GYS WIRE FEEDER AIR/WATER NEOFEED-4W - FOR NEOPULSE 400/500 G Manuale del proprietario

Tipo
Manuale del proprietario

Questo manuale è adatto anche per

73502_V2_07/08/2020
NL
2-3 / 4-26 / 72-78
NEOFEED 4W
www.gys.fr
IT
2-3 / 27-47 / 72-78
RU
2-3 / 48-71 / 72-78
A
Acier - Steel - Stahl - Acero - Staal - Aço
Inox - Stainless steel - Edelstahl
B
Aluminium / Aluminio
C
91151
2
NEOFEED 4W
I
11
12
13
14
II
III
2 3
A B
C
D
E F
4
M5x10 (x4)
1
2
3
4
5
6
8
10
7
9
Gaine acier
Steel sheath
Stahlseele
Funda de acero
Capillaire buis
Gaine téon
Teon sheath
Teon-Drahtseele
Funda de teón
Teon mantell
Tube capillaire / Capillary tube / Kapillarrohr
4
3
NEOFEED 4W
1ÈRE UTILISATION / ERSTE VERWENDUNG / FIRST USE / ПЕРВОЕ ИСПОЛЬЗОВАНИЕ / I° UTILIZZO /
EERSTE GEBRUIK / PRIMERA UTILIZACIÓN / 1º USO / 首次使用 / 初めてご使用になる前に
1
- Avant la première utilisation de votre appareil, merci de vérier la présence de nouvelles mises à jour.
- Before using your device for the rst time, please check for new updates.
- Vor der ersten Anwendung des Gerätes bitte prüfen Sie, ob neue Softwareaktualisierungen verfügbar sind.
- Перед тем как использовать аппарат проверьте нет обновлений программного обеспечения.
- Prima di utilizzare per la prima volta il vostro apparecchio, vogliate vericare se ci sono nuovi aggiornamenti.
- Voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, moet u de aanwezigheid van nieuwe updates controleren.
- Antes del primer uso de su aparato, compruebe la presencia de nuevas actualizaciones.
- Antes de utilizar o seu dispositivo pela primeira vez, verique se existem novas atualizações.
- 首次使用设备前,请检查是否存在更新。
- 初めて使用する前に、デバイスが最新にアップデートされているか確認してください。
- Insérer la clé usb fournie dans son port dédié puis démarrer l’appareil.
- Insert the supplied USB ash drive into its dedicated port and start the
device.
- Den mitgelieferten USB-Datenträger im vorgesehenen Anschluss
einstecken und das Gerät einschalten.
- Вставьте входящую в комплект USB флешку в предназначенный для
этого порт и включите аппарат.
- Inserire la chiavetta USB fornita nella porta dedicata e avviare l’appa-
recchio.
- Breng de meegeleverde USB-stick in en start het apparaat.
- Inserte la tarjeta USB incluida en el puerto USB e inicie el aparato.
- Insira o pendrive USB fornecida no slot dedicado e inicie o dispositivo.
- 插入专用USB设备,然后启动设备。
- 付属のUSBキーを専用ポートに挿入してデバイスを起動します。
- L’écran ci-dessus apparait si une nouvelle version est détectée.
- The above screen appears if a new version is detected.
- Wenn eine neue Software-Version erkannt ist, erscheint die obige
Anzeige.
- Указанный ниже экран отобразится если есть в наличии новая
версия программы.
- Sullo schermo si potrà vedere se è stata rilevata una nuova ver-
sione.
- Het hierboven getoonde scherm verschijnt indien een nieuwe versie
is gedetecteerd.
- La pantalla inferior aparece si se detecta una nueva versión.
- A tela acima aparece se uma nova versão ser detectada.
- 若检测到新版本,显示以上屏幕。
- 新しいバージョンが検出されると上記の画面が表示されます。
2
- Avant la première utilisation de votre appareil, procédez à la calibration des câbles de soudage (voir chapitre « Calibration»)
- Before using the machine for the rst time, calibrate the welding cables (see chapter “Calibration”).
- Kalibrieren Sie die Schweißkabel (siehe Kapitel «Kalibration») vor der ersten Benutzung Ihres Geräts.
- Antes de utilizar su aparato por primera vez, calibre los cables de soldadura (ver capítulo «Calibración»).
- Перед первым использованием проведите калибровку сварочных кабелей (см раздел «Калибровка»)
- Voordat u dit apparaat voor de eerste keer gebruikt moeten de laskabels gekalibreerd worden (zie hoofdstuk « Kalibratie»)
- Prima di effettuare il primo utilizzo del vostro apparecchio, procedere alla calibrazione dei cavi di saldatura (vedere capitolo « Calibrazione»)
- Antes de utilizar o seu aparelho pela primeira vez, proceda à calibração dos cabos de soldadura (ver capítulo «Calibração»)
-首次使用设备前,请先校准焊接电缆 (参见第X章“校准” )。
- デバイスを初めて使用する前に、溶接ケーブルを較正してください。( 章「較正」を参照)
4
NEOFEED 4W
NL
WAARSCHUWINGEN - VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
ALGEMENE INSTRUCTIES
Voor het in gebruik nemen van dit apparaat moeten deze instructies zorgvuldig gelezen en goed
begrepen worden.
Voer geen onderhoud of wijzigingen uit die niet in de handleiding vermeld staan.
Iedere vorm van lichamelijk letsel of schade, veroorzaakt door het niet naleven van de instructies in deze handleiding, kan niet verhaald worden op de
fabrikant van het apparaat. Raadpleeg, bij problemen of onzekerheid over het gebruik, een bevoegd persoon om het apparaat correct te installeren.
OMGEVING
Dit apparaat mag enkel gebruikt worden om te lassen, en uitsluitend volgens de in de handleiding en/of op het typeplaatje vermelde instructies. De
veiligheidsvoorschriften moeten gerespecteerd worden. In geval van onjuist of gevaarlijk gebruik kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld.
De installatie mag alleen worden gebruikt en bewaard in een stof- en zuurvrije ruimte, en in afwezigheid van ontvlambaar gas of andere corrosieve
substanties. Zorg voor voldoende ventilatie tijdens het gebruik.
Gebruikstemperatuur :
Gebruik tussen -10 en +40°C (+14 en +104°F).
Opslag tussen -20 en +55°C (-4 en 131°F).
Luchtvochtigheid :
Lager of gelijk aan 50% bij 40°C (104°F).
Lager of gelijk aan 90% bij 20°C (68°F).
Hoogte :
Tot 1000 m boven het niveau van de zeespiegel (3280 voet).
PERSOONLIJKE BESCHERMING EN BESCHERMING VAN ANDEREN
Booglassen kan gevaarlijk zijn en ernstige en zelfs dodelijke verwondingen veroorzaken.
Tijdens het lassen worden de individuen blootgesteld aan een gevaarlijke warmtebron, aan de lichtstraling van de lasboog, aan elektro-magnetische
velden (waarschuwing voor dragers van een pacemaker), aan elektrocutie-gevaar, aan lawaai en aan uitstoting van gassen.
Bescherm uzelf en bescherm anderen, respecteer de volgende veiligheidsinstructies :
Draag, om uzelf te beschermen tegen brandwonden en straling, droge, goed isolerende kleding zonder omslagen, brandwerend en
in goede staat, die het gehele lichaam bedekt.
Draag handschoenen die de elektrische en thermische isolatie garanderen.
Draag een lasbescherming en/of een lashelm die voldoende bescherming biedt (afhankelijk van de lastoepassing). Bescherm uw
ogen tijdens schoonmaakwerkzaamheden. Contactlenzen zijn uitdrukkelijk verboden.
Soms is het nodig om het lasgebied met brandwerende gordijnen af te schermen tegen stralingen, projectie en wegspattende
gloeiende deeltjes.
Informeer de personen in het lasgebied om niet naar de boog of naar gesmolten stukken te staren, en om aangepaste kleding te
dragen die voldoende bescherming biedt.
Gebruik een bescherming tegen lawaai als de laswerkzaamheden een hoger geluidsniveau bereiken dan de toegestane norm (dit
geldt tevens voor alle personen die zich in de las-zone bevinden).
Houd uw handen, haar en kleding op voldoende afstand van bewegende delen (ventilator).
