Bosch SERIE 4 PIF645BB1E Manuale del proprietario

Tipo
Manuale del proprietario
3FHJTUFS
\RXU
QHZGHYLFHRQ
0\%RVFKQRZDQG
JHWIUHHEHQHILWV
CPTDIIPNFDPN
XFMDPNF
[nl] Gebruiksaanwijzing Kookplaat 3
[it] Istruzioni per l’uso Piano di cottura 24
Hob
PIF...B...
2 Ø = cm
: :
: :
: :
: :
: :

,(&

nl
3
Inhoudsopgave
[nl]Gebr ui ks aanwi j zi ngKookpl aat
8 Gebruik volgens de voorschriften . . . . . . . . . . . 4
( Belangrijke veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . . 5
] Oorzaken van schade . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
7 Milieubescherming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Tips om energie te besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Milieuvriendelijk afvoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
f Koken met inductie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Voordelen bij koken met inductie. . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Pannen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
* Het apparaat leren kennen . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Het bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
De kookzones . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Restwarmte-indicatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
1 Apparaat bedienen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Kookplaat in- en uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Kookzone instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Kookadvies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
O Tijdfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Programmering van de bereidingstijd . . . . . . . . . . . . 14
De kookwekker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
vPowerBoost-functie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Activeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
Deactiveren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
A Kinderslot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Het kinderslot activeren en deactiveren . . . . . . . . . . . 15
Automatisch kinderslot. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
b Automatische veiligheidsuitschakeling. . . . . . 15
Q Basisinstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Zo komt u bij de basisinstellingen:. . . . . . . . . . . . . . . 17
t Kookgerei-test . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
h Power-Manager . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
D Reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Kookplaat. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Omlijsting van de kookplaat. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
{ Veelgestelde vragen en antwoorden (FAQ). . . 19
3 Wat te doen bij storingen? . . . . . . . . . . . . . . . . 20
4 Servicedienst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
E-nummer en FD-nummer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
E Testgerechten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Produktinfo
Meer informatie over producten, accessoires,
onderdelen en diensten vindt u op het internet:
www.bosch-home.com en in de online-shop:
www.bosch-eshop.com
nl Gebruik volgens de voorschriften
4
8Gebruik volgens de
voorschriften
Gebr ui k vol gens de voor schr i f t en
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door. Berg de gebruiksaanwijzing, het
installatievoorschrift en de apparaatpas goed
op voor later gebruik of om ze door te geven
aan volgende eigenaren.
Controleer het apparaat na het uitpakken.
Indien het apparaat schade heeft opgelopen
tijdens het transport, schakel het dan niet in,
maar neem contact op met de technische
dienst en leg de veroorzaakte schade
schriftelijk vast. Doet u dat niet, dan gaat elk
recht op een schadevergoeding verloren.
Alleen een daartoe bevoegd vakman mag
apparaten zonder stekker aansluiten. Bij
schade door een verkeerde aansluiting maakt
u geen aanspraak op garantie.
Dit apparaat moet worden geïnstalleerd
volgens het meegeleverde
installatievoorschrift.
Dit apparaat is alleen bestemd voor
huishoudelijk gebruik en de huiselijke
omgeving. Gebruik het apparaat uitsluitend
voor het bereiden van gerechten en dranken.
Het kookproces moet regelmatig worden
gecontroleerd. Een kort kookproces moet
continu in de gaten worden gehouden.
Gebruik het apparaat alleen in gesloten
ruimtes.
Dit apparaat is bestemd voor gebruik tot op
hoogten van maximaal 4.000 meter boven
zeeniveau.
Dek de kookplaat niet af. Dit kan leiden tot
ongevallen, bijv. door oververhitting,
ontbranding of ontploffend materiaal.
Gebruik uitsluitend beveiligingsvoorzieningen
of kindertralies die door ons zijn goedgekeurd.
Ongeschikte beveiligingsvoorzieningen of
kindertralies kunnen tot ongevallen leiden.
Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik met
een externe tijdschakelklok of een
afstandbediening.
Dit toestel kan worden gebruikt door kinderen
vanaf 8 jaar en door personen met beperkte
fysieke, sensorische of geestelijke vermogens
of personen die gebrek aan kennis of ervaring
hebben, wanneer zij onder toezicht staan van
een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid of geleerd hebben het op een
veilige manier te gebruiken en zich bewust zijn
van de risico's die het gebruik van het toestel
met zich meebrengt.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
Reiniging en onderhoud van het toestel
mogen niet worden uitgevoerd door kinderen,
tenzij zij 15 aar of ouder zijn en onder toezicht
staan.
Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan
8 jaar uit de buurt blijven van het toestel of de
aansluitkabel.
Draagt u een actief geïmplanteerd medisch
apparaat (bijv. een pacemaker of defibrillator),
ga dan na of uw arts voldoet aan de richtlijn
90/385/EWG van de Raad van de Europese
Gemeenschappen van 20 juni 1990 evenals
DIN EN 45502-2-1 en DIN EN 45502-2-2 en
dat het apparaat conform VDE-AR-E 2750-10
gekozen, geïmplanteerd en geprogrammeerd
is. Is aan deze voorwaarden voldaan en
worden bovendien non-ferro pannen met non-
ferro handgrepen gebruikt, dan kan deze
inductiekookplaat - als het op de juiste manier
gebeurt - zonder bezwaar worden gebruikt.
Belangrijke veiligheidsvoorschriften nl
5
(Belangrijke
veiligheidsvoorschriften
Bel angr i j k e vei l i ghei dsvoor sc hr i f t en
:Waarschuwing – Risico van brand!
Hete olie en heet vet vatten snel vlam. Hete
olie en heet vet nooit gebruiken zonder
toezicht. Vuur nooit blussen met water.
Schakel de kookzone uit. Vlammen
voorzichtig met een deksel, smoordeksel of
iets dergelijks verstikken.
Risico van brand!
De kookzones worden erg heet. Nooit
brandbare voorwerpen op de kookplaat
leggen. Geen voorwerpen op de kookplaat
leggen.
Risico van brand!
Het apparaat wordt heet. Nooit brandbare
voorwerpen of spuitbussen bewaren in
laden direct onder de kookplaat.
