- 5 -
JEU DE BOULES SET KH 4242
De jeu de boules set bestaat uit 6 ballen, een houten
but, een afstandskoord en een handige draagtas.
Het kan in principe op iedere ondergrond worden
gespeeld. Vooral geschikt zijn gravelbanen, zoals
deze bijv. in parken aanwezig zijn. De ondergrond
moet niet te hard, maar ook niet te zacht zijn.
Oneff enheden maken het spel interessant en
uitdagend.
Speltechniek
In principe zijn er twee manieren om de ballen te
spelen, doordat men deze ofwel „legt“ ofwel
„schiet“.
Bij het leggen probeert men de ballen zo dicht
mogelijk bij de but te plaatsen.
Bij het schieten probeert men met een gerichte
worp de ballen van de tegenstander van de but te
verwijderen.
Bij het leggen en bij het schieten moet u op de
juiste houding van de hand letten. Men gooit met
de handpalm naar onderen gericht. Daardoor
krijgt de bal een bepaalde achterwaartse draaiing.
Als u de slag te pakken heeft, kunt u de ballen
zo manipuleren, zoals de bodemgesteldheid en
speelsituatie vereisen.
De spel-formaties
Jeu de boule kan in volgende formaties worden
gespeeld:
Tête á tête = 2 enkele spelers met telkens 3 ballen.
Doublette = 2 teams met telkens 2 spelers.
Iedere speler heeft 3 ballen
(tweede jeu de boules set is nodig).
Triplette = 2 teams met telkens 3 spelers.
Iedere speler heeft 2 ballen
(tweede jeu de boules set is nodig).
Het spelprincipe
Door het opgooien van een munt wordt bepaald,
welk team begint. Een speler van dit team trekt op
de grond een cirkel van ca. 35–50 cm diameter.
De speler gaat in de cirkel staan en werpt de but
op een afstand van 6–10 m.
De but moet tenminste 1 m afstand hebben ten
opzichte van hindernissen, zoals bijv. bomen,
muren, etc.
Vervolgens probeert een speler van dit team een
bal zo dicht mogelijk bij de but te plaatsen. Bij de
worp moeten de voeten van de speler binnen de
cirkel zijn en contact met de grond houden, totdat
de gespeelde bal de grond raakt.
Nu gaat het recht om te werpen over op het andere
team en wel zo lang, totdat één van hun ballen
dichter bij de but ligt, of alle ballen van het team
zijn gespeeld. Binnen het team kan de volgorde
van de spelers willekeurig worden gewisseld.
Daarna is het andere team weer aan de beurt, etc.
Men mag de ballen van de tegenstander ook
„wegschieten“.
Voorbeeld: team A heeft een bal heel dicht bij de
but gelegd. Team B schiet deze bal weg en heeft
zo de mogelijkheid om zichzelf in voorkomend
geval met de volgende bal dichter bij de but te
plaatsen dan team A.
De ligging van de but kan en mag tijdens het
spel door balcontact veranderen. Zij moet echter
altijd voor alle spelers zichtbaar zijn en mag niet
dichter dan 3 m en niet verder dan 20 m van de
werpcirkel liggen. Stoot de but tegen een hindernis,
moet de ronde opnieuw worden begonnen. Het
team, dat door het opgooien van de munt in zijn
voordeel heeft beslist, begint opnieuw.
Pas als alle ballen zijn gespeeld, worden de punten
geteld. Het team, dat het dichtste bij de but ligt,
krijgt een punt. Heeft het team zelfs twee of meer
ballen dichter bij de but geplaatst, krijgt het twee
of meer punten.
In een ronde kan maar één team punten scoren.
Bij doublette en triplette kunnen er theoretisch tot
wel zes punten per ronde worden behaald.
Het team, dat in de laatste ronde heeft gescoord,
trekt op de plek waar de but heeft gelegen een
nieuwe werpcirkel en een nieuwe ronde begint.
Gewonnen heeft het team, dat het eerst 13 punten
heeft behaald.
Importeur / Service
KOMPERNASS GMBH
BURGSTRASSE 21
44867 BOCHUM, GERMANY
www.kompernass.com
IB_KH4242_DIE46333_LB1new.indd Abs1:5IB_KH4242_DIE46333_LB1new.indd Abs1:5 19.01.2010 11:34:40 Uhr19.01.2010 11:34:40 Uhr