n Technische wijzigingen voorbehouden. Geen aansprakelijkheid voor vergissingen en drukfouten. ABUS © 2011
I Ci si riservano modifiche tecniche. Per errori e refusi di stampa non ci si assume alcuna responsabilità. ABUS © 2011
I V. Istruzioni di montaggio:
Avvertenza importante:
1. Prima del montaggio verificare per favore la regolazione della
finestra risp. della porta finestra. Se necessario registrare
nuovamente le guarnizioni metalliche affinché la finestra (la
porta-finestra) si chiuda e si apra perfettamente.
2. Verificate anche che le misure minime indicate nell’ill. 2 esistano
nelle vostre finestre/ porte-finestre.
3. Le profondità per trapanare i fori, risp. le lunghezze delle viti
devono essere adattate alle condizioni particolari.
4. Evitare che la punta del trapano risp. la vite fuoriesca dall’altra
parte! Se necessario lavorare con arresto del trapano o accorciare
le viti.Quando si trapana, non danneggiare parti mobili,
guarnizioni o vetri.
Preparazione
Aprire le maniglie esistenti e svitarle.
Montaggio della maniglia della finestra
1. Tagliare a misura i distanziatori (8) (ill. 4) per i fori b (ill. 4b).
I distanziatori (8) devono essere infilati di circa 5– 6 mm (ill. 4a).
2. Chiudere di 180° la FO 500. Sfilare il chiavistello lateralmente dalla
scatola della serratura (1).
Far uscire dal basso il coperchietto (6) della maniglia della finestra
con uno dei due perni quadri (4) o (5).
3. Scegliere la lunghezza del perno quadro (4) o (5) orientandosi sulle
condizioni particolari del montaggio e se necessario il perno lungo
deve essere accorciato.
4. Inserire nella maniglia della finestra il perno quadro (4) o (5) per il
centraggio (ill. 5a). Aprire FO 500 (ill. 5b). Con diametro dei fori B
(maggiore o uguale) a 12 mm infilare sui naselli (ill. 5a).
Mettere sul battente della finestra e avvitare con le viti a testa
svasata M5 x 35 mm allegate alla confezione. Se non esistono fori
filettati metrici, si devono usare le due viti allegate 4,8 x 25 mm.
I distanziatori (8) (ill. 4) in questo caso non vengono utilizzati.
5. Richiudere la FO 500 (ill. 6) e sfilare nuovamente il perno quadro
(4) o (5) con l’aiuto di una delle due viti di fissaggio 5,5 x 60 mm
(avvitare leggermente).
6. Infilare il chiavistello nella serratura, lateralmente come da ill. 7.
Infilare il perno quadro (4) o (5) e inserirlo con colpi leggeri.
Montaggio della cassa della serratura
1. La staffa di bloccaggio (ill. 8) è montata per finestre che aprono
a sinistra. Per finestre che si aprono a destra, la staffa di
bloccaggio deve essere spostata. Allo scopo tirare fuori la lamiera
di sicurezza e svitare il perno di fissaggio. Girare la staffa di
bloccaggio in direzione longitudinale e trasversale di 180°.
L’incavo A (ill. 8) deve indicare sempre verso il basso e verso il
telaio. Inserire il perno di fissaggio e inserire bene premendo la
lamiera di sicurezza.
2. Con un cacciavite staccare dal basso i coperchietti (6) della cassa
della serratura (2), facendoli passare attraverso i fori di fissaggio
dal basso.
3. Mettere la maniglia della finestra in posizione inclinata (ill. 9).
4. La cassa della serratura (2) deve stare alla stessa altezza e
parallelamente alla scatola della serratura (1). Allo scopo sotto la
cassa della serratura (2) si mette il listello da avvitare (3) e se
necessario piastrine (10) (ill. 10).
5. Le piastrine (10) si trovano in questo caso fra listello da avvitare (3)
e cassa della serratura (2). La staffa di bloccaggio viene ora
allineata al centro mediante gli incavi del chiavistello (ill. 11).
Con una matita appuntita disegnare i contorni esterni sul telaio.