Risico van brand!
De kookplaat schakelt vanzelf uit en kan
niet meer worden bediend. Hij kan later per
ongeluk worden ingeschakeld. Zekering in
de meterkast uitschakelen. Contact
opnemen met de klantenservice.
Gevaar voor verbranding!
Kookplaten mogen niet worden afgedekt.Dit
kan leiden tot ongevallen, bijv. door
oververhitting, ontbranding of ontploffend
materiaal.
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
De kookzones en met name een eventueel
aanwezige kookplaatomlijsting worden zeer
heet. Raak de hete oppervlakken nooit aan.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de
buurt zijn.
Risico van verbranding!
De kookzone warmt op, maar de indicatie
functioneert niet Zekering in de meterkast
uitschakelen. Contact opnemen met de
klantenservice.
Risico van verbranding!
Voorwerpen van metaal worden zeer snel
heet op de kookplaat. Leg nooit
voorwerpen van metaal, zoals messen,
vorken, lepels of deksels, op de kookplaat.
Brandgevaar!
Schakel de kookplaat na elk gebruik altijd
uit met de hoofdschakelaar. Wacht niet tot
de kookplaat automatisch uitschakelt
doordat er geen pan op staat.
:Waarschuwing – Kans op een elektrische
schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Reparaties en de vervanging van
beschadigde aansluitleidingen mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door technici
die zijn geïnstrueerd door de
klantenservice. Is het apparaat defect, haal
dan de stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering in de meterkast uit.
Contact opnemen met de klantenservice.
Kans op een elektrische schok!
Binnendringend vocht kan een schok
veroorzaken. Geen hogedrukreiniger of
stoomreiniger gebruiken.
Kans op een elektrische schok!
Een defect toestel kan een schok
veroorzaken. Een defect toestel nooit
inschakelen. De netstekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen. Contact opnemen
met de klantenservice.
Kans op een elektrische schok!
Scheuren of barsten in het glaskeramiek
kunnen schokken veroorzaken. Zekering in
de meterkast uitschakelen. Contact
opnemen met de klantenservice.
:Waarschuwing – Storingsgevaar!
Deze kookplaat beschikt aan de onderkant
over een ventilator. Bevindt zich onder de
kookplaat een lade, bewaar daar dan geen
kleine of scherpe voorwerpen, geen papier en
geen theedoeken. Deze kunnen aangezogen
worden en de ventilator beschadigen of de
koeling belemmeren.
Tussen de inhoud van de lade en de
ventilator-ingang moet een minimale afstand
van 2 cm worden aangehouden.
:Waarschuwing – Risico van letsel!
Bij de bereiding au-bain-marie kunnen de
kookplaat en kookvorm barsten door
oververhitting. De au-bain-marie kookvorm
mag niet in direct contact komen met de
bodem van de pan die met water is gevuld.
Gebruik alleen hittebestendige vormen.
Risico van letsel!
Wanneer er vloeistof zit tussen de bodem
van de pan en de kookzone kunnen
kookpannen plotseling in de hoogte
springen. Zorg ervoor dat de kookzone en
de bodem van de pan altijd droog zijn.
nl Oorzaken van schade
6
]Oorzaken van schade
Oor zaken van schade
Attentie!
Ruwe bodems van pannen kunnen krassen op de
kookplaat veroorzaken.
Plaat nooit lege plannen op de kookzones. Dit kan
schade veroorzaken.
Plaats geen hete pannen op het bedieningspaneel,
de indicatorzones of op de omlijsting van de
kookplaat. Dit kan schade veroorzaken.
Als er harde of scherpe voorwerpen op de kookplaat
vallen, kan dit de plaat beschadigen.
Aluminiumfolie en plastic bakken smelten als ze op
een hete kookzone gelegd worden. Het gebruik van
beschermplaten op de kookplaat wordt afgeraden.
Overzicht
In de volgende tabellen ziet u welke schade het meest
voorkomt:
Schade Oorzaak Maatregel
Vlekken Overgelopen etenswaar. Verwijder overgelopen etenswaar onmiddellijk met een schraper.
Ongeschikte reinigingsmiddelen. Gebruik alleen schoonmaakmiddelen die geschikt zijn voor dit soort kook-
platen.
Krassen Zout, suiker en zand. Gebruik de kookplaat niet als plaats om iets neer te zetten of als werkvlak.
Ruwe bodems van vormen geven krassen op de kook-
plaat.
Controleer het kookgerei.
Verkleuringen Ongeschikte reinigingsmiddelen. Gebruik alleen schoonmaakmiddelen die geschikt zijn voor dit soort kook-
platen.
Slijtage van de pannen. Til de pannen op wanneer u ze verplaatst.
Schelpvormige
beschadiging van
het oppervlak
Suiker, sterk suikerhoudende gerechten Verwijder overgelopen etenswaar onmiddellijk met een schraper.
Milieubescherming nl
7
7Milieubescherming
Mi l i eubesc her ming
In dit hoofdstuk krijgt u informatie over de besparing
van energie en de afvoer van het apparaat.
Tips om energie te besparen
Gebruik altijd het deksel dat overeenstemt met elke
kookpan. Wanneer zonder deksel gekookt wordt, is
aanzienlijk meer energie nodig. Gebruik een
glasdeksel om een goede zichtbaarheid te hebben
zonder dat u het deksel van de pan hoeft te nemen.
Gebruik pannen met een vlakke bodem. Bij een niet
vlakke bodem wordt meer energie verbruikt.
De diameter van de bodem van de pan moet
overeenkomen met de afmeting van de kookzone.
Opgelet: pannenfabrikanten duiden gewoonlijk de
bovenste diameter van de pan aan, die meestal
groter is dan de diameter van de bodem van de pan.
Gebruik een kleine pan voor kleine hoeveelheden.
Een grote, weinig gevulde pan vereist veel energie.
Gebruik weinig water voor het koken. Op deze wijze
wordt energie bespaard en blijven alle vitaminen en
mineralen van de groenten behouden.
Selecteer de laagste vermogensstand die het
kookpunt behoudt. Met een te hoge stand wordt
energie verspild.
