19
Tijdens het koelen van de lucht blijft er wat waterdamp uit de lucht achter in de
airconditioner. Het meeste water wordt gebruikt om het apparaat zelf te koelen en
efficiënter te laten werken. Deze functie is uniek voor verplaatsbare airconditioners.
Als de airconditioner in ZEER VOCHTIGE lucht moet werken, zal water in de
opvangbak in het apparaat lopen. Als de waterbak vol is, stopt de compressor, de
ventilator laat de lucht nog steeds circuleren. Het
-lampje knippert om te melden
dat de waterbak vol is. De koelfunctie zal pas weer werken als de waterbak is geleegd.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact.
• Plaats een bak of schaal op de vloer onder het aftapgat. Voer het water niet
permanent af op deze manier, want dan kan zo’n schaal of bak gemakkelijk
overlopen.
• Draai de afsluitdop los.
• Verwijder de rubberen plug om het water in de
bak of schaal te laten lopen. Duw de plug terug
als de bak of schaal bijna vol is en leeg de bak of
schaal. Herhaal deze procedure tot al het water
uit de airconditioner is gelopen.
• Duw de rubberen plug weer stevig in het aftapgat.
Het -lampje mag nu niet meer knipperen.
• Draai de afsluitdop vast.
NL
SCHOONMAKEN
Trek altijd eerst de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat met
schoonmaken wordt begonnen.
De behuizing
Maak de buitenkant schoon met een zachte, vochtige doek. Gebruik nooit agressieve
chemische middelen, wasbenzine/terpentine e.d., ontvettingsmiddelen, chemisch
voorbehandelde doekjes of andere reinigingsoplossingen. Dergelijke middelen
kunnen de behuizing beschadigen.
Filter
Het koolstoffilter mag niet worden afgespoeld.
Gebruik een stofzuiger of tik voorzichtig tegen het filter om los stof en vuil uit de
filters te verwijderen. Spoel uitsluitend het stoffilter af met lauwwarm water (niet
warmer dan 40 °C). Laat het helemaal drogen voordat het filter wordt terugplaatst.
Let op! Gebruik de airconditioner nooit zonder de filters.
DE WATEROPVANGBAK LEGEN
Rubberen plug Afsluitdop