6. Aprire la maniglia della finestra.
7. Togliere cassa della serratura (2) e piastrine (10) e, a secondo di
come deve essere fatto il montaggio, procedere nel modo
seguente:
Altezza d’incastro: a partire da 14 mm
(con listello da avvitare e in caso con piastrine)
Poggiare il listello da avvitare (3) sulla posizione disegnata.
Disegnare i fori B e trapanare (vedi tabella per trapanazioni).
Avvitare saldamente con due viti 5,5 x 60 mm.
Trapanare al centro (vedi tabella delle trapanazioni) attraverso i fori
obliqui C del listello da avvitare (3) e avvitare saldamente con viti
5,5 x 60 mm (ill. 13).
Se necessario compensare il listello da avvitare (3) con piastrine (10)
per farlo arrivare allo spessore dell’incastro.
Fissare la cassa della serratura (2) incl. le piastrine (10) sul listello da
avvitare (3) facendo passare per i fori A (ill. 14); fino a 5 mm di
piastrine (spessore) utilizzare 2 viti M6 x 35 mm; da 6 a 11 mm di
piastrine (spessore) utilizzare 2 viti M6 x 40 mm.
Altezza d’incastro: 0 –13 mm
(senza listello da avvitare, in caso con piastrine (spessori)
Mettere la cassa della serratura (2) sulla posizione disegnata.
Disegnare i fori A e trapanare (vedi tabella delle trapanazioni).
Se necessario mettere sotto la cassa ella serratura (2) piastrine (10)
(spessore) (ill. 12) e avvitare con viti 5,5 x 60 mm.
Verificare il funzionamento
Maniglia in basso = bloccaggio totale
Maniglia orizzontale = la finestra si può aprire completamente
Maniglia in alto = funzione asta di bloccaggio
Dopo il fissaggio della vite senza testa, troncare il perno al coperchio (6)
Inserire i coperchietti nella maniglia della finestra e nella cassa della
serratura (2) premendo (ill. 15).
VI. Uso
Le normali funzioni del ferramento della finestra incorporato
vengono espletate dalla FO 500. La funzione in più della staffa di
bloccaggio è attiva con finestra inclinata. In questo caso si tratta di
una sicura durante la presenza di persone in casa. Il blocco totale lo
si ha premendo in dentro il cilindro. Si apre con la chiave.
n V. Montage:
Belangrijke aanwijzingen:
1. Voor de montage dient u de afstelling van het raam resp. de deur
te controleren. Zorg ervoor dat het raam / de deur probleemloos
geopend en gesloten kan worden.
2. Meet na of de in afb. 1 aangegeven min. afmetingen
daadwerkelijk beschikbaar zijn.
3. De boordieptes en schroeflengtes moeten aan het gevelelement
aangepast worden.
4. Voorkom doorboren en -schroeven. Eventueel met een
booraanslag werken of de schroeven inkorten. Bij het boren geen
beslag, afdichtingen of ruiten beschadigen.
Voorbereiding
De bestaande raamgreep in de ,open’- positie (horizontaal) zetten en
verwijderen.
Montage van de slotkast
1. De afstandshulzen (8) (afb. 4) voor de gaten B (afb. 4b) inkorten.
De afstandshulzen (8) moeten 5 – 6 mm dieper liggen (afb. 4a).
2. De greep 180 draaien en de schoot uit de slotkast trekken.
Afdekkap (6) van de greep van onder af m.b.v. een van de
vierkantstiften (4) of (5) verwijderen.
3. De lengte van de vierkantstift (4) of (5) aan de hand van situatie
bepalen. De lange stift eventueel inkorten.
4. De vierkantstift (4) of (5) voor het bepalen van de juiste positie
in de slotkast steken (afb. 5a) en de raamgreep in de ,open’-
positie (horizontaal) zetten (afb. 5a). Indien de montagegaten
B > 12 mm zijn, de uitvul-ringen (9) op de nokken plaatsen (afb. 5b).
De slotkast tegen het raam plaatsen en met 2 M5 x 36 bouten
met verzonken kop monteren. Wanneer er in het raam geen
schroefdraad aanwezig is moeten 2 4,8 x 25mm schroeven
gebruikt worden. De afstandhulzen (8) (afb. 4) hebben dan geen
functie.