Milieuvriendelijk afvoeren
Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af.
fKoken met inductie
Ko k e n met i nduct i e
Voordelen bij koken met inductie
Koken met inductie is radicaal anders dan gebruikelijk,
de warmte ontstaat direct in het kookgerei. Dit biedt
vele voordelen:
Tijdsbesparing bij het koken en bakken.
Besparing van energie.
Gemakkelijker te reinigen en te onderhouden.
Overgelopen etenswaar brandt niet zo snel in.
Warmteregeling en veiligheid: de kookplaat verhoogt
of verlaagt de toevoer van warmte altijd direct na de
bediening. Neemt u het kookgerei van de kookzone,
dan wordt de warmtetoevoer direct onderbroken
door de kookzone met inductie, zonder dat deze
eerst is uitgeschakeld.
Pannen
Gebruik alleen ferromagnetische vormen voor
inductiekoken, bijv.:
kookgerei van geëmailleerd staal
kookgerei van gietijzer
speciaal kookgerei van roestvrij staal dat geschikt is
voor inductie.
In het hoofdstuk ~ "Kookgerei-test" kunt u lezen of het
kookgerei geschikt is voor inductie.
Voor een goed bereidingsresultaat dient het
ferromagnetische gebied van de bodem van de pan
overeen te komen met de grootte van de kookzone.
Wordt het kookgerei niet herkend op een kookzone,
probeer er dan een met een kleinere diameter.
Er zijn ook inductievormen waarvan de bodem niet
volledig ferromagnetisch is:
Is de bodem van het kookgerei slechts gedeeltelijk
ferromagnetisch, dan wordt alleen het
ferromagnetische oppervlak heet. Hierdoor wordt de
warmte mogelijk niet gelijkmatig verdeeld. De
temperatuur van het niet-ferromagnetische gebied
kan dan te laag zijn om te koken.
Dit apparaat is gekenmerkt in
overeenstemming met de Europese richtlijn
2012/19/EU betreffende afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur (waste
electrical and electronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor de in de
EU geldige terugneming en verwerking van
oude apparaten.
FP
FP
FP
nl Koken met inductie
8
Bestaat het materiaal van de bodem van het
kookgerei deels uit aluminium, dan is het
ferromagnetische oppervlak ook kleiner. Mogelijk
worden dit niet warm genoeg of zelfs helemaal niet
herkend.
Niet geschikte pannen
Gebruik nooit straalplaten of pannen van:
dun normaal staal
glas
aardewerk
koper
aluminium
Eigenschappen van de bodem van het kookgerei
Het bereidingsresultaat kan worden beïnvloed door de
kwaliteit van pannenbodem. Gebruik pannen waarvan
het materiaal de warmte gelijkmatig in de pan verdeelt,
bijv. pannen met "sandwich-bodems" van roestvrij staal.
Daarmee wordt tijd en energie bespaard.
Gebruik kookgerei met vlakke bodems. Ongelijke
bodems hebben invloed op de warmtetoevoer.
Geen pan of ongeschikte afmeting
Als er geen pan op de geselecteerde kookzone wordt
geplaatst of als deze niet van het geschikte materiaal is
of geen geschikte afmeting heeft, knippert de
kookstand op de indicator van de kookzone. Plaats een
geschikte pan, zodat het knipperen stopt. Als er meer
dan 90 seconden wordt gewacht gaat de kookzone
automatisch uit.
Lege pannen of pannen met een dunne bodem
Verwarm geen lege pannen en gebruik geen pannen
met dunne bodem. De kookplaat is uitgerust met een
intern veiligheidssysteem, maar een lege pan kan zo
snel heet worden dat de functie “automatisch
uitschakelen" geen tijd heeft om te reageren, waardoor
de temperatuur erg kan oplopen. De bodem van de pan
kan smelten en het glas van de kookplaat beschadigen.
Raak in dat geval de pan niet aan en schakel de
kookzone uit. Als het apparaat na het afkoelen niet
werkt, neem dan contact op met de technische dienst.
Herkenning van de pan
Elke kookzone heeft een ondergrens voor de
herkenning van de pan. Deze is afhankelijk van de
ferromagnetische diameter en het materiaal van de
bodem. Daarom dient u altijd de kookzone te gebruiken
die het beste past bij de diameter van de
pannenbodem.
Het apparaat leren kennen nl
9
*Het apparaat leren kennen
He t appar aat leren kennen
Informatie over afmetingen en vermogens van de
kookzones vindt u in~ Blz. 2
Aanwijzing: . Afhankelijk van het apparaattype zijn
kleur- en detailafwijkingen mogelijk.
Het bedieningspaneel
Bedieningsvlakken
Raakt u een symbool aan, dan wordt de betreffende
functie geactiveerd.
Aanwijzingen
Zorg ervoor dat het bedieningspaneel altijd schoon
en droog is. Vocht heeft een nadelige invloed op de
werking.
Zorg ervoor dat er geen pannen in de buurt van
indicaties en sensoren komen. De elektronica kan
dan oververhit raken.
De kookzones
Bedieningsvlakken
#
Hoofdschakelaar
ø
Kookzone kiezen
A/@
Instelveer
à
PowerBoost-functie
0
Timer-functie
D
Kinderslot
Indicaties
Gebruikstoestand
-Š
Kookstanden
/œ
Restwarmte
PowerBoost-functie
‹‹
Timer
Kookzones
$
Eenvoudige kookzone Gebruik kookgerei dat de juiste afmetingen heeft.
î
Braadzone Wanneer er kookgerei wordt gebruikt waarvan de bodem geschikt is voor de buitenste zone,
schakelt de kookzone automatisch ook in.
Alleen kookgerei gebruiken dat geschikt is voor inductiekoken, zie de paragraaf ~ "Koken met inductie"
nl Apparaat bedienen
10
Restwarmte-indicatie
De kookplaat heeft voor elke kookzone een restwarmte-
indicatie. Hiermee wordt aangegeven dat een kookzone
nog heet is. Raak de kookzone niet aan zolang de
restwarmte-indicatie verlicht is.
Afhankelijk van de hoogte van de restwarmte wordt het
volgende weergegeven:
Indicatie: hoge temperatuur
Indicatie œ: lage temperatuur
Wanneer u de pan tijdens het koken van de kookzone
neemt, knipperen afwisselen de restwarmte-indicatie en
de gekozen kookstand.