Verwijder nooit de behuizing van de koelgroep wanneer de las-installatie aan een elektrische voedingsbron is aangesloten en onder
spanning staat. Wanneer dit toch gebeurt, kan de fabrikant niet verantwoordelijk worden gehouden in geval van een ongeluk.
De elementen die net gelast zijn zijn heet, en kunnen brandwonden veroorzaken wanneer ze aangeraakt worden. Zorg ervoor dat,
voordat u begint met onderhoudswerkzaamheden aan de toorts of de elektrode-houder, deze voldoende afgekoeld zijn, en wacht
ten minste 10 minuten alvorens met deze werkzaamheden te beginnen. Tijdens het gebruik van een watergekoelde toorts moet de
koelgroep in werking zijn, om te voorkomen dat de vloeistof brandwonden veroorzaakt.
Het is belangrijk om, voor vertrek, het werkgebied veilig achter te laten, om mensen en goederen niet in gevaar te brengen.
LASDAMPEN EN GAS
Dampen, gassen en stof uitgestoten tijdens het lassen zijn gevaarlijk voor de gezondheid. Zorg voor voldoende ventilatie, soms
is toevoer van verse lucht tijdens het lassen noodzakelijk. Een lashelm met verse luchtaanvoer kan een oplossing zijn als er
onvoldoende ventilatie is.
Controleer of de afzuigkracht voldoende is, en verieer of deze aan de gerelateerde veiligheidsnormen voldoet.
Waarschuwing : tijdens het lassen in kleine ruimtes moet de veiligheid op afstand gecontroleerd worden. Bovendien kan het lassen van materialen
die bepaalde stoffen zoals lood, cadmium, zink, kwik of beryllium bevatten bijzonder schadelijk zijn.
Ontvet de te lassen stukken alvorens met het lassen te beginnen.
De gasessen moeten worden opgeslagen in een open of goed geventileerde ruimte. Ze moeten in verticale positie gehouden worden, in een houder
of op een trolley. Lassen in de buurt van vet of verf is verboden.
5
NEOFEED 4W
NL
BRAND EN EXPLOSIE-RISICO
Scherm het lasgebied volledig af, brandbare stoffen moeten op minimaal 11 meter afstand geplaatst worden.
Een brandblusinstallatie moet aanwezig zijn in de buurt van laswerkzaamheden.
Pas op voor projectie van hete onderdelen of vonken. Zelfs door kieren heen kunnen deze wegspattende deeltjes brand of explosies veroorzaken.
Houd personen, ontvlambare voorwerpen en containers onder druk op veilige en voldoende afstand.
Het lassen in containers of gesloten buizen moet worden vermeden, en als ze open zijn dan moeten ze ontdaan worden van ieder ontvlambaar of
explosief product (olie, brandstof, gas-residuen....).
Slijpwerkzaamheden mogen niet worden gericht naar het lasapparaat, of in de richting van brandbare materialen.
GASFLESSEN
Het gas dat uit de gasessen komt kan, in geval van hoge concentraties in de lasruimte, verstikking veroorzaken (goed ventileren
is absoluut noodzakelijk).
Vervoer moet veilig gebeuren: de essen moeten goed afgesloten zijn, en het lasapparaat moet uitgeschakeld zijn. Deze moeten
verticaal bewaard worden en door een ondersteuning rechtop gehouden worden, om te voorkomen dat ze omvallen.
Sluit de es na ieder gebruik. Let op temperatuurveranderingen en blootstelling aan zonlicht.
De es mag niet in contact komen met een vlam, een elektrische boog, een toorts, een massa-klem of een andere warmtebron of gloeiend voorwerp.
Houdt de es uit de buurt van elektrische circuits en lascircuits, en las nooit een es onder druk.
Wees voorzichtig bij het openen van het ventiel van de es, houd uw hoofd ver verwijderd van het ventiel en controleer voor gebruik of het gas
geschikt is om mee te lassen.
ELEKTRISCHE VEILIGHEID
Het elektrische netwerk dat wordt gebruikt moet altijd geaard zijn. Gebruik het op de veiligheidstabel aanbevolen type zekering.
Een elektrische schok kan, direct of indirect, ernstige en zelfs dodelijke ongelukken veroorzaken.
Raak nooit delen aan de binnen- of buitenkant van de machine aan (toortsen, klemmen, kabels, elektrodes) die onder spanning staan. Deze delen
zijn aangesloten op het lascircuit.
Koppel, voordat u het lasapparaat opent, dit los van het stroom-netwerk en wacht 2 minuten totdat alle condensatoren ontladen zijn.
Raak nooit tegelijkertijd de toorts of de elektrodehouder en de massa-klem aan.
Zorg ervoor dat de kabels en toortsen vervangen worden door gekwaliceerd en bevoegd personeel wanneer deze beschadigd zijn. Gebruik alleen
kabels met de geschikte doorsnede. Draag altijd droge, in goede staat verkerende kleren om uzelf van het lascircuit te isoleren. Draag isolerend
schoeisel, waar u ook werkt.
INSTALLATIE VAN DE SPOEL EN INBRENGEN VAN DE DRAAD
Isolatie van de boog-lasser ten opzichte van de lasspanning !
Niet alle actieve onderdelen van het lasstroomcircuit kunnen beveiligd worden tegen direct contact. De lasser moet zich dus beschermen tegen de
bestaande risico’s, en de geldende veiligheidsregels respecteren. Zelfs het contact met een lage spanning kan verrassen en een ongeluk veroorzaken.
• Draag een droge en volledige veiligheidsuitrusting (schoenen met rubberen zolen / beschermende lederen lashandschoenen zonder klinknagels of
nietjes) !
• Vermijdt direct contact met elektrische aansluitingen of niet-geïsoleerde aansluitingen !
• Plaats altijd de lastoorts of de elektrode-houder op een geïsoleerde standaard !
Risico op brandwonden op het niveau van de aansluiting van de lasstroom !
Als de stroom-aansluitingen niet correct op elkaar aangesloten zijn, kunnen de kabels opwarmen en brandwonden veroorzaken wanneer ze aangeraakt
worden !
• Controleer dagelijks deze lasstroom-aansluitingen, en vergrendel ze indien nodig door ze naar rechts te draaien.
Elektrocutiegevaar !
Wanneer het lassen gerealiseerd wordt met verschillende procedures terwijl de toorts en de elektrode-houder aangesloten zijn op het materiaal, wordt
een nullastspanning of een lasspanning aangevoerd op de circuits !
Isoleer altijd, voor het begin van het lassen en tijdens onderbrekingen, de toorts en de elektrode-houder !
ELEKTROMAGNETISCHE STRALING
Elektrische stroom die door een geleider gaat veroorzaakt elektrische en magnetische velden (EMF). De lasstroom wekt een
elektromagnetisch veld op rondom de laszone en het lasmateriaal.
De elektromagnetische velden, EMF, kunnen de werking van bepaalde medische apparaten, zoals pacemakers, verstoren. Voor mensen met medische
implantaten moeten speciale veiligheidsmaatregelen in acht genomen worden. Bijvoorbeeld : toegangsbeperking voor voorbijgangers, of een
individuele risico-evaluatie voor de lassers.
6
NEOFEED 4W
NL
Alle lassers moeten de volgende procedures opvolgen om blootstelling aan elektromagnetische straling veroorzaakt door het las-circuit zoveel mogelijk
te beperken :
• plaats de laskabels dicht bij elkaar – bind ze indien mogelijk vast;
• houd uw hoofd en uw romp zo ver mogelijk van het lascircuit af;
• wikkel nooit de kabels om uw lichaam;
• zorg ervoor dat u zich niet tussen de laskabels bevindt. Houd de twee laskabels aan dezelfde kant van uw lichaam;
• bevestig de geaarde kabel zo dicht als mogelijk is bij de te lassen plek;
• voer geen werkzaamheden uit dichtbij de lasstroombron, ga niet zitten op of leun niet tegen het lasapparaat;
• niet lassen wanneer u het lasapparaat of het draadaanvoersysteem verplaatst.
Personen met een pacemaker moeten een arts raadplegen voor gebruik van het apparaat.
Blootstelling aan elektromagnetische straling tijdens het lassen kan gevolgen voor de gezondheid hebben die nog niet bekend
zijn.
