NEDERLANDS
• De lichten-kit voor staven is bestudeerd en vervaardigd om
op automatische systemen Spin met een staaf van 4 meter te
worden gemonteerd. Bij staven van minder dan 4 meter moeten de
verbindingskabels tussen de kaarten worden gewijzigd.
‹ DE LICHTEN-KIT KAN IN GEEN ENKEL GEVAL WORDEN GEMONTEERD OP
STAVEN LANGER DAN 4 METER
TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN
Beheerkaart
Voeding 230 V~ 50Hz
Opgenomen vermogen 15 W
Uitgangsspanning 24V dc
Afmetingen 95x50
Kaart led
Voeding 24V dc
Opgenomen vermogen 3W
Afmetingen 75x30
MONTAGE-INSTRUCTIES
Schakel alvorens met het installeren van de lichten-kit te beginnen de
voeding naar het automatische systeem uit.
Voor een correcte montage van de kit moeten de volgende voorschriften
worden uitgevoerd.
1) Leg de omega-rail (Fig.1 ref. a) op de bovenkant van de slagboom op
een afstand van 175mm van het begin van de staaf.
2) Leg vervolgens het tweede stuk van de rail erop en zaag hem af, en
laat daarbij 25mm tussen het uiteinde van de rail en het einde van de
staaf (Fig. 02).
3) Plaats vervolgens de omega-rail middenop de slagboom.
4) Boor op ~500mm van het begin van de staaf, op de plaats van de gaten
van de rail, een gat Ø3,6mm om de rail te bevestigen (Fig. 03).
5) Boor nog drie gaten op van 1 m van elkaar.
6) Bevestig de omega-rail met n°4 bijgeleverde schroeven Ø4,2x13.
7) Plaats het eerste kaartje met de leds op 850mm van het begin van de
slagboom (fig. 04) en markeer de twee bevestigingsgaten.
De kaartjes met de led hebben twee Molex-connectoren om de kabels
aan te sluiten, die op de printplaat zijn aangeduid met de teksten
“IN” en “OUT” voor respectievelijk de ingang en de uitgang. Om
de kaartjes op correcte wijze te plaatsen moeten de connectoren
met de tekst “IN” naar de behuizing van het automatische systeem
zijn gericht.
8) Boor twee gaten Ø2,2mm en bevestig het kaartje met twee bijgeleverde
schroeven Ø2,9x13 (Fig. 05).
9) Herhaal deze handelingen met de overige 3 kaartjes door ze op 1 m van
elkaar te bevestigen.
10)
Sluit de kaartjes op elkaar aan met behulp van de bijgeleverde kabels
.
Alle verbindingskabels zijn voorzien van Molex-aansluitingen. De kabel
met de Molex-aansluiting aan slechts één kant moet worden gebruikt
voor de verbinding tussen het eerste kaartje en de beheerkaart (onder
de kap).
Sluit het eerste kaartje niet aan, hij moet later worden aangesloten.
11) Snijd het rode profiel. De precieze maat wordt bepaald door de som
van de lengte van de twee omega-rails + 5 mm.
12) Zet het rode profiel op de omega-rail (Fig. 07) en laat hem daarbij onge-
veer 2,5mm aan iedere kant van de omega-rail uitsteken (Fig. 08)
13)
Plaats de rubberen dop (Fig. 08 ref. a) op de rand van het rode profiel.
14) Breng het blokkeringshoekstuk (Fig. 08 ref. b) er zo dicht mogelijk bij en
markeer de twee bevestigingsgaten.
15) Herhaal de handelingen bij de punten m en n aan het andere uiteinde
van de slagboom.
16) Boor de vier zojuist gemarkeerde gaten met een boortje Ø3,6mm.
17) Trek het rubberen profiel er iets af en sluit de voedingskabel op het eerste
kaartje aan (die het dichtstbij het automatische systeem zit).
18) Zet het rubberen profiel op zijn plaats, assembleer de rubberen dop
en het blokkeringshoekstuk op het uiteinde van de staaf. Bevestig het
geheel met twee schroeven Ø4,2x13mm.
19) Boor in de overgebleven dop een gat Ø12,2mm waar de kabelklem
doorheen moet.
20) Assembleer de rubberen dop, het bevestigingshoekstuk en de kabelklem
zoals aangegeven in Fig. 09.
21) Steek de kabel in de kabelklem en bevestig het geheel met de
bijgeleverde schroeven, Ø4,2x13mm (Fig. 10).
22) Boor, afhankelijk van de sluitrichting van de slagboom, rechts of links
van het automatische systeem, een gat Ø12,2mm in de kap van het
automatische systeem op de in Fig. 11 aangegeven plaats, en monteer
de bijgeleverde kabelklem.
23) Steek de voedingskabel in de zojuist gemonteerde kabelklem en laat
de kabel tussen de slagboom en de kap van het automatische systeem
door lopen, zoals geïllustreerd in Fig.12.
24) Ontgrendel het automatische systeem en beweeg de staaf met de
hand om de lengte van de kabel tussen de twee kabelklemmen te
bepalen.
25) Zet, zodra de juiste lengte van de kabel is bepaald, de kabelklemmen
vast.
26) Bevestig de beheerkaart (Fig. 13 ref. a) in de houder onder de kap van
het automatische systeem, met gebruikmaking van de twee gaten aan
de onderkant van de houder (Fig. 13 ref. b). Gebruik bij het bevestigen
de twee bijgeleverde schroeven Ø3,5x6,5mm.
27) Sluit de voedingskabel van de kaartjes aan op de uitgangsklem van de
beheerkaart, met inachtneming van de polariteit van de klemmen.
Sluit de bruine draad aan op de positieve klem.
28) Voor de aansluiting van de 230V~ voeding, zie de volgende
paragraaf.
WERKING VAN DE KIT
De lichten-kit kan zowel op continue als op intermitterende wijze werken
Continue werking
Met continue werking wordt bedoeld dat de lichten zowel wanneer het
automatische systeem in beweging is als wanneer hij in de ruststand staat,
continu knipperen.
Om dit te bewerkstelligen moet de voeding van de beheerkaart rechtstreeks
op de voedingslijn van het automatische systeem worden aangesloten.
Bij automatische systemen met 24V is de continue werking de enige
mogelijke werkingsmodaliteit.
intermitterende werking
Met intermitterende werking wordt bedoeld dat de lichten alleen knipperen
als het automatische systeem in beweging is.
Om dit te bewerkstelligen moet de voeding van de beheerkaart op de
voedingsklemmen van het lichtsignaal op de kaart worden aangesloten.
Om de klemmen te identificeren moeten de instructies van de kaart worden
geraadpleegd.
• Als het automatische systeem in de ruststand staat zijn de lichten
uit.
• Bij automatische systemen met 24V is deze werkingsmodaliteit niet
mogelijk.
BALANSVEREN
De montage van de lichten-kit kan vereisen dat de balansveer van het
automatische systeem wordt vervangen.
Hieronder zijn de codes van de in de handel verkrijgbare veren, en de
bijbehorende slagboom met lichten-kit weergegeven.
Code Lengte slagboom met lichten-kit in m
F1811 2 ÷ 2.4
F1812 2.5 ÷ 2.9
F1813 3 ÷ 3.4
F1814 3.5 ÷ 4