Is de kookzone uitgschakeld, dan is restwarmte-
indicatie verlicht. Ook wanneer de kookplaat al
uitgeschakeld is, blijft de restwarmte-indicatie verlicht
zolang de kookzone nog warm is.
1Apparaat bedienen
Ap p a r a a t bedi enen
In dit hoofdstuk kunt u lezen hoe u een kookzone
instelt. In de tabel vindt u kookstanden en
bereidingstijden voor verschillende gerechten.
Kookplaat in- en uitschakelen
U schakelt de kookplaat met de hoofdschakelaar in en
uit.
Inschakelen: raak het symbool # aan. Er klinkt een
signaal. De indicaties van de hoofdschakelaar en de
kookzone-indicaties zijn verlicht.De kookplaat is
bedrijfsklaar.
Uitschakelen: het symbool # aanraken tot de indicatie
verdwijnt. Alle kookzones zijn uitgeschakeld. De
restwarmte-indicatie blijft verlicht tot de kookzones
voldoende zijn afgekoeld.
Aanwijzingen
De kookplaat gaat automatisch uit wanneer alle
kookzones langer dan 20 seconden uitgeschakeld
zijn.
De gekozen instellingen blijven gedurende de eerste
4 seconden na uitschakeling van de kookplaat
bewaard. Wanneer u in deze tijd de kookplaat
opnieuw inschakelt, treedt deze in werking met de
vorige instellingen.
Kookzone instellen
De gewenste kookzone kiezen met de symbolen
@ en A.
Kookstand = laagste stand.
Kookstand Š = hoogste stand.
Elke kookstand heeft een tussenstand.Deze is
aangeduid met een punt.
Aanwijzingen
Om de gevoelige onderdelen van het apparaat te
beschermen tegen oververhitting of elektrische
overbelasting, kan het vermogen van de kookplaat
voor korte tijd worden teruggebracht.
Om geluidshinder van het apparaat te voorkomen
kan het vermogen van de kookplaat voor korte tijd
worden teruggebracht.
Apparaat bedienen nl
11
Kookzone en kookstand kiezen
De kookplaat moet ingeschakeld zijn.
1. Met het symbool ø de kookzone kiezen.
2. Binnen de volgende 10 seconden het symbool @ of
A aanraken. De volgende basisinstelling verschijnt:
Symbool @: kookstand Š
Symbool A: kookstand
De kookstand is ingesteld.
Kookstand wijzigen
De kookzone kiezen en het symbool @ of A aanraken
tot de gewenste kookstand verschijnt.
Kookzone uitschakelen
De kookzone kiezen en vervolgens het symbool @ of A
aanraken tot verschijnt.
De kookzone gaat uit en de restwarmte-indicatie
verschijnt.
Aanwijzingen
Als er geen pan op de inductiekookzone wordt
geplaatst, gaat de geselecteerde vermogensstand
knipperen. Na een tijdje wordt de kookzone
uitgeschakeld.
Als er een pan op de kookzone staat voordat de
plaat wordt ingeschakeld, zal deze worden
gedetecteerd binnen 20 seconden na het indrukken
van de hoofdschakelaar en zal de kookzone
automatisch worden geselecteerd. Selecteer, zodra
deze is gedetecteerd, de vermogensstand binnen
20 seconden, anders wordt de kookzone
uitgeschakeld.
Ook al worden er meerdere pannen geplaatst, bij het
inschakelen van de kookplaat wordt er maar één
gedetecteerd.
Kookadvies
Advies
Bij het warm maken van puree, crèmesoepen en
dikvloeibare sauzen regelmatig roeren.
Voor het voorverwarmen kookstand 8 - 9 instellen.
Bij de bereiding met deksel de kookstand
terugschakelen, zodra er tussen deksel en
kookgerei stoom vrijkomt. Voor een goed
bereidingsresultaat is geen stoom nodig.
Na de bereiding het kookgerei tot het opdienen
gesloten houden.
Voor het koken met de snelkookpan de
aanwijzingen van de fabrikant in acht nemen.
De gerechten niet te lang laten koken of bakken, om
de voedingswaarde te behouden. Met de
kookwekker kan de optimale bereidingstijd worden
ingesteld.
Voor een gezonder bereidingsresultaat dient
rokende olie te worden voorkomen.
Voor een bruine kleur van de gerechten deze na
elkaar klaarmaken in kleine porties.
Kookgerei kan tijdens de bereiding hoge
temperaturen bereiken. Het gebruik van
pannenlappen is aan te bevelen.
Adviezen voor energie-efficiënt koken vindt u in het
hoofdstuk ~ "Milieubescherming"


nl Apparaat bedienen
12
Bereidingstabel
In de tabel wordt voor alle gerechten weergegeven
welke kookstand geschikt is. De bereidingstijd kan
afhankelijk van de soort, het gewicht, de dikte en de
kwaliteit van de gerechten variëren.
Kookstand Bereidingstijd
(min.)