TRANSPORT EN DOORVOER VAN HET DRAADAANVOERSYSTEEM
Het draadaanvoersysteem is uitgerust met (een) handvat(en), waarmee het apparaat met de hand gedragen kan worden. Let op : onderschat het
gewicht niet. Het handvat mag niet gebruikt worden om het apparaat aan omhoog te hijsen. Til nooit een gases en het materiaal tegelijk op. De
vervoersnormen zijn verschillend.
Til het apparaat niet boven personen of voorwerpen.
Het is beter de spoel te verwijderen alvorens het draadaanvoersysteem op te tillen of te vervoeren.
Het apparaat heeft niet-geïsoleerde hijsogen, deze zijn uitsluitend bedoeld voor het verplaatsen van het draadaanvoersysteem, en niet om het
apparaat aan omhoog te hijsen tijdens het lassen. Indien ze worden gebruikt tijdens het lassen, moeten ze worden geïsoleerd van de grond van het
gebouw.
INSTALLATIE VAN HET MATERIAAL
• Zet de machine op een ondergrond met een helling van maximaal 10°.
• Zorg voor genoeg ruimte om de machine goed te kunnen ventileren, en om voldoende toegang te hebben tot het controle systeem.
• Niet geschikt voor gebruik in een ruimte waar geleidend metaalstof aanwezig is.
• Het draadaanvoersysteem moet worden afgeschermd tegen slagregens, en mag niet worden blootgesteld aan zonlicht.
• Het apparaat heeft beschermingsklasse IP23, wat betekent dat :
- het beveiligd is tegen toegang in gevaarlijke delen van solide voorwerpen waarvan de diameter >12.5 mm en
- dat het beveiligd is tegen vallende waterdruppels onder een hoek van -60° tot 60°.
Deze apparaten kunnen dus buiten gebruikt worden, in overeenstemming met veiligheidsindicatie IP23.
De fabrikant GYS kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor lichamelijk letsel of schade aan voorwerpen veroorzaakt door
niet correct of gevaarlijk gebruik van dit materiaal.
ONDERHOUD / ADVIES
Het onderhoud mag alleen door gekwaliceerd personeel uitgevoerd worden. Een jaarlijkse onderhoudsbeurt wordt aangeraden.
• Haal de stekker uit het stopcontact om de elektriciteitsvoorziening te onderbreken en wacht twee minuten alvorens
werkzaamheden op het apparaat te verrichten. De spanningen binnenin het apparaat zijn hoog en gevaarlijk.
• De kap regelmatig afnemen en met een blazer stofvrij maken. Maak van deze gelegenheid gebruik om met behulp van geïsoleerd gereedschap ook
de elektrische verbindingen te laten controleren door gekwaliceerd personeel.
• Controleer regelmatig de staat van de verbindingskabel tussen het draadaanvoersysteem en de lasstroombron. Als de verbindingskabel beschadigd
is, moet deze worden vervangen.
• Laat de ventilatie-openingen van het draadaanvoersysteem vrij, zodat de lucht gemakkelijk kan circuleren.
• Gebruik dit draadaanvoersysteem niet om leidingen te ontdooien, batterijen of accu’s op te laden of om motoren te starten.
• Waarschuwing ! Indien er een systeem wordt gebruikt om het apparaat te verplaatsen tijdens het lassen (anders dan het systeem dat geadviseerd
wordt door de fabrikant) zorg dan voor een isolerende laag tussen de behuizing van het draadaanvoersysteem en het manoeuvre-systeem.
• Het draadaanvoersysteem mag alleen in werking worden gesteld als alle kleppen gesloten zijn.
Niet gecontroleerde lasstroom kan de aardgeleiders vernietigen, gereedschap en elektrische installaties beschadigen en onderdelen
verhitten, wat kan leiden tot brand.
- Alle las-verbindingen moeten goed en stevig op elkaar aangesloten zijn. Controleer dit regelmatig !
- Verzekert u zich ervan dat de bevestiging van het werkstuk solide is en geen elektrische problemen heeft !
- Zet alle elektrisch geleidende elementen van het lasapparaat zoals het chassis, de trolley en de hefsystemen goed vast of hang ze op zodat ze
geïsoleerd zijn !
- Leg of zet geen ander gereedschap zoals boormachines, slijpgereedschap enz. op het lasapparaat, op de trolley of op de hefsystemen als deze niet
geïsoleerd zijn !
- Leg altijd de lastoortsen en elektrodehouders op een geïsoleerd oppervlak wanneer deze niet gebruikt worden !
INSTALLATIE EN GEBRUIK VAN HET PRODUKT
Alleen ervaren en door de fabrikant gekwaliceerd personeel mag de installatie uitvoeren. Verzekert u zich ervan dat de generator tijdens het
installeren niet op het stroomnetwerk aangesloten is. Het wordt aanbevolen om de bij het apparaat geleverde laskabels te gebruiken om de optimale
productinstellingen te verkrijgen.
7
NEOFEED 4W
NL
BESCHRIJVING VAN HET MATERIAAL (I)
1- Oogbouten 8- Digitale aansluiting
2- Scherm 9- Euro aansluiting
3- Spoel-houder 10- Aansluiting water naar toorts
4- Gemotoriseerde rollers 11- Aansluiting kabel
5- Reverser afvoer draadaanvoer 12- Magneetklep gasaansluiting
6- Aansluiting USB 13- Aansluiting vermogen
7- Analoge Aansluiting 14- Aansluiting water naar koelgroep
VOEDING - OPSTARTEN
Het NEOFEED 4W draadaanvoersysteem is uitsluitend bestemd voor een gebruik met de generator NEOPULSE 400 G (art. code 014497) en 500 G (art.
code 014503). De verbinding tussen deze twee apparaten wordt tot stand gebracht met behulp van een speciale verbindingskabel uit de volgende
lijst :
Afkoeling Lengte Sectie Art. code
Lucht
5m 70 mm² 047587
10m
70 mm² 047594
95 mm² 047600
15m
95 mm²
038349
20m 038431
Vloeibaar
1.8 m 70 mm² 037243
5m 70 mm² 047617
10m
70 mm² 047624
95 mm² 047631
15m
95 mm²
038448
20m 038455
INTERFACE HUMAN - MACHINE (IHM)
2 3
1
1- Knoppen die toegang geven tot de verschillende menu’s en instellingen
2- Afstelknop linkerscherm
3- Afstelknop rechterscherm
AANSLUITING EN ADVIEZEN
Het aansluiten of afkoppelen van de verbindingskabel tussen het lasapparaat en het draadaanvoersysteem mag enkel gebeuren
wanneer het lasapparaat niet onder spanning staat.
Aansluiting van de kabel op het draadaanvoersysteem :
- Open het toegangsklepje naar de kabelaansluiting.
- Haal de kabel door de ronde opening aan de achterzijde van het draadaanvoersysteem.
- Blokkeer de kabel op de carrosserie van het draadaanvoersysteem, door een kwartslag in de richting van de wijzers van de klok te draaien. Zet de
kabel vervolgens vast met behulp van de met de kabel meegeleverde schroef.
- De verbinding tot stand brengen.
Aansluiten van de kabel aan de lasgenerator :
- Koppel de massaklem aan op de positieve (+) of de negatieve (-) aansluiting van het lasapparaat, afhankelijk van het gebruikte type draad.
- Sluit de verbindingskabel aan op de overblijvende aansluiting voor het vermogen.
- Sluit de besturingsaansluiting van de kabel aan op de 10-polige aansluiting aan de achterkant van de generator.
INSTALLATIE VAN DE SPOEL EN INBRENGEN VAN DE DRAAD (III)
• Verwijder het mondstuk (III-F) en de contact-tip (III-E) van de toorts.
• Open het klepje van het apparaat.
8
NEOFEED 4W
NL
III-A :
• Positioneer de spoel op de houder :
- Houd rekening met de aandrijfpen van de spoelhouder. Draai, om een 200 mm spoel te installeren, de spoelhouder maximaal aan.
• Stel de rem (III-2) af om te voorkomen dat tijdens de lasstop de draad in de war raakt. Draai over het algemeen niet te strak aan. Dit kan de motor
oververhitten.
III-B :
• Plaats de juiste aanvoerrollen, die geschikt zijn voor de door u uit te voeren laswerkzaamheden. De meegeleverde rollen hebben een dubbele groef
voor staaldraad (1.0 en 1.2).
- Controleer het opschrift op de rol, om er zeker van te zijn dat de rollen geschikt zijn voor de dia-
meter van het door u gebruikte draad en voor het type draad dat u gebruikt (voor een draad van Ø
1.2, gebruikt u de groef Ø 1.2).
