is gevaar
voor lichamelijk letsel als aparte
stukken zonder steun door het
zaagblad worden gegrepen.
cIntrekrisico!
Let erop dat tijdens het bedrijf geen li-
chaamsdelen of kledingstukken door
roterende onderdelen kunnen worden
vastgegrepen en ingetrokken (
geen
dassen,
geen
handschoenen,
geen
kledingsstukken met wijde mouwen
dragen; bij lange haren in ieder geval
een haarnet gebruiken).
Zaag nooit werkstukken waaraan
zich
– touwen
– snoeren
– banden
– kabels of
– draden bevinden of die dergelijke
materialen bevatten.
AGevaar door onvoldoende
persoonlijke veiligheidsuitrusting!
Draag oordoppen.
Draag een veiligheidsbril.
Draag een stofmasker.
Draag aangepaste werkkledij.
Draag antislipschoenen.