n Technische wijzigingen voorbehouden. Geen aansprakelijkheid voor vergissingen en drukfouten. ABUS © 2008
I Ci si riservano modifiche tecniche. Per errori e refusi di stampa non ci si assume alcuna responsabilità. ABUS © 2008
390236 12/08
www.abus.com
I V. Istruzioni per il montaggio:
Avvertenza importante:
• Prima del montaggio verificare per favore la regolazione
della finestra risp. della porta finestra. Se necessario registrare
nuovamente i serramenti affinché la finestra (la porta-finestra)
si chiuda e si apra perfettamente.
• Verificate anche che le misure minime indicate nell’ill. 2 esistano
nelle vostre finestre/ porte-finestre.
• Le profondità per trapanare i fori, risp. le lunghezze delle viti
devono essere adattate alle condizioni particolari.
• Evitare che la punta del trapano risp. la vite fuoriesca
dall’altra parte! Se necessario lavorare con arresto del trapano
o accorciare le viti.
• Quando si trapana, non danneggiare parti mobili, guarnizioni
o vetri.
Montaggio:
Montaggio del meccanismo Queste istruzioni si suddividono
nel modo seguente
Aprire la maniglia esistente e svitare le viti, bloccare nuovamente
la finestra e togliere la maniglia.
Misurare la lunghezza del perno quadro sulla maniglia della finestra
svitata (ill. 4). La lunghezza necessaria della spina quadrangolare è «X»
più 22 mm. Infilare il perno quadro corto con il lato corto fino all’arresto
nella maniglia per finestra FOS 550 (7). Se la misura necessaria «X» non
viene raggiunta (ill. 5).
Infilare il meccanismo, allinearlo centricamente e parallelamente
rispetto al battente della finestra. Disegnare 4 fori (ill. 6) e trapanare
(vedi tabella trapanazioni). Avvitare saldamente il meccanismo.
Montaggio della guida superiore ed inferiore del chiavistello
Far aderire la lamiera del chiavistello (2) alla stessa distanza dal
bordo laterale della finestra come il meccanismo (1) e bordo inferiore
del foro rettangolare a filo con il bordo superiore della finestra (ill. 7).
Disegnare i fori da trapanare B + C e trapanare (B = 3 mm, C = 3,5 mm).
Avvitare le lamiere del chiavistello attraverso i fori B con viti 4,2 x 13 mm.
Montaggio della squadra di chiusura superiore ed inferiore
Infilare da dietro la squadra di chiusura (3) nell’apertura della lamiera del
chiavistello (2) e compensare adeguatamente con spessori (11) come
nell’ill. 8.
Disegnare i fori D, trapanare (vedi tabella trapanazioni) e allineare
la squadra di chiusura (3) incl. gli spessori (11) al centro e avvitare
saldamente con viti 5,5 x 50 mm o 60 mm, se possibile.
Con l’avvitatura inclinata utilizzare le rondelle cuneiformi.
Montaggio delle barre del chiavistello
1. Infilare le due barre (16) con il lato del perno nella squadra di
chiusura (3) fino all’arresto e far aderire al meccanismo (ill. 9).
Sul lato superiore del meccanismo ci sono sopra e sotto 2 demarca-
zioni, su ogni parte. Per la demarcazione a trattini «G» disegnare
la sagoma delle barre (16) (ill. 10), accorciare con la sega per metallo
ed eliminare le bave. Ingrassare un po’ le viti M4 x 16 mm e avvitare
dritte nel lato frontale segato della barra del chiavistello fino a che la
demarcazione a trattini «H» coincide con il bordo inferiore della testa
della vite (ill. 10) (la vite taglia la filettatura).
2. Inserire le barre del chiavistello, ciascuna centrata nel meccanismo
in modo che la testa della vite si immerga nell’alloggiamento a forma
di T. Premere le barre verso la finestra (ill. 11a + 11b), le teste delle
viti sono ora bloccate nelle ganasce di fissaggio.