- Gebruik de rollen met een V-groef voor staaldraad en andere hardere draadsoorten.
- Gebruik rollen met een U-groef voor aluminiumdraad en andere soepele draadsoorten.
: de aanduiding is af te lezen op de rol (bijvoorbeeld : 1.2 VT)
: de te gebruiken groef
III-C :
Voor het verwisselen van de draad gaat u als volgt te werk :
Draai de knoppen maximaal los (III-4) en duw deze naar beneden, breng de draad in, sluit het draadaanvoersysteem en draai de knoppen weer
aan volgens de aanwijzingen.
• Activeer de motor door op de trekker van de toorts te drukken, of zet de schakelaar (I-5) op de stand «draad vervangen».
• Laat het draad ongeveer 5 cm uit de toorts komen, plaats daarna de voor het lasdraad geschikte contactbuis (III-E) en het mondstuk (III-F) op de
toorts.
Opmerkingen :
• Een te krappe mantel kan problemen bij de draadaanvoer geven en de motor oververhitten.
• De aansluiting van de toorts moet eveneens goed aangedraaid worden, dit om oververhitting te voorkomen.
• Controleer of het draad en de spoel niet in contact zijn met de mechaniek van het apparaat, dit kan kortsluiting veroorzaken.
SEMI-AUTOMATISCH LASSEN IN STAAL/INOX (MAG MODULE)
Met de NEOPULSE kunt u lassen met staaldraad en roestvrijstaaldraad met een Ø 0.6 tot 1,6 mm (II-A).
Het apparaat is standaard uitgerust voor een gebruik met Ø 1,0 mm staaldraad (roller Ø 1.0/1.2). De contactbuis, de groef van de rol,
en de mantel van de toorts zijn geschikt voor deze toepassing. Gebruik voor het lassen met draad met een diameter van 0,6 een toorts die niet
langer is dan 3 m. De contactbuis (III-E) en de rol van het draadaanvoersysteem (III-B) moeten vervangen worden door een model met een groef
van 0,6 (art. code 061859). In dit geval moet deze zo geplaatst worden dat het getal 0,6 leesbaar is (III-B).
Voor het lassen van staal dient u een speciaal lasgas (Ar+CO2) te gebruiken. De CO2 verhouding kan variëren, afhankelijk van het gebruikte type
gas. Voor het lassen van inox moet een mengsel met 2% CO2 gebruikt worden. Wanneer gelast wordt met puur CO2 is het noodzakelijk om een
gasvoorverwarmer aan te sluiten op de gases. Voor specieke eisen wat betreft gas kunt u contact opnemen met uw gasleverancier. De gastoe-
voer voor staal ligt tussen de 8 en 15 liter per minuut, afhankelijk van de omgeving.
SEMI-AUTOMATISCH LASSEN VAN ALUMINIUM (MIG MODUS)
Met de NEOPULSE kunt u lassen met aluminiumdraad met een Ø van 0.8 tot 1.6 mm (II-B).
Voor aluminium dient u een speciek zuiver Argon (Ar) gas te gebruiken. Om het juiste gas te kiezen, kunt u advies vragen aan uw gasleverancier.
De gastoevoer bij aluminium ligt tussen 15 en 25 liter per minuut, afhankelijk van de omgeving en de ervaring van de lasser.
De verschillen tussen het gebruik van staal en aluminium:
- Gebruik specieke aanvoerrollen voor het lassen van aluminium.
- Zet minimale druk op de rollen van de draadaanvoer zodat de draad niet geplet wordt.
- Gebruik de capillaire buis (bestemd om het draad van de rollen van het draadaanvoersysteem naar de EURO-aansluiting te geleiden) uitsluitend
voor het lassen van staal/inox (II-B).
- Gebruik een speciale aluminium-toorts. Deze toorts voor aluminium heeft een teon mantel, om de wrijving te verminderen. Niet de mantel bij de
aansluiting afknippen! Deze mantel wordt gebruikt om de draad vanaf de rollen te geleiden.
- Contact-buis : gebruik een SPECIALE aluminium contactbuis die overeenkomt met de diameter van het draad.
Tijdens het gebruik van de rode of blauwe mantel (lassen van aluminium) wordt aanbevolen om het accessoire
91151 (II-C) te gebruiken. Deze inox geleidingshuls zorgt voor een betere centrering van de mantel en verge-
makkelijkt de aanvoer van de draad.
Video
SEMI-AUTOMATISCH LASSEN CUSI EN CUAL (HARDSOLDEREN)
De NEOPULSE is geschikt voor het lassen met CuSi en CuAl draad met een Ø van 0,8 tot 1,2 mm.
Net zoals bij staaldraad moet er een capillaire buis geplaatst worden, en moet men een toorts met een staal-mantel gebruiken. Bij het hardsolderen
moet een puur Argon (Ar) gas gebruikt worden.
AANSLUITING GAS
- Installeer een geschikte drukregelaar op de gases. Sluit deze aan op het lasapparaat met de bijgeleverde slang. Bevestig de twee klemmen om
eventuele lekkages te voorkomen.
- Verzekert u zich ervan dat de gases goed is bevestigd, en volg nauwkeurig de aanwijzingen op voor het vastmaken van de ketting op de genera-
tor.
9
NEOFEED 4W
NL
- Regel de gastoevoer door aan het wieltje op de drukregelaar te draaien.
NB : om de gastoevoer eenvoudiger te kunnen regelen, kunt u op de trekker van de toorts drukken om de rollen aan te drijven (wieltje van de
draadaanvoer losser draaien om zo te voorkomen dat het draad wordt meegetrokken). Maximale gasdruk : 0.5 MPa (5 bars). Deze procedure is niet
van toepassing op het lassen in de « No Gaz » module.
ALGEMENE ORGANISATIE VAN DE BEDIENING
1
Instellingen :
• Informatie : alle productinformatie wordt hierin vermeld (Model, S/N …..)
• Procedure : hiermee kan de lasprocedure gekozen worden : MIG-MAG, TIG of MMA.
• Instellingen : de geavanceerde instellingen van het apparaat zijn hierin verenigd (weer-
gave, naam van het apparaat, taal…)
• Kalibratie : wordt gebruikt om de kalibratie van de snelheid van de motoraangedreven
haspel en de lastoebehoren te starten.
• Portability : laden/downloaden van «JOBS» vanaf of op een USB-stick en het downloaden
van een instelling vanaf een USB-stick.
• Traceability : Alle lasnaden kunnen worden opgeslagen en op USB-stick worden gezet.
2
Lasprocedure : komt overeen met het type lasklus dat wordt uitgevoerd :
1
Instelling procedure : voor het ingeven van de instellingen van de lasklus,
2
De verschillende schermen met instellingen,
3
JOB : geeft toegang tot de verschillende JOB oproepmodules.
1 2 3
3
Instellingen procedures: komt overeen met het scherm met instellingen van de proce-
dure :
• MIG-MAG : Combinatie materiaal/gas (Synergetische lasinstellingen), draaddiameter,
lasprocedure (Handmatig, Dynamic STD, enz), module trekker.
• TIG : lasprocedure (Standaard of Puls), diameter van de elektrode, etc.
• MMA : lasprocedure (Standaard of Puls), type elektrode, anti-sticking, etc.
Energie : instellen van de energie-module, ontwikkeld voor het lassen met energie-
controle, ingeperkt door een LMB (zie hoofdstuk «ENERGY MODE»).
4
: komt overeen met het scherm van de modules om de verschillende programma’s
op te roepen :
• JOB : creëren, opslaan, verwijderen en weer oproepen van JOB.
• QUICKLOAD : oproepen van JOB met de trekker, buiten het lassen om.
SEMI-AUTOMATISCH LASSEN (MODULE MIG/MAG)
INSTELLINGEN PROCEDURE MIG / MAG
10
NEOFEED 4W
NL
Instellingen Omschrijving Instellingen
Hand-
matig
Dynamic STD
(Standaard)
Puls Advies
Combinatie
materiaal/gas
- Fe Ar CO2 18%
- Al Mg 5 Ar 100%
- HARDFACE Metal
- enz.
Keuze van het te lassen materiaal.