Smelten
Chocolade, couverture 1 - 1. -
Boter, honing, gelatine 1 - 2 -
Opwarmen en warmhouden
Eenpansgerecht, bijv. linzenschotel 1. - 2 -
Melk* 1. - 2. -
Worstjes in water verwarmen* 3 - 4 -
Ontdooien en opwarmen
Spinazie, diepvries 3 - 4 15 - 25
Goulash, diepvries 3 - 4 35 - 55
Gaarstoven, zachtjes laten koken
Aardappelballetjes* 4. - 5. 20 - 30
Vis* 4 - 5 10 - 15
Witte sauzen, bijv. bechamelsaus 1 - 2 3 - 6
Geklopte sauzen, bijv. bearnaisesaus, hollandaisesaus 3 - 4 8 - 12
Koken, stomen, stoven
Rijst (met dubbele hoeveelheid water) 2. - 3. 15 - 30
Rijstepap*** 2 - 3 30 - 40
Aardappels in de schil 4. - 5. 25 - 35
Gekookte aardappels 4. - 5. 15 - 30
Deegwaren, pasta* 6 - 7 6 - 10
Eenpansgerecht 3. - 4. 120 - 180
Soepen 3. - 4. 15 - 60
Groente 2. - 3. 10 - 20
Groente, diepvries 3. - 4. 7 - 20
Garen in de snelkookpan 4. - 5. -
Stoven
Rollades 4 - 5 50 - 65
Stoofvlees 4 - 5 60 - 100
Goulash*** 3 - 4 50 - 60
* Zonder deksel
** Herhaaldelijk keren
***Voorverwarmen op kookstand 8 - 8.
Apparaat bedienen nl
13
Stoven / braden met weinig olie*
Schnitzel, on/gepaneerd 6 - 7 6 - 10
Schnitzel, diepvries 6 - 7 6 - 12
Kotelet, on/gepaneerd** 6 - 7 8 - 12
Steak (3 cm dik) 7 - 8 8 - 12
Borst van gevogelte (2 cm dik)** 5 - 6 10 - 20
Borst van gevogelte, diepvries*** 5 - 6 10 - 30
Gehaktballen (3 cm dik)** 4. - 5. 20 - 30
Hamburger (2 cm dik)** 6 - 7 10 - 20
Vis en visfilet, ongepaneerd 5 - 6 8 - 20
Vis en visfilet, gepaneerd 6 - 7 8 - 20
Vis en visfilet, gepaneerd en diepvries, bijv. vissticks 6 - 7 8 - 15
Scampi, garnalen 7 - 8 4 - 10
Sauteren van groente en paddenstoelen, vers 7 - 8 10 - 20
Pangerechten, groente, vlees in reepjes op Aziatische wijze 7 - 8 15 - 20
Diepvriesgerechtem, bijv. pangerechten 6 - 7 6 - 10
Pannenkoeken (na elkaar gaar bakken) 6. - 7. -
Omelet (na elkaar bakken) 3. - 4. 3 - 10
Spiegelei 5 - 6 3 - 6
Frituren* (150-200 g per portie in 1-2 l olie, per portie frituren)
Diepvriesproducten, bijv. frites, chicken nuggets 8 - 9 -
Kroketten, diepvries 7 - 8 -
Vlees, bijv. stukken kip 6 - 7 -
Vis, gepaneerd of in bierdeeg 6 - 7 -
Groente, paddenstoelen gepaneerd of in bierdeeg, tempura 6 - 7 -
Klein gebak, bijv. beignets, Berliner bollen, fruit in bierdeeg 4 - 5 -
Kookstand Bereidingstijd
(min.)
* Zonder deksel
** Herhaaldelijk keren
***Voorverwarmen op kookstand 8 - 8.
nl Tijdfuncties
14
OTijdfuncties
Tijdfuncties
Uw kookplaat beschikt over twee timer-functies:
Programmering van de bereidingstijd
Kookwekker
Programmering van de bereidingstijd
De kookzone schakelt na afloop van de ingestelde tijd
automatisch uit.
Zo stelt u in:
1. De kookzone en de gewenste kookstand kiezen.
2. Raak het symbool 0 aan. In de indicatie van de
kookzone is Ú verlicht. In de timer-indicatie
verschijnt ‹‹.
3. Raak het symbool @ of A aan. De basisinstelling
verschijnt:
Symbool
@: 30 minuten.
Symbool A: 10 minuten.
4. Kies met de symbolen @ of A de gewenste
bereidingstijd.
Na enkele seconden begint de tijd af te lopen.
Aanwijzing: Voor alle kookzones kan automatisch
dezelfde bereidingstijd worden ingesteld. De ingestelde
tijd loopt voor elk van beide kookzones onafhankelijk af.
In de paragraaf ~ "Basisinstellingen" vindt u informatie
over de manier waarop de bereidingstijd automatisch
kan worden geprogrammeerd.
Tijd veranderen of wissen
Kookzone kiezen. Raak het symbool 0 aan en
verander met de symbolen @ of A de bereidingstijd of
zet de tijd op ‹‹.
Na het verstrijken van de tijd
De kookzone wordt uitgeschakeld. Er klinkt een
geluidssignaal en op de visuele indicator van de
timerfunctie verschijnt ‹‹ gedurende 10 seconden. De
indicator Ú van de kookzone gaat branden. Druk op het
symbool 0, de indicators gaan uit en het akoestisch
signaal stopt.
Aanwijzingen
Is er een bereidingstijd voor meerdere kookzones
geprogrammeerd, dan verschijnt altijd de
tijdsopgave van de gekozen kookzone in de timer-
indicatie.
U kunt tot een bereidingstijd tot 99 minuten instellen.
De kookwekker
Met de kookwekker kunt u een tijd tot 99 minuten
instellen.
Hij functioneert onafhankelijk van de kookzones en
andere instellingen. Deze functie schakelt een
kookzone niet automatisch uit.
Zo stelt u in:
1. De kookwekker kan op twee verschillende manieren
worden ingesteld:
Wanneer er een kookzone geselecteerd is het
symbool 0 twee keer aanraken.
Is er geen kookzone gekozen, raak dan het
symbool 0 aan.
De indicatie Ú naast het symbool U is verlicht. In de
timer-indicatie verschijnt ‹‹.
2. Raak het symbool @ of A aan. De basisinstelling
verschijnt.
Symbool @: 10 minuten.
Symbool A: 05 minuten.
3. Stel met de symbolen @ of A de gewenste tijd in.
Na enkele seconden begint de tijd af te lopen.
Tijd veranderen of wissen
Raak meerdere keren het symbool 0 aan, tot naast het
symbool U de indicatie Úoplicht. Verander de tijd of zet
de tijd met de symbolen @ of A op ‹‹.
Na het verstrijken van de tijd
Er klinkt een waarschuwingssignaal. Op de visuele
indicator van de timerfunctie verschijnt ‹‹. Na 10
seconden doven de indicators.
Druk op het symbool 0, de indicators gaan uit en het
akoestische signaal stopt.


PowerBoost-functie nl
15
vPowerBoost-functie
Power Boost - f unct i e
Met de PowerBoost-functie kunnen grote hoeveelheden
water sneller worden verwarmd dan met de betreffende
kookstand Š.