3. Innestare (a scatto) la graffa di supporto (6) in basso ed in alto
ne meccanismo (1) (ill. 12).
4. Infilare le lamiere di guida (4) nelle lamiere del chiavistello (2)
e avvitare saldamente a mano (ill. 13).
5. Con finestra chiusa, le barre del chiavistello (14) sono spinte in alto
risp. in basso. Inserire, provvisoriamente, la manopola girevole (7)
(la manopola indica verso il basso).
Verificare il funzionamento della serratura e delle barre del
chiavistello: eventualmente allineare squadre di chiusura e
lamiere del chiavistello. Aprire la finestra.
6. Nelle finestre di legno trapanare preliminarmente il foro F (ill. 8),
(vedi tabella trapanazioni) e inoltre avvitare con vite 5,5 x 50 mm
risp. 60 mm. Con l’avvitatura inclinata utilizzare le rondelle
cuneiformi.
7. Nelle finestre di plastica trapanare preliminarmente i fori E + F,
(vedi tabella trapanazioni) e inoltre avvitare con 3 viti 5,5 x 50 mm
risp. 60 mm. Il foro F può essere utilizzato anche per l’impiego di
IM 100 o BA.
8. Applicare i cappucci angolari di chiusura (5).
9. Sgrossare al trapano i fori di fissaggio per le guide (13)
(ved. la tabella dei fori) e avvitare con le viti 4,2 x 13 mm (Fig. 14).
10. Inserire la spina quadrangolare (9) nel meccanismo (1).
11. Applicare l'elemento centrale (12) nel meccanismo.
12. Misurare la lunghezza dei cappucci di copertura, dal centro
dell'elemento centrale fino al bordo della lamiera di guida A (4),
e aggiungere 5 mm (Fig. 14).
13. Segare i cappucci di copertura, sbavarli e applicarli premendo.
14. Fissare la manopola girevole (7) con le viti M6 x 20 mm.
15. Applicare i cappucci terminali (14).
VI. Uso
Le normali funzioni del ferramento della finestra incorporato vengono
espletate dalla FOS 550. La funzione in più della sicura è automatica.
Quando la finestra è bloccata, girando la chiave del cilindro
la finestra/la porta finestra vengono aperte.
n V. Montage:
Belangrijke aanwijzingen:
• Voor de montage dient u de afstelling van het raam resp.
de deur te controleren. Zorg ervoor dat het raam / de deur
probleemloos geopend en gesloten kan worden.
• Meet na of de in afb. 2 aangegeven min. afmetingen
daadwerkelijk beschikbaar zijn.
• De boordieptes en schroeflengtes moeten aan het gevelement
aangepast worden.
• Voorkom doorboren en -schroeven.
Eventueel met een booraanslag werken
of de schroeven inkorten.
Bij het boren geen beslag, afdichtingen of ruiten beschadigen.
Montage:
Montage van de aandrijfkast
De oude raamgreep in de „open”-stand (horizontaal) zetten en
de bevestigingsbouten verwijderen. Het raam weer afsluiten en de
raamgreep verwijderen.
Meet de lengte van de vierkantstift van de oude raamgreep (afb. 4).
De benodigde lengte van de vierkantige pen bedraagt „X” plus 22 mm.
Steek de korte vierkantstift (9) met de kortste zijde tot de aanslag in de
FOS 550 raamgreep (7). Indien de korte vierkantstift te kort is (maat x),
dient de lange vierkantstift (9) toegepast te worden.
Deze dient vervolgens op de juiste lengte ingekort te worden (afb. 5).
Plaats vervolgens de aandrijfkast gecentreerd en evenwijdig met de
raam- of deurkant tegen het raam of de deur en teken de vier boorgaten
af (afb. 6). Boor de gatenvoor (zie boortabel) en bevestig de aandrijfkast.