Synergetische lasinstellingen
Draad diameter Ø 0.6 > Ø 1.6 mm Keuze draaddiameter
Lasprocedure
- Handmatig
- Dynamic STD
- Puls
- Cold Puls
ModulArc
(Module Boog)
OFF - ON
Maakt al dan niet modulatie van de lasstroom
mogelijk (uiterlijk van een TIG-lasparel).
Gebruik van de
trekker
2T, 4T Keuze gebruik van de trekker.
Punt module Spot, Delay Keuze module punten
Instellen
Dikte
Snelheid
Stroom
Keuze weergave hoofdinstelling (Dikte van het
te lassen werkstuk, draadsnelheid, gemiddelde
lasstroom).
Energie
Hold
Thermische coëfciient
Zie hoofdstuk «ENERGY MODULE» op pagina’s.
Volgen.
MIG-MAG LASSEN
• MIG-MAG Handmatig
Instellingen Omschrijving Instellingen Beschrijving & adviezen
Draadsnelheid 1 - 22m/min Hoeveelheid toegevoegd metaal en indirect de lasintensiteit.
Spanning 10 - Umax Regelt het lasvermogen.
Smoorklep -4 > +4 Vlakt min of meer de lasstroom af. Instelling afhankelijk van de laspositie.
Pre-gas 0 - 25 secs.
Duur van het zuiveren van de toorts en het creëren van beschermingsgas voor het opstar-
ten.
Post gas 0 - 25 secs.
Tijdsduur van het in stand houden van de gasbescherming, na het uitschakelen van de
lasboog. Beschermt het werkstuk en de elektrode tegen oxidatie.
De toegang tot sommige lasparameters is afhankelijk van de geselecteerde weergavemodus: Instellingen/Normaal: Expert, Gevorderd, Gea-
vanceerd.
• MIG-MAG Standaard (Dynamic STD)
De Standaard lasmodule geeft een hoge laskwaliteit op de meeste ijzerhoudende materialen, zoals staal, rvs, maar ook op koper en koperlegeringen,
titaan....... De verschillende mogelijkheden om stroom en gas te regelen zorgen voor een perfecte beheersing van de lasprocedure, van de ontsteking
tot de uiteindelijke afkoeling van de lasnaad.
Instellingen Omschrijving Instellingen Beschrijving & adviezen
Dikte 0.1 - 5.5 mm
Dankzij de synergie is een volledig automatische instelling mogelijk. Het ingeven van de
dikte regelt automatisch de spanning en de geschikte draadsnelheid.
Snelheid 1 - 22m/min Hoeveelheid toegevoegd metaal en indirect de lasintensiteit.
11
NEOFEED 4W
NL
Stroom 10 - Imax
De lasstroom wordt geregeld op basis van het type draad dat wordt gebruikt en het te
lassen materiaal.
Booglengte -6 > +6
Voor het aanpassen van de afstand tussen het uiteinde van de draad en het smeltbad
(afstellen van de spanning).
Smoorklep -4 > +4 Vlakt min of meer de lasstroom af. Instelling afhankelijk van de laspositie.
Pre-gas 0 - 25 secs.
Duur van het zuiveren van de toorts en het creëren van beschermingsgas voor het opstar-
ten.
Creep speed 50 - 200 %
Progressieve draadsnelheid. De draad komt langzaam uit de toorts voordat de ontsteking
plaatsvindt, en creëert zo, zonder schokken, het eerste contact.
Hot Start
50 - 200 %
De Hot Start geeft een zeer hoge stroom-intensiteit tijdens de ontsteking, die voorkomt dat
de draad aan het werkstuk blijft plakken. Deze stroom wordt ingesteld in intensiteit (% van
de lasstroom) en in tijd (seconden).
0 - 5 secs.
Crater Filler 50 - 100 %
Dit stroomniveau bij het uitdoven is de fase die volgt op het verlagen van de stroom.
Deze stroom wordt ingesteld in intensiteit (% van de lasstroom) en in tijd (seconden).
Post gas 0 - 25 secs.
Tijdsduur van het in stand houden van de gasbescherming, na het uitschakelen van de
lasboog. Beschermt het werkstuk en de elektrode tegen oxidatie.
De toegang tot sommige lasparameters is afhankelijk van de geselecteerde weergavemodus: Instellingen/Normaal: Expert, Gevorderd, Gea-
vanceerd.
• MIG-MAG Puls
Het principe is om de lasstroom te laten pulseren bij een hoge stroomsterkte, zodat de jne druppels toevoegmateriaal zich sneller afsplitsten voor-
dat deze in contact met het te lassen onderdeel komen. De frequentie van het loslaten van druppels toevoegmateriaal en de afgegeven energie zijn
perfect op elkaar afgesteld. Dit maakt het mogelijk om de temperatuur van het smeltbad perfect te beheersen, om mooiere lasnaden te realiseren en
spatvorming tegen te gaan, en om de verspreiding van het toevoegmateriaal en de inbranding te verbeteren.
Pulslassen heeft veel voordelen bij het lassen van legeringen en inox. Tijdens het lassen van koolstofstaal zal het pulslassen enkel voordeliger zijn
wanneer er zich extra belemmeringen voordoen, zoals een sterke inbranding of het verwijderen van spatvorming. De pulstechniek maakt tevens het
lassen in positie eenvoudiger.
• Module Boog Puls (ModulArc)
Deze puls lasmodule is geschikt voor toepassingen tijdens het verticaal opgaand lassen (PF). Met de puls-module is het mogelijk om een koud smelt-
bad te behouden, dat tevens een goede materiaaloverdracht geeft. Zonder puls vereist het verticaal opgaand lassen een «dennenboom» beweging,
dit is een nogal moeilijke driehoeksbeweging. Dankzij de Puls lasmodule is het uitvoeren van deze beweging niet meer nodig. Afhankelijk van de
dikte van het te lassen voorwerp kan één rechte omhooggaande beweging voldoende zijn. Als u toch uw smeltbad wilt vergroten is een eenvoudige
laterale beweging voldoende. In dit geval kunt u de frequentie van uw puls-stroom op uw scherm regelen. Deze procedure geeft de lasser een grotere
controle tijdens het verticaal lassen.
Instellingen Omschrijving Instellingen Beschrijving & adviezen
Dikte 0.1 - 5.5 mm
"Dankzij de synergie is een volledig automatische instelling mogelijk. Het ingeven van de
dikte
regelt automatisch de spanning en de geschikte draadsnelheid."
Snelheid 1 - 22m/min Hoeveelheid toegevoegd metaal en indirect de lasintensiteit.
Stroom 10 - Imax Lasstroom.
Booglengte -6 > +6
Voor het aanpassen van de afstand tussen het uiteinde van de draad en het smeltbad
(afstellen van de spanning).
Smoorklep -4 > +4 Vlakt min of meer de lasstroom af. Instelling afhankelijk van de laspositie.
Pre-gas 0 - 25 secs.
Duur van het zuiveren van de toorts en het creëren van beschermingsgas voor het
opstarten.
Creep speed 50 - 200 %
Progressieve draadsnelheid. De draad komt langzaam uit de toorts voordat de ontsteking
plaatsvindt, en creëert zo, zonder schokken, het eerste contact.
Soft Start 0 - 2 secs.
Progressief stijgen van de stroom. Om bruuske ontstekingen of schokken te voorkomen
wordt de stroom tussen het eerste contact en het lassen onder controle gehouden.
Hot Start
50 - 200 %
De Hot Start geeft een zeer hoge stroom-intensiteit tijdens de ontsteking, die voorkomt
dat de draad aan het werkstuk blijft plakken. Deze stroom wordt ingesteld in intensiteit
(% van de lasstroom) en in tijd (seconden).
0 - 5 secs.
12
NEOFEED 4W
NL
Koude stroom 0 - 2 secs. Opvoeren van de stroom.
Pulsfrequentie 50 - 100 % Tweede lasstroom, genaamd «koude stoom»
ModulARC ON
Duty cycle 0.1 - 2 Hz Puls-frequentie
Downslope 20 - 80 %
In puls : controleert de duur van warme stroom in verhouding tot de duur van
de koude stroom.
Crater ller 0 - 2 secs. Dalende stroom
Post gas 50 - 100 %
Dit stroomniveau bij het uitdoven is de fase die volgt op het verlagen van de stroom.
Deze stroom wordt ingesteld in intensiteit (% van de lasstroom) en in tijd (seconden).
Post gaz 0 - 25 secs.