Deze functie kan alleen worden geactiveerd voor een
kookzone wanneer de andere kookzone van dezelfde
groep niet in gebruik is (zie Afb.). Anders knipperen
en
Š in de indicatie van de gekozen kookzone;
vervolgens wordt automatisch de kookstand Š
ingesteld zonder de functie te activeren.
Activeren
1. Een kookzone kiezen.
2. Symbool boostG aanraken.
Op het display is verlicht.
De functie is geactiveerd.
Deactiveren
1. De kookzone kiezen.
2. Symbool boostG aanraken.
De indicatie verdwijnt en de kookzone schakelt
terug naar de kookstand Š.
De functie is gedeactiveerd.
Aanwijzing: Onder bepaalde omstandigheden kan het
voorkomen dat de PowerBoost-functie automatisch
uitgaat, ter bescherming van de elektronische
componenten binnenin de kookplaat.
AKinderslot
Ki nder s l ot
Met het kinderslot kunt u voorkomen dat kinderen de
kookplaat inschakelen.
Het kinderslot activeren en deactiveren
De kookplaat moet uitgeschakeld zijn.
Activeren: houd het symbool D gedurende circa
4 seconden ingedrukt. De indicator naast het
symbool D gaat branden gedurende 10 seconden. De
kookplaat is geblokkeerd.
Deactiveren: houd het symbool D gedurende circa
4 seconden ingedrukt. De blokkering is gedeactiveerd.
Automatisch kinderslot
Met deze functie wordt het kinderslot altijd automatisch
ingeschakeld als de kookplaat wordt uitgeschakeld.
In- en uitschakelen
In het hoofdstuk ~ "Basisinstellingen" kunt u lezen hoe
u het automatische kinderslot inschakelt.
bAutomatische
veiligheidsuitschakeling
Au t o mat i sc he veiligheidsui tschakeling
Wanneer een kookzone langere tijd in gebruik is en er
geen instellingen gewijzigd zijn, wordt de automatische
veiligheidsuitschakeling geactiveerd.
De kookzone warmt niet meer op. In de kookzone-
indicatie van de kookzone knipperen afwisselend ,
en de restwarmte-indicatie œ of .
Wordt een willekeurig symbool aangeraakt, dan
schakelt de indicatie uit. De kookzone kan nu opnieuw
worden ingesteld.
Het tijdstip van de automatische
veiligheidsuitschakeling is afhankelijk van de ingestelde
kookstand (na 1 tot 10 uur).
nl Basisinstellingen
16
QBasisinstellingen
Basi si ns t el l i ngen
Het apparaat beschikt over verschillende
basisinstellingen. Deze basisinstellingen kunnen aan uw
persoonlijke behoeften worden aangepast.
--------
Indicatie Functie
™‚
Kinderslot
Handmatig*.
Automatisch.
ƒ Functie gedeactiveerd.
™ƒ
Geluidssignalen
Bevestigings- en foutsignaal zijn uitgeschakeld.
Alleen het foutsignaal is ingeschakeld.
ƒ Alleen het bevestigingssignaal is ingeschakeld.
Alle geluidssignalen zijn ingeschakeld.*
™†
Automatische programmering van de bereidingstijd
‹‹ Uitgeschakeld.*
‹‚-ŠŠ Tijd tot de automatische uitschakeling.
™‡
Duur van het geluidssignaal van de timer-functie
10 seconden.*
ƒ 30 seconden.
1 minuut.
™ˆ
Power-management functie. Totale vermogen van de kookplaat begrenzen
De beschikbare instellingen zijn afhankelijk van het maximale vermogen van de kookplaat.
Gedeactiveerd. Maximaal vermogen van de kookplaat. */**
1000 W minimaal vermogen.
. 1500 W
...
3000 W aanbevolen voor 13 ampère.
. 3500 W aanbevolen voor 16 ampère.
4000 W
. 4500 W aanbevolen voor 20 ampère.
...
Š of Š. Maximale vermogen van de kookplaat.**
™Š
Keuzetijd van de kookzone
Onbegrensd: de laatst ingestelde kookzone blijft geselecteerd.*
Begrensd: de kookzone blijft slechts enkele seconden lang geselecteerd.
™‚ƒ
Kookgerei en resultaat van het bereidingsproces controleren
Niet geschikt
Niet optimaal
ƒ Geschikt
™‹
Terugzetten naar de standaard instellingen
Individuele instellingen.*
Terugzetten naar de fabrieksinstellingen.
*Fabrieksinstelling
**Het maximale vermogen van de kookplaat wordt aangegeven op het typeplaatje.
Kookgerei-test nl
17
Zo komt u bij de basisinstellingen:
De kookplaat moet uitgeschakeld zijn.
1. De kookplaat inschakelen.
2. In de volgende 10 seconden het symbool D ca. 4
seconden lang ingedrukt houden.
De eerste vier indicaties geven de productinformatie
weer. Raak de symbolen @ of A aan, om de
afzonderlijke indicaties te zien.
3. Wanneer u het symbool D opnieuw aanraakt, komt
u bij de basisinstellingen.
In de indicaties knipperen en afwisselend en
verschijnt als voorinstelling.
4. Het symbool D zo vaak aanraken tot de gewenste
functie wordt weergegeven.
5. Vervolgens de gewenste instelling kiezen met de
symbolen @ en A .
6. Het symbool D minstens 4 seconden lang
aanraken.
De instellingen zijn opgeslagen.
De basisinstellingen verlaten
Schakel de kookplaat uit met de hoofdschakelaar.
tKookgerei-test
Ko o k g e r ei - t e s t
Met deze functie kunnen de snelheid en kwaliteit van
het kookproces afhankelijk van het kookgerei worden
gecontroleerd.
Het resultaat is een referentiewaarde en hangt af van de
eigenschappen van het kookgerei en de gebruikte
kookzone.
1. Plaats het koude kookgerei met ca. 200 ml water in
het midden van de kookzone waarvan de diameter
het beste bij de bodem ervan past.
2. Ga naar de basisinstellingen en kies de instelling ™‚
ƒ.
3. Raak het symbool aan @ of A aan. In de kookzone-
indicatie knippert A.
De functie is geactiveerd.
Na 10 seconden verschijnt in de kookzone-indicatie het
resultaat van de kwaliteit en snelheid van het
kookproces.
