5
Supporti del busto, rigidi Art. nr.: 6634 (misura 1) / 6734 (misura 2)
L’imbottitura dello schienale ha due fessure lunghe. I supporti per il busto
vengono infilati in queste fessure, per poterli fissare alla schiena. Il cuscino dei
supporti per il busto deve rimanere fisso anche durante il montaggio. L’estremità
libera del cuscino, sul lato interno dei supporti, può però essere aperta, per
facilitare il montaggio. (ill. 1)
I supporti devono essere fissati in modo che il lato obliquo indichi verso l’altro.
Per farlo, infilare i supporti per il busto nello spazio nello schienale. La parte es-
terna dell’imbottitura dello schienale si trova di volta in volta sotto il supporto,
mentre la parte centrale dell’imbottitura dello schienale sta sul supporto. (ill. 2)
Inserire una vite nella fessura in alto del supporto del busto e infilare nello
schienale la fessura longitudinale desiderata. Il raccordo deve essere fissato
con un dado a stella. Ripetere con la seconda fessura del supporto del busto.
È importante che la vite in alto sia serrata solo poco all’inizio. Questo facilita il
serraggio della vite in basso. (ill. 3)
Mettere i supporti del busto nella posizione desiderata e serrare bene le due
viti. L’estremità libera della fodera del supporto per il busto viene messa sotto la
parte centrale dell’imbottitura dello schienale. (ill. 4)
Thoraxpelotten, star Art.nr.: 6634 (maat 1) / 6734 (maat 2)
Het rugkussen beschikt over twee lange verticale gleuven. Door deze gleuven
worden de thoraxpelotten geleid om ze aan de rug te kunnen bevestigen. Het
kussen van de thoraxpelotten moet ook tijdens de montage bevestigd blijven.
Het losse kussenuiteinde aan de binnenzijde van de pelotten kan echter voor
een eenvoudigere montage omhoog geklapt worden. (afb. 1)
De pelotten dienen zodanig bevestigd te worden, dat de schuine zijde naar bo-
ven wijst. Daarvoor de thoraxpelotten door de spleet in het rugkussen schuiven.
Het buitenste gedeelte van het rugkussen ligt telkens onder de pelotte, terwijl
het middelste gedeelte van het rugkussen boven de pelotte zit. (afb. 2)
Een schroef door de bovenste gleuf van de thoraxpelotte en door de gewenste
langsgleuf in de rugleuning brengen. De verbinding met een stergreepmoer bor-
gen. Deze stap met de tweede gleuf van de thoraxpelotte herhalen. Belangrijk
is dat de bovenste schroef in eerste instantie lichtjes aangedraaid wordt. Dit
vergemakkelijkt het aandraaien van de onderste schroef. (afb. 3)
De thoraxpelotten in de gewenste positie brengen en beide schroeven vast
aandraaien. Het losse uiteinde van de thoraxpelottehoes wordt onder het mid-
delste gedeelte van het rugkussen gelegd. (afb. 4)