Tijdsduur van het in stand houden van de gasbescherming, na het uitschakelen van de
lasboog. Beschermt het werkstuk en de elektrode tegen oxidatie.
De toegang tot sommige lasparameters is afhankelijk van de geselecteerde weergavemodus: Instellingen/Normaal: Expert, Gevorderd, Gea-
vanceerd.
PUNTEN ( Handmatig of ) Standaard (Dynamic STD))
• SPOT
Met deze lasmodule kunnen de te lassen onderdelen vooraf geassembleerd worden. Het punten kan handmatig, per trekker of getemporiseerd gebeu-
ren, in een van te voren gedenieerd ritme. Deze punt-tijd zorgt voor een betere reproduceerbaarheid en het realiseren van niet-geoxideerde punten
(toegankelijk in het geavanceerde menu).
Instellingen Omschrijving Instellingen Beschrijving & adviezen
Draadsnelheid 1 - 22m/min Hoeveelheid toegevoegd metaal en indirect de lasintensiteit.
Spanning 10 - Umax Regelt het lasvermogen.
Smoorklep -4 > +4 Vlakt min of meer de lasstroom af. Instelling afhankelijk van de laspositie.
Punt 0.1 - 10 secs. Bepaalde duur.
Pre-gas 0 - 25 secs.
Duur van het zuiveren van de toorts en het creëren van beschermingsgas voor het opstar-
ten.
Post gas 0 - 25 secs.
Tijdsduur van het in stand houden van de gasbescherming, na het uitschakelen van de
lasboog. Beschermt het werkstuk en de elektrode tegen oxidatie.
Dikte 0.1 - 5.5 mm
Dankzij de synergie is een volledig automatische instelling mogelijk. De ingegeven
dikte bepaalt automatisch de spanning en de aangepaste draadsnelheid.
Standaard
uitsluitend
Booglengte -6 > +6
Voor het aanpassen van de afstand tussen het uiteinde van de draad en het smelt-
bad (afstellen van de spanning).
Stroom 10 - Imax
De lasstroom wordt geregeld op basis van het type draad dat wordt gebruikt en
het te lassen materiaal.
De toegang tot sommige lasparameters is afhankelijk van de geselecteerde weergavemodus: Instellingen/Normaal: Expert, Gevorderd, Gea-
vanceerd.
• DELAY
Deze punt-module lijkt op de SPOT, maar wisselt punten af met vooraf gedenieerde pauzes zolang de trekker ingedrukt wordt gehouden.
13
NEOFEED 4W
NL
Instellingen Omschrijving Instellingen Beschrijving & adviezen
Draadsnelheid 1 - 22m/min Hoeveelheid toegevoegd metaal en indirect de lasintensiteit.
Spanning 10 - Umax Regelt het lasvermogen
Punt 0.1 - 10 secs. Bepaalde duur.
Duur tussen 2
punten
0.1 - 10 secs.
De duur tussen het einde van een punt (buiten Post gas) en het hervatten van een nieuw
punt (inclusief Pre-Gas).
Smoorklep -4 > +4 Vlakt min of meer de lasstroom af. Instelling afhankelijk van de laspositie.
Pre-gas 0 - 25 secs.
Duur van het zuiveren van de toorts en het creëren van beschermingsgas voor het opstar-
ten.
Post gas 0 - 25 secs.
Tijdsduur van het in stand houden van de gasbescherming, na het uitschakelen van de
lasboog. Beschermt het werkstuk en de elektrode tegen oxidatie.
Dikte 0.1 - 5.5 mm
Dankzij de synergie is een volledig automatische instelling mogelijk. De ingegeven
dikte bepaalt automatisch de spanning en de aangepaste draadsnelheid.
Standaard
uitsluitend
Booglengte -6 > +6
Voor het aanpassen van de afstand tussen het uiteinde van de draad en het smelt-
bad (afstellen van de spanning).
Stroom 10 - Imax
De lasstroom wordt geregeld op basis van het type draad dat wordt gebruikt en
het te lassen materiaal.
De toegang tot sommige lasparameters is afhankelijk van de geselecteerde weergavemodus: Instellingen/Normaal: Expert, Gevorderd, Gea-
vanceerd.
MIG/MAG-LASCYCLI
Procedure 2T Standaard :
Istart
Dstart
I hot start
T hotstart
Gas Pre-Flow
Creep Speed
I blackout
T burn-back
I burn-back
Gas post-Flow
I
Soft-start
T crater Filler
I crater Filler
Wanneer er op de trekker gedrukt wordt, begint Pre-gas. Wanneer de draad het werkstuk aanraakt start een puls de boog op, en vervolgens begint
de lascyclus. Bij het loslaten van de trekker stopt de draadaanvoer, en met een stroom-puls kan de draad netjes afgesneden worden. Daarna start de
Post-gas. Zolang de Post-gas fase niet is beëindigd, kan met een druk op de trekker het lassen snel weer (handmatig) opgestart worden, zonder eerst
de HotStart-fase weer te moeten doorlopen. Een HotStart en (of) een Crater-Filler kunnen aan de cyclus toegevoegd worden.
14
NEOFEED 4W
NL
Procedure 4T Standaard :
Istart
Dstart
I hot start
T hotstart
I Blackout
T burn-back
I burn-back
Gas post-Flow
4T
4T
Soft-start
I
T crater Filler
I crater Filler
Gas Pre-Flow
Creep Speed
In 4T standaard kan de duur van Pre-gas of van HotStart, en die van Post-gas of Crater-Filler, met de trekker worden geregeld.
Procedure 2T Puls :
Istart
Dstart
I hot start
T hotstart
T upslope
Gas Pre-Flow
Creep Speed
T downslope
I blackout
T burn-back
I burn-back
Gas post-Flow
I
Soft-start
T crater Filler
I crater Filler
Wanneer er op de trekker gedrukt wordt, begint Pre-gas. Wanneer het draad het werkstuk aanraakt start een puls de boog op. Vervolgens begint het
apparaat met HotStart, dan de Upslope en uiteindelijk begint de lascyclus. De Downslope begint bij het loslaten van de trekker, tot het bereiken van
ICrater ller. Vervolgens wordt de draad afgesneden, gevolgd door Post-gas. Net als in « Standaard» is er de mogelijkheid om snel het lassen weer
op te starten tijdens de post-gas, zonder eerst door de Hotstart fase te hoeven gaan.
15
NEOFEED 4W
NL
Procedure 4T Puls :
Istart
Dstart
I hot start
T hotstart
T upslope
T downslope
I Blackout
T burn-back
I burn-back
Gas post-Flow
4T
4T
Soft-start
I
T crater Filler
I crater Filler
Gas Pre-Flow
Creep Speed
In de 4T puls regelt de trekker Pregas als er geen HotStart is. Als er wel HotStart is kan met de trekker de duur van de HotStart geregeld worden.
Tijdens de stop kan met de trekker de Crater ller geregeld worden indien deze gevalideerd is. Als er geen Crater ller is, kan met de trekker PostGas
geregeld worden.
LASSEN MET WOLFRAAM ELEKTRODE MET INERT GAS (TIG MODULE)
AANSLUITINGEN EN ADVIEZEN
• TIG DC lassen vereist het gebruik van beschermgas (Argon).
Sluit de massaklem aan op de positieve (+) aansluiting. Sluit de TIG-toorts (Art. code 046108) in de EURO-connector van de generator en de
omkeerkabel in de negatieve aansluitconnector (-).
• Verzekert u zich ervan dat de toorts correct is uitgerust, en dat de slijtonderdelen (spantang, spantanghouder, verspreider en nozzle) niet versleten zijn.
SLIJPEN VAN DE ELEKTRODE
Voor het optimaal functioneren wordt aangeraden de gebruikte elektrode als volgt te slijpen:
d
L
a
a = Ø 0.5 mm
L = 3 x d voor een zwakke stroom.
L = d voor sterke stroom
KEUZE VAN DE DIAMETER VAN DE ELEKTRODE
Ø elektrode
(mm)
TIG DC
Zuivere Wolfraam Wolfraam met oxyden
1 10 > 75 A 10 > 75 A
1.6 60 > 150 A 60 > 150 A
2 75 > 180 A 100 > 200 A
2.5 130 > 230 A 170 > 250 A
3.2 160 > 310 A 225 > 330 A
4 275 > 450 A 350 > 480 A
~ 80 A per mm de Ø
16
NEOFEED 4W
NL
TIG LIFT ONTSTEKING
1 2
3
1- Positioneer de nozzle van de toorts en de punt van de elektrode op het werkstuk en
activeer de knop van de toorts.