Montage van de grendelstanggeleiding (onder en boven)
De schootplaten (2) op gelijke afstand van de raam- of deurkant als de
aandrijfkast (1) en met de de onderkant van de rechthoekige uitsparing
gelijk met de raam- of deurkant tegen het raam of de deur plaatsen
(afb. 7). Teken de boorgaten „B” en „C” af en boor ze voor (B = 3 mm /
C = 3,5 mm). Bevestig de schootplaten nu uitsluitend met de schroeven
4,2 x 13 mm in de schroefgaten „B”.
Montage van de sluithoeken (onder en boven)
Steek de sluithoeken (3) van achter door de stanggeleiders (2) en vul
deze m.b.v. de opvulplaatjes (11) (afb. 8) uit.
Teken de boorgaten „D” af en en boor ze voor (zie boortabel). Richt de
sluitplaat uit en m.b.v. de 5,5 x 50 mm, maar liever 60 mm, bevestigen.
Bij een schuine schroefkoppeling wigschijf gebruiken.
Montage van de grendelstangen
1. Steek de beide grendelstangen (16) met de stiftkant tot de aanslag
door de sluithoeken (3)en houdt ze tegen de aandrijfkast (afb. 9).
Op de aandrijfkast bevinden zich aan de boven- en onderzijde
2 markeringen. Teken bij markering „G” de grendelstangen (16) af,
kort ze m.b.v. een ijzerzaag in en ontbraam ze met een vijl.
Vet de bouten M4 x 16 mm iets in en draai ze, tot de onderkant
van de kop gelijk ligt met markering „H” in de kopse kant van de
ingekorte grendelstangen (afb. 10) (de bouten zijn zelftappend).
2. Plaats de grendelstangen (16) met de boutkop in de T-vormige
uitsparing in het midden van de aandrijfkast en druk ze vervolgens
tegen het raam (afb. 11a + 11b).
De boutkoppen zitten nu vast in de uitsparingen.
3. Klik de verbindingsklemmetjes (6) onder en boven in de
aandrijfkast (1) (afb. 12).
4. Plaats de geleidingsplaten (4) op de schootplaten (2) en breng
de schroeven handvast aan (afb. 13).
5. De grendelstangen zijn bij een gesloten raam naar boven resp. naar
onder geschoven. Draaibare handgreep (7) met vierkantige pen
tijdelijks opspelden (handgreep wijst naar beneden).
Controleer de werking van de FOS550. Indien nodig de sluit-
hoeken en schootplaten narichten. Controleer het openen en
sluiten van het raam.
6. Bij houten ramen de boorgaten „F” voorboren (afb. 8) (zie boor-
tabel) en de schroeven 5,5 x 50 mm resp. 60 mm aanbrengen.
Bij een schuine schroefkoppeling wigschijf gebruiken.
7. Bij kunststof ramen de boorgaten „E” en „F” voorboren (afb. 8)
(zie boortabel) en onder en boven 3 schroeven 5,5 x 50 mm resp.
60 mm aanbrengen. Boorgat „F” kan ook voor het ABUS BA
bevestigingsanker gebruikt worden.
8. Sluithoekkappen (5) openen.
9. Bevestigingsopeningen voor geleidingen (13) vooraf boren
(zie boortabel) en met schroeven 4,2 x 13 mm vastschroeven
(afbeelding 14).
10. Vierkantige pen (9) in het drijfwerk (1) steken.
11. Middenstuk (12) op het drijfwerk plaatsen.
12. Lengte van de afdekkappen van het midden van het middenstuk
tot kant A van de geleideplaten (4) dimensioneren en er 5 mm
bij rekenen (afbeelding 14).
13. Afdekkappen afzagen, afbramen en openen.
14. Draaibare handgreep (7) met schroeven M6 x 20 mm bevestigen.
15. Eindkappen (14) openen.
VI. Bediening
De bediening van het ingebouwde draai/kiep-beslag geschiedt door
de FOS 550. De extra ver- en ontgrendeling volgt automatisch.
In vergrendelde toestand wordt door het indrukken van de drukcilinder
het raam of de deur afgesloten.
Tip. Druk ook in de kiepstand de drukcilinder in:
kinderbeveiliging en voorkomt bediening van buitenaf.