Controleer het resultaat aan de hand van de volgende
tabel:
Om de functie opnieuw te activeren kiest u het symbool
@ of A.
Aanwijzingen
Is de gebruikte kookzone veel kleiner dan de
diameter van het kookgerei, dan zal waarschijnlijk
alleen het midden van de vorm warm worden en kan
het resultaat niet zo goed mogelijk of naar
tevredenheid uitvallen.
Informatie over deze functie vindt u in het hoofdstuk
~ "Basisinstellingen".
Informatie over het soort, de grootte en de plaatsing
van het kookgerei vindt u in het
hoofdstuk ~ "Koken met inductie".
Productinformatie Indicatie
Klantenservice-index (KI)
‹‚
Fabricagenummer
”š
Fabricagenummer 1
Š†.
Fabricagenummer 2
.
Resultaat
Het kookgerei is niet geschikt voor de kookzone en wordt
daarom niet verwarmd.*
Het kookgerei wordt langzamer warm dan verwacht en het
kookproces verloopt niet optimaal.*
ƒ
Het kookgerei wordt goed verwarmd en het kookproces ver-
loopt goed.
* Is er een kleinere kookzone aanwezig, test het kookgerei dan nog een
keer op de kleinere kookzone.
nl PowerManager
18
hPower-Manager
Po wer Manager
Met de functie Power-Manager kan het totale vermogen
van de kookplaat worden ingesteld.
De kookplaat is in de fabriek vooringesteld. Het
hoogste vermogen is aangegeven op het typeplaatje.
Met de functie Power-Manager kan de waarde volgens
de vereisen van de betreffende elektro-installatie
worden gewijzigd.
Om deze instelwaarde niet te overschrijden, verdeelt de
kookplaat het beschikbare vermogen automatisch over
de ingeschakelde kookzones.
Zolang de functie Power-Manager is geactiveerd, kan
het vermogen van een kookzone tijdelijk onder de
normale waarde vallen. Wordt er een kookzone
ingeschakeld en is de vermogensbegrenzing bereikt,
dan verschijnt ¬ kort in de kookstanden-indicatie. Het
apparaat regelt en kiest automatisch een zo hoog
mogelijke vermogensstand.
Voor meer informatie over de manier waarop het totale
vermogen van de kookplaat wordt gewijzigd, zie het
hoofdstuk ~ "Basisinstellingen"
DReinigen
Re i n i g e n
Geschikte reinigings- en onderhoudsmiddelen kunt u
kopen via de klantenservice of in onze e-shop.
Kookplaat
Schoonmaken
Maak de kookplaat altijd schoon na het koken. Hierdoor
wordt voorkomen dat achtergebleven resten van
etenswaar inbranden. Maak de kookplaat pas schoon
wanneer de indicatie van de restwarmte verdwenen is.
Reinig de kookplaat met een vochtig
schoonmaakdoekje en droog hem vervolgens met een
doek na, zodat er geen kalkvlekken ontstaan.
Gebruik alleen schoonmaakmiddelen die geschikt zijn
voor dit soort kookplaten. Lees de aanwijzingen van de
fabrikant op de productverpakking.
Gebruik in geen geval:
onverdunde afwasmiddelen
schoonmaakmiddelen voor de vaatwasmachine
schuurmiddelen
scherpe schoonmaakmiddelen zoals ovensprays of
vlekkenmiddelen
schuursponsjes
hogedrukreinigers of stoomstraalapparaten
Hardnekkig vuil verwijdert u het best met een in de
handel verkrijgbare schraper. Houd u aan de
aanwijzingen van de fabrikant.
Geschikte schrapers kunt u kopen via de klantenservice
of in onze online-shop.
Met speciale sponsjes voor het reinigen van kookplaten
van glaskeramiek bereikt u goede resultaten.
Aanwijzing: Gebruik geen schoonmaakmiddelen
zolang de kookplaat warm is. Hierdoor kunnen vlekken
ontstaan. Zorg ervoor dat alle resten van het gebruikte
schoonmaakmiddel worden verwijderd.
Omlijsting van de kookplaat
Om schade aan de omlijsting van de kookplaat te
voorkomen, dient u zich te houden aan de volgende
aanwijzingen:
Gebruik alleen warm zeepsop.
Was nieuwe schoonmaakdoekjes voor gebruik
grondig uit.
Gebruik geen scherpe of schurende
reinigingsmiddelen.
Gebruik geen schraper of scherpe voorwerpen.
Mogelijke vlekken
Resten van kalk en
water
Maak de kookplaat schoon zodra hij afge-
koeld is. Er kan een geschikt schoonmaak-
middel voor kookplaten van glaskeramiek
worden gebruikt.*
Suiker, maïzena of
plastic
Direct verwijderen, gebruik een schraper.
Voorzichtig: risico van verbranding.*
* Vervolgens met een vochtig schoonmaakdoekje reinigen en met een
doek nadrogen.
Veelgestelde vragen en antwoorden (FAQ) nl
19
{Veelgestelde vragen en
antwoorden (FAQ)
Veel ges t el de vr agen en ant woor den (FAQ)
Gebruik
Waarom kan ik de kookplaat niet inschakelen en waarom is het symbool van het kinderslot verlicht?
Het kinderslot is geactiveerd.
Informatie over deze functie vindt u in het hoofdstuk ~ "Kinderslot"
Waarom knipperen de indicaties en is er een geluidssignaal te horen?
Verwijder de vloeistof of etensresten van het bedieningspaneel. Verwijder alle voorwerpen die op het bedieningspaneel liggen.
De aanwijzingen voor het deactiveren van het geluidssignaal vindt u in het hoofdstuk ~ "Basisinstellingen"
Geluiden
Waarom zijn tijdens het koken geluiden te horen?
Afhankelijk van de kwaliteit van de bodem van het kookgerei kunnen bij gebruik van de kookplaat geluiden te horen zijn. De geluiden zijn
normaal, horen bij de inductietechnologie en wijzen niet op een defect.
Mogelijke geluiden:
Diep zoemen zoals bij een transformator:
Is hoorbaar bij het koken op een hogere kookstand. Het geluid verdwijnt of neemt af wanneer de kookstand lager wordt gezet.