2- Kantel de toorts totdat er een ruimte van 2-3 mm is tussen de punt van de elektrode
en het werkstuk. De boog ontsteekt.
3 - Herplaats de toorts in de normale positie om de lascyclus op te starten.
Het ontstekingsmechanisme en het stabilisatie-mechanisme van de boog zijn geschikt voor handmatig en mechanisch functioneren.
Waarschuwing : Het verlengen van de kabel van de toorts of van de retour-kabels, langer dan de lengte die geadviseerd wordt door de fabrikant,
verhoogt het risico op elektrische schokken.
DE INSTELLINGEN VAN DE TIG PROCEDURE
• De TIG DC is geschikt voor ijzerhoudende metalen zoals staal, inox, maar ook voor koper, koperlegeringen en titaan.
De TIG Synergic werkt niet meer op keuzes van een type stroom DC en het ingeven van instellingen van de lascyclus, maar integreert regels en
lassynergiëen gebaseerd op ervaring. Deze module beperkt zich dus tot drie fundamentele instellingen :
- Het type materiaal.
- De dikte van het te lassen materiaal.
- De laspositie.
Instellingen Omschrijving Instellingen TIG DC
TIG
Synergic
Advies
Standaard Vlakke stroom - -
Puls Puls stroom - -
Spot Vlak punten - -
Tack Gepulseerd punten - -
Type materiaal Fe, Al enz. - Keuze van het te lassen materiaal
Diameter van de Wolfraam elektrode 1 - 4 mm
Keuze van de diameter van de elektrode. Hiermee
kan het regelen van de stroom tijdens de ontsteking
verjnd worden.
Module trekker
2T - 4T -
4TLOG
Keuze van de werking van de trekker.
Lassen met constante energie -
Lasmodule met constante energie, met correctie van
booglengte-variaties.
Energie
Hold
Thermische
coëfciient
-
Zie hoofdstuk «ENERGY MODULE» op pagina’s.
Volgen.
HET TIG DC LASSEN
• TIG DC Standaard
De TIG DC Standaard lasprocedure geeft een hoge laskwaliteit op de meeste ijzerhoudende materialen, zoals staal, rvs, maar ook koper en koperlege-
ringen, titaan....... De verschillende mogelijkheden om stroom en gas te regelen geeft de gebruiker een perfecte beheersing van de laswerkzaamhe-
den, van de ontsteking tot de uiteindelijke afkoeling van de lasnaad.
17
NEOFEED 4W
NL
Instellingen Omschrijving Instellingen Beschrijving & adviezen
Pre-Gas 0 - 60 secs.
Duur van het zuiveren van de toorts en het creëren van beschermingsgas voor het ops-
tarten.
Hotstart 10 - 200 %
Dit stroomniveau bij het opstarten is de fase voordat het stroomniveau verhoogd wordt.
Tijdsduur Hotstart 0 - 10 secs.
Upslope 0 - 60 secs. Opvoeren van de stroom.
Lasstroom 10 - Imax Lasstroom.
Downslope 0 - 60 secs. Dalende stroom
Onderbreken van de
stroom
10 - 200%
Dit stroomniveau bij het uitdoven is de fase die volgt op het verlagen van de stroom.
Tijdsduur onderbre-
king
0 - 10 secs.
Post Gas 0 - 60 secs.
Tijdsduur van het in stand houden van de gasbescherming, na het uitschakelen van de
lasboog. Beschermt het werkstuk en de elektrode tegen oxidatie.
De toegang tot sommige lasparameters is afhankelijk van de geselecteerde weergavemodus: Instellingen/Normaal: Expert, Gevorderd, Gea-
vanceerd.
• TIG DC Puls
Deze lasmodule met pulsstroom schakelt tussen sterke lasstroom-impulsen (I, las-impulsen) en zwakkere stroompulsen(I_Koud, impulsen om het
werkstuk af te koelen). De pulsmodule wordt gebruikt om de te lassen onderdelen samen te voegen met een beperkte stijging van de temperatuur.
Voorbeeld :
De lasstroom is afgesteld op 100A en % (I_Koud) = 50%, dus een koude stroom = 50% x 100A = 50A.
F(Hz) is afgesteld op 10Hz, de duur van het signaal is 1/10Hz = 100ms -> iedere 100ms, een puls van 100A en een puls van 50A zullen elkaar
afwisselen.
Instellingen Omschrijving Instellingen Beschrijving & adviezen
Pre-Gas 0 - 60 secs.
Duur van het zuiveren van de toorts en het creëren van beschermingsgas voor het
opstarten.
Hotstart 10 - 200 %
Dit stroomniveau bij het opstarten is de fase voordat het stroomniveau verhoogd wordt.
Tijdsduur Hotstart 0 - 10 secs.
Upslope 0 - 60 secs. Opvoeren van de stroom.
Lasstroom 10 - Imax Lasstroom.
Wave-vorm Wave-vorm tijdens het puls-gedeelte.
Koude stroom 20 - 80% Tweede lasstroom, genaamd «koude stoom»
Koude stroom 20 - 80% Schakelen tijd van de warme puls-stroom (l)
Puls-frequentie 0.1 - 2500 Hz Puls-frequentie
Downslope 0 - 60 secs. Dalende stroom
Onderbreken van de
stroom
10 - 200 %
Dit stroomniveau bij het uitdoven is de fase die volgt op het verlagen van de stroom.
Tijdsduur onderbre-
king
0 - 10 secs.
Post Gas 0 - 60 secs.
Tijdsduur van het in stand houden van de gasbescherming, na het uitschakelen van de
lasboog. Beschermt het werkstuk en de elektrode tegen oxidatie.
De toegang tot sommige lasparameters is afhankelijk van de geselecteerde weergavemodus: Instellingen/Normaal: Expert, Gevorderd, Gea-
vanceerd.
18
NEOFEED 4W
NL
ADVIES INSTELLINGEN : De keuze van de frequentie
• In geval van lassen met handmatig toevoegen van materiaal : F(Hz) gesynchroniseerd met het aanbrengen van materiaal.
• In geval van dun plaatwerk zonder toevoegen van materiaal (< 0.8 mm), F(Hz) > 10Hz
• Lassen in positie : F(Hz) < 100Hz
PUNTEN TIG DC
• SPOT
Met deze lasmodule kunnen de te lassen onderdelen vooraf geassembleerd worden. Het punten kan handmatig, per trekker of getemporiseerd gebeu-
ren, in een van te voren gedenieerd ritme. Deze punt-tijd zorgt voor een betere reproduceerbaarheid en het realiseren van niet-geoxideerde punten
(toegankelijk in het geavanceerde menu).
Instellingen Omschrijving Instellingen Beschrijving & adviezen
Pre-Gas 0 - 60 secs.
Duur van het zuiveren van de toorts en het creëren van beschermingsgas voor het
opstarten.
Lasstroom 5 - Imax Lasstroom.
Spot
, 0 - 60
secs.
Handmatig of een vooraf bepaalde tijd.
Post Gas 0 - 60 secs.
Tijdsduur van het in stand houden van de gasbescherming, na het uitschakelen van
de lasboog. Beschermt het werkstuk en de elektrode tegen oxidatie.
De toegang tot sommige lasparameters is afhankelijk van de geselecteerde weergavemodus: Instellingen/Normaal: Expert, Gevorderd, Gea-
vanceerd.
• TACK
Met deze lasmodule kunnen ook onderdelen voorafgaand aan het lassen geassembleerd worden, maar in twee fasen : een eerste fase in DC puls, met
een geconcentreerde boog voor betere inbranding, gevolgd door een tweede in DC standaard, die de boog en dus het smeltbad verbreedt.
De instelbare tijdsduur van de 2 punt-fases zorgt voor een betere reproduceerbaarheid, en voor het realiseren van niet geoxideerde punten.
Instellingen Omschrijving Instellingen Beschrijving & adviezen
Pre-Gas 0 - 60 secs.
Duur van het zuiveren van de toorts en het creëren van beschermingsgas voor het
opstarten.
Lasstroom 5 - Imax Lasstroom.
Duur van de Puls
, 0 - 60
secs.
