Algemene aanwijzingen
Systeemgeluiden
Inschakelen
Bij het inschakelen tijdens de segmenttest is een kort geluid
hoorbaar.
Programma einde
Een programma einde (profielprogramma’s, count down) wordt
door een kort geluid gemarkeerd.
Maximale polsslag overschrijding
Wordt de ingestelde maximale polsslag met een slag overschre-
den, hoort u elke 5 seconden 2 korte tonen.
Foutmelding
Bij fouten, bijv. recovery niet uitvoerbaar zonder
polsslagsignaal, hoort u 3 korte tonen.
Automatische scanfunctie in- en uitschakelen
Bij het activeren of deactiveren van de automatische scanfunctie
hoort u een kort geluid.
Recovery
In deze functie wordt het vliegwiel automatisch afgeremd. Verder
trainen heeft geen nut.
Berekening van het conditiecijfer (F):
Cijfer (F) = 6.0 –
(
10 x (P1–P2)
)
2
P1
P1 = belastingpolsslag P2 = herstelpolsslag
F1,0 = uitstekend F 6,0 = onvoldoende
Omschakeling tijd/afstand
Bij de programma’s 1-6 kan bij het programmeren het profiel per
kolom van tijdmodus (1 minuut) in afstandmodus (200 meter of
0,1 mijl) omgezet worden.
Profielweergave tijdens de training
Aan het begin knippert de eerste kolom. Na afloop schuift deze
naar rechts.
Bij profielen boven 30 minuten tot het midden (kolom 15).
Dan verschuift het profiel van rechts naar links. Verschijnt het pro-
fieleinde in de laatste kolom (kolom 30) schuift de knipperende
kolom verder naar rechts tot het programma afgelopen is.
Toerentalafhankelijk gebruik
(constant remmoment)
De elektromagnetische wervelstroomrem stelt een constant rem-
moment in.
Berekening gemiddelde waarde
De berekening van de gemiddelde waarde gebeurt per trai-
ningseenheid.
Aanwijzingen voor polsslagmeting
De polsslagberekening begint als het hartsymbool in het veld syn-
chroon met uw polsslag knippert.
Met borstgordel
Lees hiervoor de bijbehorende handleiding.
Computerstoringen
Druk de SET-toets langer in.
Woordenlijst
Conditie polsslag
Berekende waarde van: 75% max. polsslag.
Dimensie
Eenheden voor weergave van km/h of mph, Kjoule of kcal,
uren(h) en vermogen (Watt).
Doelpolsslag
Manueel of door het programma bepaalde polsslagwaarde, die
bereikt moet worden.
Energie (real.)
Berekent de energieomzetting van het lichaam met een wer-
kingsgraad van 16,7% voor het opbrengen van een mechani-
sche prestatie. De overige 83,3% zet het lichaam om in warmte.
HI-symbool
Verschijnt ”HI” is een doelpolsslag 11 slagen te hoog. Knippert
HI is de maximale polsslag overschreden.
Leeftijd
Invoeren voor het berekenen van de maximale polsslag.
LO-symbool
Verschijnt ”LO” is een doelpolsslag 11 slagen te laag.
Manueel
Berekende waarde van: 40-90% maximale polsslag.
Max. Polsslag
Berekende waarde uit 220 min leeftijd.
Menu
Veld waarin waardes ingevoerd of gekozen kunnen worden.
PC-interface
9-polige SUB-D bus (RS232/serieel) voor gegevenswisseling met
een PC.
Polsslag
Meten van de hartslag per minuut.
Power
Actuele waarde van het mechanische (rem) vermogen in Watt,
die het apparaat in warmte omzet.
Profiel
In het puntenveld weergegeven wijziging van de belastingen via
tijd of afstand.
Programma’s
Trainingsmogelijkheden die manueel of door het programma
bepaalde belastingen of doelpolsslag vragen.
Puntenveld
Weergaveveld met 30 x 16 punten voor het weergeven van
vermogenprofielen, tekst en waardes.
Recovery
Herstelpolsmeting bij trainingseinde. Uit begin en eind polsslag
van één minuut wordt het verschil en een conditiecijfer berekend.
Bij gelijke training is de verbetering van het conditiecijfer een
indicatie voor een betere conditie.
Reset
Wissen van het weergaveveld en nieuwe start van de weergave.
Sturing
De computer regelt de belasting of de polsslag aan de hand van
manueel ingegeven of voorgeprogrammeerde waardes.
Toerentalafhankelijk gebruik
Het weergegeven vermogen wijzigt niet, totdat het aantal sla-
gen/min of het remniveau gewijzigd wordt. Bij een wijziging van
69
NL