Diep fluiten:
Is hoorbaar wanneer het kookgerei leeg is. Dit geluid verdwijnt wanneer water of levensmiddelen in het kookgerei worden gedaan.
Knisperen:
Is hoorbaar bij kookvormen die uit verschillende materiaallagen bestaan of bij gelijktijdig gebruik van kookgerei van verschillende
grootte en verschillend materiaal. Het volume van het geluid kan variëren, afhankelijk van de hoeveelheid en bereidingswijze van de
gerechten.
Hoge fluittonen:
Kunnen ontstaan wanneer voor twee kookzones tegelijk de hoogste kookstand wordt gebruikt. De fluittonen verdwijnen of worden zwak-
ker wanneer de kookstand lager wordt gezet.
Ventilatorgeluid:
De kookplaat beschikt over een ventilator, die bij hoge temperaturen wordt ingeschakeld. De ventilator kan ook na uitschakeling van de
kookplaat verder lopen, wanneer de gemeten temperatuur nog te hoog is.
Kookgerei
Welk kookgerei is geschikt voor de inductiekookplaat?
Informatie over kookgerei dat geschikt is voor inductie vindt u in het hoofdstuk ~ "Koken met inductie"
Waarom wordt de kookzone niet warm en knippert de kookstand?
De kookzone waarop het kookgerei staat, is niet ingeschakeld.
Zorg ervoor dat de kookzone waarop het kookgerei staat ingeschakeld is.
Het kookgerei is te klein voor de ingeschakelde kookzone of is niet geschikt voor inductie.
Informatie over het soort, de grootte en de plaatsing van het kookgerei vindt u in het hoofdstuk ~ "Koken met inductie"
Waarom duurt het zo lang tot het kookgerei warm wordt of waarom wordt het niet warm genoeg, hoewel er een hoge kookstand is inge-
steld?
Het kookgerei is te klein voor de ingeschakelde kookzone of is niet geschikt voor inductie.
Informatie over het soort, de grootte en de plaatsing van het kookgerei vindt u in het hoofdstuk ~ "Koken met inductie"
nl Wat te doen bij storingen?
20
3Wat te doen bij storingen?
Wat te doen bi j s t or i ngen?
In de regel gaat het bij storingen om kleinigheden ie
gemakkelijk op te lossen zijn. Neem alstublieft de
aanwijzingen in de tabel in acht voor u de servicedienst
belt.
Aanwijzingen
Wanneer in de indicatie verschijnt, moet u het
sensorveld van de bijbehorende kookzone ingedrukt
houden om de storingscode te kunnen aflezen.
Staat de storingscode niet vermeld in de tabel, haal
de stekker van de kookplaat dan uit het stopcontact,
wacht 30 seconden en sluit de kookplaat vervolgens
opnieuw aan. Verschijnt de indicatie opnieuw, neem
dan contact op met de technische servicedienst en
geef de exacte storingscode op.
Treedt er een fout op, dan gaat het apparaat niet
meer over naar de standby-modus.
Schoonmaken
Hoe wordt de kookplaat schoongemaakt?
Met de speciale glaskeramiek worden optimale resultaten bereikt.Wij adviseren om geen scherpe of schurende schoonmaakmiddelen,
reinigingsmiddelen voor afwasmachines (concentraten) of poetslappen te gebruiken.
Meer informatie voor de reiniging en het onderhoud van uw kookplaat vindt u in het hoofdstuk ~ "Reinigen"
Indicatie Mogelijke oorzaak Oplossing
geen De stroomtoevoer is onderbroken. Controleer met behulp van andere elektrische apparaten of er
een kortsluiting bij de stoomtoevoer is opgetreden.
Het apparaat is niet aangesloten volgens het
schakelschema.
Zorg ervoor dat het apparaat volgens het schakelschema is aan-
gesloten.
Storing in het elektronisch systeem. Kan de storing niet worden verholpen, schakel dan de technische
servicedienst in.
De indicaties knipperen Het bedieningspaneel is vochtig of het wordt
afgedekt door een voorwerp.
Maak het bedieningspaneel droog of verwijder het voorwerp.
De indicatie Ù knippert in de
kookzone-indicaties
Er is een storing in het elektronisch systeem
opgetreden.
Om de storing ongedaan te maken, dient u het bedieningspaneel
kort met de hand af te dekken.
”ƒ
De elektronica is oververhit, waardoor de betref-
fende kookzone is uitgeschakeld.
Wacht tot de elektronica voldoende afgekoeld is. Raak vervol-
gens een willekeurig symbool van de kookplaat aan.
”…
De elektronica is oververhit, waardoor alle kook-
zones zijn uitgeschakeld.
Ӡ + kookstand en geluidssig-
naal
Er staat een hete pan in de buurt van het bedie-
ningspaneel. De elektronica dreigt te oververhit-
ten.
Neem de pan weg. De foutindicatie verdwijnt kort daarna. U kunt
verder koken.
Ӡ en geluidssignaal
Er staat een hete pan in de buurt van het bedie-
ningspaneel. Ter bescherming van de elektro-
nica is de kookzone uitgeschakeld.
Neem de pan weg.Wacht enkele seconden. Raak een willekeurig
bedieningsvlak aan. Wanneer de foutindicatie verdwijnt, kunt u
verder koken.
”‚ / ”‡
De kookzone is oververhit geraakt en ter beveili-
ging van het werkblad uitgeschakeld
Wacht tot de elektronica voldoende afgekoeld is en schakel de
kookzone opnieuw in.
”‰
De kookzone is lange tijd en zonder onderbre-
king in gebruik geweest.
De automatische veiligheidsuitschakeling is geactiveerd. Zie het
hoofdstuk
“Š‹‹‹
“Š‹‚‹
De bedrijfsspanning is buiten het normale
bedrijfsgebied onjuist.
Neem contact op met uw elektriciteitsbedrijf.
—…‹‹
De kookplaat is niet op de juiste manier aange-
sloten
Haal de stekker van de kookplaat uit het stopcontact. Zorg ervoor
dat hij volgens het schakelschema is aangesloten.
Plaats geen hete pannen op het bedieningspaneel.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48

Bosch SERIE 4 PIF645BB1E Manuale del proprietario

Tipo
Manuale del proprietario