Fase Pulsen : handmatig of een vooraf bepaalde tijdsduur
Puls-frequentie 0.1 - 2500 Hz Puls-frequentie
Duur zonder Puls
, 0 - 60
secs.
Fase vlakke stroom : handmatig of een vooraf bepaalde tijdsduur
Post Gas 0 - 60 secs.
Tijdsduur van het in stand houden van de gasbescherming, na het uitschakelen van
de lasboog. Beschermt het werkstuk en de elektrode tegen oxidatie.
De toegang tot sommige lasparameters is afhankelijk van de geselecteerde weergavemodus: Instellingen/Normaal: Expert, Gevorderd, Gea-
vanceerd.
19
NEOFEED 4W
NL
• Lassen in de E.TIG module
Met deze module kan worden gelast met een constant vermogen. De variaties in booglengte worden real time gemeten, om zo een constante breedte
van de lasnaad en een constante inbranding te verkrijgen. Wanneer tijdens het assembleren een beheersing van de las-energie wordt gevraagd,
garandeert de E.TIG module de lasser dat het lasvermogen, bij ieder positie van de toorts met betrekking tot het te lassen voorwerp, gerespecteerd
wordt.
Standaard
(constante stroom)
E-TIG
(constante energie)
2 mm
D
10 mm
D
5 mm
D
2 mm
D
5 mm
D
10 mm
D
GEBRUIK VAN DE TREKKER
2T MODE
t t
t t
t
t
T2
T1
Hoofdknop
T3
T1
Hoofdknop
T2
T4
T3
T1
Hoofdknop
T2
T4
>0.5s<0.5s<0.5s
T1 - De hoofd-knop is ingedrukt, de lascyclus start (Pregas, l_Start,
UpSlope en lassen).
T2 - De hoofd-knop wordt losgelaten, de lascyclus wordt gestopt
(DownSlope, l_Stop, Postgas).
Op de toorts met 2 knoppen, en alleen in 2T, wordt de secundaire
knop beschouwd als de hoofd-knop.
4T MODE
t t
t t
t
t
T2
T1
Hoofdknop
T3
T1
Hoofdknop
T2
T4
T3
T1
Hoofdknop
T2
T4
>0.5s<0.5s<0.5s
T1 - De hoofd-knop is ingedrukt, de cyclus start vanuit Pregas en
stopt in de fase l_Start.
T2 - De hoofd-knop wordt losgelaten, de cyclus gaat over in UpS-
lope en in lassen.
T3 - De hoofd-knop is ingedrukt, de cyclus gaat over in Downslope
en stopt in de fase l_Stop.
T4 - De hoofd-knop wordt losgelaten, de cyclus eindigt met Pos-
tgas.
Nb : voor de toortsen, dubbele knoppen en dubbele knop +
draaiknop
=> knop « hoog/lasstroom » en actieve draaiknoppen
« onderste » knop niet actief.
4T log MODE
t t
t t
t
t
T2
T1
Hoofdknop
T3
T1
Hoofdknop
T2
T4
T3
T1
Hoofdknop
T2
T4
>0.5s<0.5s<0.5s
T1 - De hoofd-knop is ingedrukt, de cyclus start vanuit Pregas en
stopt in de fase l_Start.
T2 - De hoofd-knop wordt losgelaten, de cyclus gaat over in UpS-
lope en in lassen.
LOG : deze module wordt gebruikt tijdens de lasfase :
- een korte druk op de hoofd-knop (<0.5s), de stroom schakelt over
van l lasstroom naar l koud en vice versa.
- De secondaire knop wordt ingedrukt gehouden, de stroom scha-
kelt van I lassen naar I koud
- De secondaire knop wordt losgelaten, de stroom schakelt over van
I koud naar I lassen
T3 - Met een langere druk op de hoofdknop (>0.5s) gaat de cyclus
over tot Down Slope en stopt in de fase I_Stop.
T4 - De hoofd-knop wordt losgelaten, de cyclus eindigt met Pos-
tgas.
Bij laspistolen met dubbele knop of dubbele trekker behoudt de «hoge» trekker dezelfde functionaliteit als de enkele trekker of lamellenbrander. De
«lage» trekker is inactief.
LASSEN MET BEKLEDE ELEKTRODE (MMA MODULE)
AANSLUITING EN AANBEVELINGEN
• Aansluiten van kabels, elektrode-houder en massaklem.
• Respecteer de polariteiten en las-intensiteiten, zoals aangegeven op de verpakkingen van de elektroden.
• Verwijder de beklede elektrode uit de elektrode-houder wanneer het apparaat niet gebruikt wordt.
• De apparaten zijn uitgerust met 3 specieke Inverter functies :
- De Hot Start functie geeft een extra hoge stroom-intensiteit bij aanvang van het lassen.
- De Arc Force functie levert een extra hoge stroom-intensiteit, die voorkomt dat de elektrode plakt wanneer deze in het smeltbad komt.
- De Anti-Sticking functie vereenvoudigt het losmaken van de elektrode wanneer deze vastplakt.
20
NEOFEED 4W
NL
KEUZE VAN DE BEKLEDE ELEKTRODEN
• Rutiele elektrode : eenvoudig in gebruik in alle posities.
Basische elektrode : gebruik in alle soorten posities, geschikt voor het realiseren van beveiligingswerkzaamheden dankzij de verhoogde mechanische
eigenschappen.
Cellulose elektrode : geven een zeer dynamische boog met een hoge fusie-snelheid. Dankzij de mogelijkheid tot het gebruik in alle posities zijn deze
elektroden bijzonder geschikt voor pipeline-werkzaamheden.
DE INSTELLINGEN VAN DE PROCEDURE MET BEKLEDE ELEKTRODE (MMA)
Instellingen Omschrijving Instellingen Standaard Puls Beschrijving & adviezen
Type elektrode
Rutiel
Basisch
Cellulose
De specieke instellingen worden bepaald door het type elektrode
dat wordt gebruikt.
Anti-Sticking OFF - ON
De anti-sticking wordt aanbevolen voor het veilig verwijderen van
de elektrode in geval van plakken aan het te lassen werkstuk (de
stroom wordt automatisch onderbroken).
Energie
Hold
Thermische coëf-
ciient
Zie hoofdstuk «ENERGY MODULE» op pagina’s.
Volgen.
HET LASSEN MET BEKLEDE ELEKTRODE (MMA)
• MMA Standaard
Deze MMA lasmodule is geschikt voor de meeste toepassingen. Met deze procedure kan ieder type beklede elektrode gelast worden : rutiel, basisch,
cellulose, en op ieder type materiaal : staal, rvs, en gietijzer.
Instellingen Omschrijving Instellingen Beschrijving & adviezen
Percentage
Hot Start
0 - 100 %
De Hot Start geeft een zeer hoge stroom-intensiteit tijdens de ontsteking, die voorkomt dat
de elektrode aan het werkstuk blijft plakken. Deze stroom wordt ingesteld in intensiteit (%
van de lasstroom) en in tijd (seconden).
Duur Hot Start 0 - 2 secs.
Lasstroom 10 - Imax.
De ingestelde lasstroom is afhankelijk van het gekozen type elektrode (zie de verpakking
van de elektroden).
Arc Force -10 > +10%
De Arc Force geeft een zeer hoge intensiteit wanneer de elektrode of de druppel het smelt-
bad raakt, om zo plakken te voorkomen.
• MMA Puls
Deze lasmodule is geschikt voor toepassingen waarbij verticaal opgaand gelast wordt (PF). Met de puls-module is het mogelijk om een koud smeltbad
te behouden, dat tevens een goede materiaaloverdracht geeft. Zonder puls vereist het verticaal opgaand lassen een «dennenboom» beweging, dit is
een nogal moeilijke driehoeksbeweging. Dankzij de MMA Puls is het niet meer nodig deze beweging uit te voeren. Afhankelijk van de dikte van het te
lassen voorwerp kan één rechte omhooggaande beweging voldoende zijn. Als u toch uw smeltbad wilt vergroten is een eenvoudige laterale beweging
voldoende. In dit geval kunt u de frequentie van uw puls-stroom op uw scherm regelen. Deze procedure geeft de lasser een grotere controle tijdens
het verticaal lassen.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78

GYS WIRE FEEDER AIR/WATER NEOFEED-4W - FOR NEOPULSE 400/500 G Manuale del proprietario

Tipo
Manuale del proprietario
Questo manuale è adatto anche per