5. De FO 500 weer in de ,gesloten’-positie (verticaal naar beneden)
zetten (afb. 6) en de vierkantstift (4) of (5) m.b.v. een van de
5,5 x 60 mm schroeven verwijderen.
6. De schoot in de slotkast schuiven (afb. 7) en de vierkantstift (4)
of (5) met lichte hamerslagen aanbrengen.
Montage van de sluitkast
1. De kierstandhouder (afb. 8) is standaard voor naar links
opengaande ramen of deuren voorgemonteerd. Voor naar rechts
opengaande ramen of deuren moet de kierstandhouder anders
gemonteerd te worden. Verwijder hiervoor het borgingsplaatje en
de pen. De kierstandhouder in beide richtingen 180 draaien
(uitsparing A moet altijd naar onderen en naar het raam wijzen).
Breng de pen en het borgingsplaatje weer aan.
2. De afdekkappen m.b.v. een schroevendraaier van onder af uit de
slotkast stoten.
3. Raamgreep in ,kiep’-positie zetten (afb. 9).
4. De sluitkast (2) moet op gelijke hoogte en evenwijdig met de
slotkast (1) gemonteerd worden. Hiervoor de sluitkast (2) met
de montageplaat (3) en/of opvulplaatjes (10) uitvullen.
5. De opvulplaatjes (10) moeten tussen montageplaat (3) en
sluitkast (2) geplaatst worden. De sluitkast dient nu met de
kierstandhouder in het midden van de uitsparingen in de schoot
tegen het kozijn geplaatst worden.
Met een pen de buitencontouren op het kozijn markeren.
6. Raamgreep in de ,open’-positie (horizontaal) zetten.
7. De sluitkast, montageplaat en of opvulplaatjes verwijderen.
Verdere montage is afhankelijk van de opdekmaat:
Opdekmaat > 14 mm
(montage met montageplaat en eventueel opvulplaatjes)
Montageplaat (3) op de gemarkeerde positie tegen het kozijn
plaatsen, schroefgaten B aftekenen en voorboren (zie boortabel),
en m.b.v. 2 5,5 x 60 mm schroeven monteren.
De schuine schroefgaten C voorboren (zie boortabel) en 2
5,5 x 60 mm schroeven schuin aanbrengen.
De montageplaat (3) m.b.v. opvulplaatjes (10) uitvullen tot de
opdekmaat bereikt is.
Monteer de sluitkast (2) incl. opvulplaatjes (10) op de montageplaat (3)
m.b.v. 2 M6 x 35 mm boutjes bij tot 5 mm en 2 M6 x 40 mm boutjes
bij 6 tot 11 m m opvulplaatjes. Montage door schroefgaten A (afb. 14).
Opdekmaat 0 –13 mm
(montage zonder montageplaat en eventueel opvulplaatjes)
Sluitkast (2) op de gemarkeerde positie tegen het kozijn plaatsen.
Schroefgaten A aftekenen en voorboren (zie boortabel).
Sluitkast (2) indien nodig uitvullen met opvulplaatjes (10) (afb. 12)
en m.b.v. 2 5,5x 60 mm schroeven door de schroefgaten A monteren.
Functies controleren
Raamgreep onder = totale vergrendeling
Raamgreep horizontaal = raam/deur kan volledig geopend worden
Raamgreep boven = kiepstand (kierstandhouder)
Na het aanbrengen van het inbusboutje de stift van de afdekking (6)
afbreken.
Breng de afdekkappen (6) en (7) aan (afb. 15).
VI. Bediening
De normale functies van het ingebouwde draai/kiepbeslag worden
door de FO 500 uitgevoerd. De extra kierstandhouder is alleen in de
kiepstand actief. We spreken hier van een zogenaamde
aanwezigheidsbeveiliging; optimale beveiliging echter uitsluitend bij
totale vergrendeling Vergrendelen d.m.v. drukcilinder / ontgrendelen
m.b.v. een sleutel.
Tip
Ook in de kiepstand de drukcilinder indrukken
(kinder- en bedieningsbeveiliging).
Das gute Gefühl der Sicherheit
390308 10/11
www.abus.com